Hoop doet kopiëren
Ruim voordat duidelijk was dat Obama de verkiezingen zou gaan winnen, maakte de Amerikaanse graffiti-kunstenaar Shepard Fairey een rood-blauw beeld van de presidentskandidaat met het woord ‘Progress’ eronder. Toen de poster populair werd, benaderde Obama’s campagneteam Fairey om een paar officiële versies te maken, maar dan met het woord ‘Hope’ en andere trefwoorden die beter in de campagne pasten. Het beeld werd een icoon. Het kwam terecht op miljoenen stickers, buttons, posters, briefkaarten, T-shirts en mokken.
Vervolgens werd het van alle kanten gekopieerd – zo gaan die dingen. Op filmposters en tijdschriftcovers. De eerste was Henry Poole, een film van Mark Pellington over een man die zijn verloofde verlaat en zijn baan opgeeft, om wat hij denkt dat zijn laatste dagen zijn alleen door te brengen. Daarna volgden onder meer de HBO-serie Real Time With Bill Maher en de film In the Loop (drie versies). In Nederland kreeg Calvijn de ‘Obama’-behandeling, op de cover van zijn eigen ‘personalitymagazine’ ter ere van zijn 500e verjaardag.
De verkiezing van Obama heeft ongewenste neveneffecten.
Notabene: Het orgineel van Fairey is aangekocht door The National Portrait Gallery. Tegelijkertijd kreeg de kunstenaar een zaak aan zijn broek; het Amerikaanse persbureau Associated Press wilde geld zien voor het gebruik van een foto van AP-fotograaf Michael Cramer.
