jpekker

Pixar houdt het simpel…

tomy-collage-1

Van een crisis was geen sprake, maar het moet toch pijn hebben gedaan: terwijl Disney een kolossale hit scoorde met Frozen – het charmante sprookje was het grootste kassucces in de geschiedenis van de roemruchte animatiestudio en leverde Disney zijn eerste Oscar op voor Beste Lange Animatiefilm – worstelde Pixar voor het eerst in zijn bestaan, in ieder geval artistiek, met sequels en spin-offs, zoals Toy Story 3, Cars 2, Monsters University en Planes. De release van The Good Dinosaur werd anderhalf jaar uitgesteld, eind 2013 werden er zelfs mensen ontslagen bij de animatiestudio die tot dan eigenlijk alleen maar successen had gekend.

Maar Pixar blijft natuurlijk Pixar. Op het afgelopen festival van Cannes sloegen de twee belangrijkste Pixar-azen, producent John Lasseter en regisseur Pete Doctor, terug met Inside Out (Binnenstebuiten), een film die zich voor het grootste deel afspeelt in het brein van een 11-jarig meisje. De film werd jubelend ontvangen: in de zaal klonk meermaals ovationeel applaus, menig recensent vroeg zich af waarom de animatiefilm niet was opgenomen in de Gouden Palm-competitie en raakten niet uitgesproken over de Oscar-kansen – niet alleen in de categorie Beste Lange Animatiefilm, maar ook in de categorie Lange Film.

“Toen Pete het idee voor Inside Out pitchte, wist ik direct dat we iets unieks in handen hadden”, vertelde Lasseter in Cannes. “Maar ik wist ook dat het een moeilijk verhaal zou worden, omdat we binnen de grenzen van animatie een realistisch beeld van de menselijke psyche wilden schetsen. We hebben veel onderzoek gedaan; hoe onze dromen werken, onze emoties en onze verlangens, want we wilden zoveel mogelijk details goed krijgen. Zo gaan we altijd te werk, het fundament van de wereld in onze films ligt altijd in de realiteit.”

“In al onze films, of ze nu over vissen of auto’s gaan, proberen we iets van ons eigen leven te leggen,” aldus Docter, die eerder verantwoordelijk was voor de Pixar-hits Monsters, Inc. en Up. Zijn eigen dochter vormde de belangrijkste inspiratiebron voor Inside Out. “Op haar negende was ze heel uitgelaten, rond haar elfde werd ze stil en bedachtzaam. Ik keek naar haar en vroeg me af: wat gaat er allemaal om in dat hoofd?”

Vervolgens sloeg Docters verbeelding aan. En bedacht hij vijf figuurtjes die de belangrijkste emoties representeren: Joy (plezier), Sadness (verdriet), Fear (angst), Anger (woede) en Disgust (afkeer). In de controlekamer van het brein van het pubermeisje Riley reguleren de vijf de stroom van binnenkomende herinneringen, die als knikkers worden gestald in een uitgestrekt landschap. In deze fraai vormgegeven fantasiewereld bevindt zich ook het langetermijngeheugen, het onderbewuste en het abstracte denkvermogen. Het lijkt zo simpel, maar je moet er maar opkomen. Lasseter: “Er is natuurlijk al veel onderzoek gedaan naar de werking van de geest en hoe herinneringen worden opgeslagen, maar niemand kan dat proces zien. Juist dat maakt het zo geschikt voor animatie.”

INSIDE-OUT-19

INSIDE OUT

Toen hij zijn eerste animatiefilms wilde maken, was het genre compleet afgeschreven; animatie werd vrijwel alleen nog voor (kinder)televisie gemaakt, aldus Lasseter, die in 1985 de Disney-studio verliet om te gaan experimenteren met computeranimatie bij het special-effectbedrijf Industrial Light & Magic overnam van George Lucas. De revolutie begon in 1986, toen Steve Jobs de animatiedivisie voor 10 miljoen dollar overnam van George Lucas, en de naam werd omgedoopt tot Pixar, een samentrekking van de woorden pixel en art.

In 1991 sloot Pixar een miljoenendeal met Disney: Pixar zou drie lange, volledig met de computer geanimeerde speelfilms maken, die Disney in de bioscopen zou uitbrengen. De eerste van de drie was John Lasseters Toy Story (1995). “Dat was een belangrijk moment. Inmiddels zijn er wereldwijd meer dan 250 animatiefilms met computers gemaakt. Dat hebben we allemaal aan Toy Story te danken. Als we hadden gefaald, dan waren die andere films niet gemaakt.”

Pixar werd toonaangevend in digitale animatie: het bedrijf produceerde de ene na de andere revolutionaire, volledig met de computer gemaakte hit; de eerste vijf Pixar-films brachten wereldwijd ruim 2,5 miljard dollar op. De samenwerking met Disney verliep echter minder goed; tijdens de productie van Toy Story 2 ontstond onenigheid omdat de film volgens Pixar meetelde als een van de drie afgesproken films, terwijl Disney vond dat de vervolgfilm los stond van het contract.

Het gebakkelei hield aan, totdat de kwakkelende The Walt Disney Company en Pixar begin 2006 bekendmaakten dat er een akkoord was bereikt over de overname van de innovatieve computeranimatiestudio. Met de transactie was 7,4 miljard dollar gemoeid. Steve Jobs werd de grootste aandeelhouder, Lasseter kwam aan het hoofd te staan van Disney, Pixar-president Ed Catmull kreeg tevens de leiding over Walt Disney Feature Animation. Diens credo: ‘Er bestaat geen gelukkig toeval. Er zijn alleen zwaar bevochten zeges.’

Ook Inside Out is zo’n zwaarbevochten zege; het duurde 5 jaar voordat Pixar de geschikte formule had gevonden om de ingewikkelde gedachtegang van een kind aantrekkelijk te verpakken. Docter: “De grootste uitdaging was het om het ondanks de ingewikkelde materie simpel te houden. Niet voor de kinderen, integendeel, want die begrijpen het wel, maar voor de volwassenen.”

toy-story

De beste Pixar-films spelen allemaal met hetzelfde idee: ‘wat als <een ding> gevoelens zou hebben’?
Toy Story, 1995: wat als speelgoed gevoelens zou hebben
A Bug’s Life, 1998: wat als insecten gevoelens zou hebben
Monsters, Inc., 2001: wat als monsters gevoelens zou hebben
Finding Nemo, 2003: wat als vissen gevoelens zou hebben
The Incredibles, 2004: wat als superhelden gevoelens zou hebben
Cars, 2006: wat als auto’s gevoelens zou hebben
Ratatouille, 2007: wat als ratten gevoelens zou hebben
WALL-E, 2008: wat als robots gevoelens zou hebben
Up, 2009: wat als een hond gevoelens zou hebben
Brave, 2012: wat als Schotland gevoelens zou hebben
Inside Out, 2015: wat als gevoelens gevoelens zou hebben