jpekker

Tarantino veegt alles op een grote hoop

Precies 25 jaar nadat hij de Gouden Palm won met Pulp Fiction is Quentin Tarantino terug in Cannes met het sprookje Once Upon a Time… in Hollywood.

‘s Ochtends vroeg stonden ze al voor het festivalpaleis, twee in smoking gestoken filmstudenten uit Duitsland, die speciaal naar Cannes waren gekomen voor de wereldpremière van Once Upon a Time… in Hollywood van Quentin Tarantino. Met zelfgemaakte borden, met de vraag of iemand misschien een ticket over had – please, s’il vous plait – en opvallende foto’s uit de film.

Ze waren de enigen niet. Een ander had de hoofdrolspelers Leonardo DiCaprio en Brad Pitt nagetekend (de gelijkenis was treffend, het mocht niet baten), weer iemand anders vroeg om een ticket en/of een uitnodiging voor de afterparty. Die werden op de zwarte markt aangeboden voor 2500 euro…

Ook de pers keek reikhalzend uit naar Once Upon a Time… in Hollywood; anderhalf uur voor aanvang van de eerste persvoorstelling stonden er al lange rijen. Toen de zaal eindelijk open ging, was het een geduw en getrek van jewelste.

Once Upon a Time… in Hollywood werd pas in tweede instantie aan de Gouden Palm-competitie toegevoegd. Tarantino arriveerde pas een paar dagen geleden met de afgemonteerde 35mm-kopie in Cannes. Interviews gaf hij niet, wel bezocht hij samen met zijn vrouw een aantal films, waaronder de galapremière van de Chinese film noir The Wild Goose Lake, die ook meedingt naar de Gouden Palm.

Kort voor het begin van de film verscheen een medewerker van het festival op het podium met een boodschap van Tarantino en zijn producenten: ‘Ik zou het zeer waarderen als u kunt vermijden ook maar iets te onthullen dat kan voorkomen dat een later publiek de film op eenzelfde manier kan ervaren als u vandaag gaat doen,’ las hij voor. ‘Merci!’

Tsja, de plot dan maar: in Once Upon a Time… in Hollywood draait het om Rick Dalton (Leonardo DiCaprio), een televisieacteur op zijn retour, en diens vaste stunt-double annex chauffeur Cliff Booth (Brad Pitt). Booth woont met zijn buldog Brandy in een oude trailer, Dalton in een villa in Los Angeles – zijn nieuwe buren zijn Roman Polanski, de wereldvermaarde regisseur van Rosemary’s Baby, en actrice Sharon Tate, die net een rolletje heeft gespeeld in The Wrecking Crew.

Frémaux omschreef Tarantino’s negende film als ‘een liefdesbrief aan het Hollywood van Tarantino’s kindertijd, een rockmuziektour van 1969 en een ode aan de cinema’. Dat klopt wel zo’n beetje. Tarantino veegt alles op een grote hoop; de B-films van Sergio Corbucci, exploitation en Bruce Lee, televisiewesterns in zwart-wit en het Hollywood van de jaren 60, hippies, verlies van onschuld en de Manson-familie. En feit en fictie. De soundtrack zit weer boordevol fijne nummers, Brad Pitt speelt de rol van zijn leven, de apotheose is bepaald spectaculair. Zeg maar gerust grotesk.

Maar de kans dat Tarantino er, 25 jaar nadat hij met Pulp Fiction de Gouden Palm won, opnieuw met de hoofdprijs vandoor gaat, lijkt klein; daarvoor is Once Upon a Time… in Hollywood te lang (twee uur en drie kwartier), te onevenwichtig, te zelfbewust en eigenlijk ook wel wat te voorspelbaar. Maar de Palm Dog Award, de onofficiële prijs voor de beste prestatie van een hond, kan buldog Brandy nauwelijks ontgaan.