jpekker

Oerol 2015: ideale locatie voor improvisatie

IMG_1512

“Goeiemorgen! Zit u lekker, met uw gezicht vol in de wind? Dekentje erbij…”

De Orkater-acteurs Geert Lageveen en Leopold Witte worden bijkans uit hun strakke pak geblazen, maar ze houden de moed erin. De elementen zijn nu eenmaal de baas op Terschelling; artiesten moeten tijdens Oerol tegen een stootje kunnen. Zij staan open en bloot op de geïmproviseerde podia in het bos en op het strand – ook als de gevoelstemperatuur dicht bij nul ligt, als de regen met bakken uit de hemel komt, of als de wind aanzwelt tot stormsterkte.

In Lutine vertellen Lageveen, Witte en gitarist Erik van der Horst (die wat later in een four-wheel drive het strand op komt scheuren) het bloedstollende verhaal van de Lutine, het fregat dat in 1799 tijdens een noordwesterstorm verging tussen Vlieland en Terschelling. Met 270 man aan boord, en een enorme lading goud, zilver, Spaanse matten en dubloenen, waarvan sindsdien slechts een deel is teruggevonden.

Lageveen en Witte praten in geuren en kleuren over de pogingen die twintig goudzoekers – de 21e expeditie wordt momenteel voorbereid – de afgelopen twee eeuwen hebben gedaan om de mythische schat boven water te krijgen. “Ik had ook wel binnen in het Wrakkenmuseum willen spelen”, zegt Lageveen. “Nee, dit is de ideale locatie”, riposteert Witte. “Dit is Oerol: Sense of Place! Place of Sand! En we hebben hier uitzicht op de rampplek!”

Terwijl hij vertelt, bezemt Lageveen met enige regelmaat het zand van het fraaie houten podium; de even schrandere als grappige voorstelling eindigt zeer toepasselijk met een vertolking van de Cats-klassieker One Way Wind. “Geen paniek, dit is bij de prijs van het kaartje inbegrepen”, meldt gitarist Van der Horst voordat hij los gaat.

IMG_1338

Aan de andere kant van het eiland, op hetzelfde Noordzeestrand, speelt het muziektheatergezelschap Via Berlin de voorstelling DEAD END, een actuele, maar tikje eendimensionale verbeelding van het vluchtelingenvraagstuk. Vanuit het niets wordt een man op het strand zichtbaar; hij sleept een matras, een tentje en een gare rolkoffer met zich mee. Hij rent, hij valt, hij werpt zich schielijk in het natte zand; af en toe is zijn zware ademhaling hoorbaar over de speakers.

Terwijl hij zich over drie enorme hekwerken worstelt die dwars op het strand staan opgesteld, speelt de als douanier uitgedoste Sytze Pruiksma een fraaie eigen compositie op een breed uitgestald assortiment van trommels en slaginstrumenten. Het stuk eindigt met een duel tussen de vluchteling/gelukszoeker en de grenswacht, de instrumenten fungeren dan als de laatste grens naar het (spierwitte) publiek, zeg maar de beschaafde wereld.

Elders op het eiland speelt Janneke Remmers een moderne versie van Jeanne d’Arc, in Joost van Heziks Jeanne – de opstand van de eenling. In de stromende regen. Op een spekglad wit zeiltje. Dan weer met ontbloot bovenlijf, waarop ‘vrij als een vogel’ staat, dan weer in een doordrenkt T-shirt. Haar bewakers zijn tussen de bedrijven door voortdurend met doekjes in de weer om het hemelwater van hun geïmproviseerde stoelen te verwijderen. Het is dweilen met de kraan open.

IMG_1260

We doen het zelf wel van het Nederlands-Vlaams acteurscollectief Wunderbaum speelt zich voor het grootste deel in een enorme DAF-truck af. Die wordt pontificaal voor een onoverdekte tribune op een braakliggend terrein in Oost geparkeerd nadat het publiek heeft plaatsgenomen. Dat mag overigens niet alleen maar achterover leunen; We doen het zelf wel is immers een spektakelstuk over de participatiesamenleving.

De burger moet zich actiever gaan opstellen. Voor aanvang worden er eieren uitgedeeld door het ‘participatie-promotieteam’, dat lelijke pruiken draagt en Theo & Thea-tandjes in heeft. “Mocht u het om wat voor reden dan ook kut vinden vanavond, gooi dan een ei.” Uit het publiek – een bonte verzameling Gaastra-jassen, Polar Fleeces en regencapes – worden twee vrijwilligers gepikt, een zzp-er en iemand in loondienst, die aan het ‘rad van zelfredzaamheid’ moeten draaien, waardoor het programma van de spektakelshow wordt samengesteld.

Het publiek klapt en joelt om een meisje ertoe te bewegen over een touw van de vrachtwagen naar de achterkant van de tribune te koorddansen. Zonder vangnet. Op instigatie van het publiek belandt de bedeesde, tikje verlegen grafisch ontwerper, die ‘op goed geluk’ uit het publiek is gehaald, op het draaiende rad van zelfredzaamheid, waarna een vervaarlijke messenwerper uit Oost-Europa tegenover hem plaatsneemt.

Het publiek gaat ongemerkt op in de rol die ze toebedeeld hebben gekregen in het stuk, en verbaast zich vervolgens over de eigen reactie. Ook dat is participatie bij Wunderbaum.

IMG_1412

Samenvattend: mijn favoriete voorstellingen van #Oerol15 waren BOG. een poging het leven te herstructureren van BOG., Lutine van Orkater, We doen het wel zelf van Wunderbaum en Stad der blinden van Theater Utrecht. Verder vond ik de optredens van Roosbeef en Typhoon fijn, vond ik de tijdelijke utopische gemeenschap TEMPOPIA van Moeremans&Sons en het Noord Nederlands Toneel een zeer geslaagd experiment, en vind ik het niet heel erg dat ik niet voor dag en dauw naar Three appointments with the sun van Compañia Sharon Fridman ben geweest…