jpekker

“Mijn Nederlandse hart ging sneller kloppen”

“In Palestina heb je geen Filmfonds, dus heb ik aangeklopt bij vermogende Palestijnen. Omar is in zijn geheel gemaakt met Palestijns geld. In Palestina. Door Palestijnen. Mijn cameraman maakt zijn debuut met Omar, net als mijn editor en de production designer. De drie hoofdrolspelers hadden nog niet eerder in een film gespeeld. Het was niet eenvoudig en het was vaak een chaos op de set, maar ik ben trots op het resultaat.”

Hany Abu-Assad is in Cannes met Omar. De politieke thriller annex liefdesgeschiedenis, opgenomen in het programmaonderdeel Un certain regard, wordt aangemerkt als de eerste volledig Palestijnse productie. Alleen in Nederland wordt Omar ook een beetje als Nederlandse film gezien, omdat Abu-Assad een halve Nederlander is.

Hany Abu-Assad werd in 1961 geboren in Nazareth en kwam op zijn negentiende naar Nederland, waar hij vliegtuigtechniek studeerde. Begin jaren ’90 maakte hij de overstap naar de filmwereld, eerst als producent, later als regisseur. In 2002 draaide zijn Rana’s Wedding in de Semaine de la Critique, een parallelfestival van Cannes. Paradise Now, over twee Palestijnse jongens die zichzelf willen opblazen in Tel Aviv, werd in 2003 geselecteerd voor de competitie van het festival van Berlijn en kreeg een Oscarnominatie voor beste niet-Engelstalige film.

Abu-Assad vertrok naar Los Angeles, waar hij aan verschillende films werkte, die geen van alle werden gerealiseerd. Na drie jaar verruilde hij Amerika voor Palestina. “De situatie is slecht, maar ik voel me er thuis.”

Omar speelt zich af in de bezette gebieden, waar drie jeugdvrienden op het eerste gezicht een redelijk normaal leven leiden. Met dien verstande dat Omar over de muur moet klimmen om zijn vriendin te bezoeken; de kogels vliegen hem soms om de oren. “De film speelt zich weliswaar af op de West-Bank, maar het verhaal over vertrouwen en vriendschap is universeel; iedereen kan zich ermee identificeren.”

Er zit wel een politieke boodschap in Omar, maar die ligt er niet al te dik bovenop. “Het draait om de liefde; ik wilde per se geen pamflet maken. Ik ken niemand die nog nooit tot over zijn oren verliefd is geweest. En het fascineert me hoe je jezelf dan kunt verliezen, en hoe onzeker je kunt worden door de liefde. Die onzekerheid is ook vaak de reden waarom het vaak zo fout afloopt met de liefde. Alle goeie liefdesgeschiedenissen eindigen tragisch.”

Zijn film is goed ontvangen in Cannes en er was veel belangstelling voor interviews. Toch was er ook tijd voor ontspanning; Abu-Assad en zijn cast en crew behoorden afgelopen zondag tot de officiële genodigden op de wereldpremière van Borgman.

“Het was prachtig. De taal, de acteurs, Pierre Bokma… Ik merkte dat ik trots was; Alex van Warmerdam in Cannes! Mijn Nederlandse hart ging sneller kloppen. Ik ben al fan van hem sinds Abel. Die zag ik in Alfa, ik was nog jong, maar ik herinner me alles nog heel precies.”

Abu-Assad heeft nu geen huis meer in Amsterdam; als hij in Nederland is, verblijft hij in een hotel. Maar hij weet zeker dat hij nog een keer terugkeert. “Ik ben volwassen geworden in Nederland, ik heb er mijn opleiding genoten en ben er ook voor een belangrijk deel in cultureel opzicht gevormd. Mijn wereldbeeld is bepaald door Nederland en door de multiculturele samenleving. Ik heb er mijn eerste speelfilm gemaakt en Paradise Now is mede gefinancierd met Nederlands geld. Daarom wil ik nog een keer een film maken in Nederland. Omdat ik Nederland dankbaar ben.”