jpekker

Vroeger is een ver land

“Toen wij vroegen of we hem mochten fotograferen, stond er direct een hele meute om ons heen. Een klein jochie die met de Indonesische vlag in zijn handen een onafhankelijkheidsstrijder speelde, werd op de grond gedrukt en kreeg een mes op zijn keel gedrukt. Het was een enorm spektakel. Deels voor de foto, maar toch…”

De Amsterdamse fotografe Anoek Steketee (Hoorn 1974) trok, samen met journalist en partner Arnold van Bruggen, in opdracht van het Tropenmuseum zes weken door Indonesië om een serie te maken over het merkwaardige fenomeen plesiran tempo doeloe. Als vorm van vrijetijdsbesteding laten mannen en vrouwen, jong en oud, de koloniale tijd herleven door rollenspellen en verkleedpartijen.

Ze verkleden zich als Nederlandse ambtenaar, plantage-eigenaar of student en fietsen samen rondjes op een oude Nederlandse Gazelle, Fongers of Batavus. In een park in Soerabaja zag Steketee hoe de politionele acties werden nagespeeld door een jongeman die was uitgedost als Raymond Westerling, de beruchte Nederlandse Commandant van de Speciale Troepen. Hij droeg een camouflagepak en had een donkerrode baret op zijn hoofd; in zijn mondhoek bungelde nonchalant een sigaret.

“Hij schoot direct in zijn rol toen hij ons zag. ‘Ik rook als Westerling’, zei hij, ‘en ik drink als westerling’. Hij was een goede acteur; heel theatraal, met grote gebaren. En hij wist dondersgoed dat Westerling verschrikkelijk heeft huis gehouden. Moet je je eens voorstellen: op zondagochtend een groep jongeren op de Dam verkleed als nazi’s. Dat zou heel gevoelig liggen.”

Het merendeel van de Indonesiërs heeft maar weinig belangstelling voor het koloniale verleden, ontdekte Steketee. “De meeste mensen leven in het hier en nu; ze zijn bezig met hun carrière, sparen voor een eigen huis of een eigen auto. Het gaat economisch gezien goed met Indonesië. Ik heb veel mensen ontmoet die zeiden: de Nederlandse tijd is echt heel ver weg. Vandaar ook de tentoonstellingstitel, Vroeger is een ver land. Daar zit een vorm van exotisme in, maar je kunt het ook heel letterlijk nemen.”

Toen ze door het Tropenmuseum werd benaderd, had Steketee nog nooit gehoord van plesiran tempo doeloe. “Ik was aanvankelijk bang dat het niks meer was dan een verkleedpartijtje. En dat het te ver gezocht was om er een diepere betekenis in te zien. Als er nieuwe Harry Potter-film in de bioscoop komt, is het logisch dat jongeren zich verkleden. Maar alleen het verkleedpartijtje, dat vind ik niet zo interessant.”

Plesiran tempo doeloe duurt al langer, ontdekte Steketee, en vindt plaats op redelijk grote schaal. “Het is niet zo dat je op elke hoek van de straat in Jakarta iemand tegenkomt in een koloniaal pak, maar het is een feit dat de groepen steeds groter worden. En niet alleen in de grote steden op Java, maar ook op Sulawesi en Sumatra. De beweegredenen verschillen. Voor de een is het niet meer dan nostalgie; verlangen naar een tijd die ze niet bewust hebben meegemaakt, maar die wel overal sporen heeft nagelaten. Voor anderen is het een vorm van activisme: het herontdekken van de eigen geschiedenis, waar in de schoolboeken maar weinig en vooral eenzijdig, en op een negatieve manier aandacht aan is besteed.”

Steketee fotografeerde de meeste mensen apart, verkleed en wel, tegen het decor van de moderne stad, het hedendaagse Indonesië. Met oog voor details: een raar speldje, een sigaret die in mondhoek hangt. “Ik was op zoek naar een soort vervreemding, een tegenstrijdigheid. Wij mogen het dan een grappig fenomeen vinden, zij nemen het heel serieus.”

Daarom wilde Steketee het fenomeen in beeld ook serieus benaderen. Zoals ze ook deed in haar veelgeroemde serie Dream City, waarvoor ze pretparken over de hele wereld fotografeerde. Steketee, afgestudeerd aan de Koninklijke Academie in Den Haag, combineert op een prikkelende manier documentaire- en geënsceneerde fotografie. Ze geeft, zonder ironisch te worden, tegenstellingen weer in het leven van mensen.

“In Jakarta ontmoetten we een 16-jarige jongen die zich had verkleed als Nederlandse student. Zijn interesse was gevoed door zijn grootvader, die als ambtenaar heeft gewerkt voor de Nederlanders. We zijn ook bij hem thuis geweest, hij had planken vol boeken over de Nederlandse periode, en hij wist ons er heel veel over te vertellen. Vooral over de goede dingen ervan; plesiran tempo doeloe is een heel positieve vorm van omgaan met het kolonialisme en de koloniale tijd.”

Anoek Steketee, Vroeger is een ver land. T/m 1/9 in het Tropenmuseum, Linnaeusstraat 2