jpekker

Het Pentagon herschrijft de geschiedenis via Hollywood

‘We liegen niet tegen het Amerikaanse volk over militaire zaken’, zei George W. Bush eind februari 2002 tijdens een persconferentie op het Witte Huis. De eertijdse Amerikaanse president distantieerde zich daarmee van het plan van het Pentagon, het Amerikaanse ministerie van Defensie, om de (inter)nationale media te beïnvloeden en steun te verwerven voor de oorlog tegen het terrorisme, desnoods door foute, verzonnen nieuwsberichten de wereld in te helpen. Dat idee kwam uit de koker van het Office of Strategic Influence, de propaganda-afdeling van het Pentagon, opgericht na 11 september 2001 om de ‘hearts and minds’ van het buitenlandse publiek te winnen.

In die slag speelt Hollywood al jaren een belangrijke rol; het Pentagon ziet de filmindustrie als een belangrijk hulpmiddel voor zijn public relations. 11 November 2001 besprak Karl Rove, topadviseur van president Bush, met de studiobazen hoe Hollywood kon bijdragen aan de oorlog tegen het terrorisme. Regisseurs en scenarioschrijvers werden gevraagd plaats te nemen in een denktank die zoveel mogelijk oorlogsscenario’s moest bedenken; filmsterren als Brad Pitt en George Clooney bezochten het front om de soldaten een hart onder de riem te steken. Net als tijdens WOII, toen Frank Capra de zevendelige serie Why We Fight regisseerde, moest Hollywood helpen het volk in de juiste stemming te brengen voor de oorlog.

De band tussen het Pentagon en Hollywood bestaat sinds Wings, William A. Wellmans vliegeniersdrama uit 1927, en is sindsdien alleen maar inniger geworden. Uit militaire documenten en interne memo’s blijkt dat Hollywood op verzoek van het Pentagon verhaallijnen aanpast, scenario’s wijzigt en de geschiedenis verdraait, in ruil voor tanks, onderzeeërs en vliegtuigen – wat vele miljoenen scheelt in de productiekosten.

Producent Jerry Bruckheimer – die miljarden verdiende met zijn films, dus niet echt op de kleintjes hoeft te letten – maakt met graagte gebruik van expertise en materieel van het leger. Voor Top Gun (Tom Cruise als straaljagerpiloot in de regie van Tony Scott) wijzigde hij in ruil voor straaljagers en een vliegdekmoederschip het personage dat wordt gespeeld door Kelly McGillis. In het oorspronkelijke scenario was zij soldaat; in de film kreeg zij een functie buiten het leger, omdat verhoudingen tussen officieren en soldaten verboden zijn. Bruckheimer blij met een forse budgetbesparing en echte straaljagers, het leger blij met de beeldvorming. Toen de film in de Verenigde Staten in première ging, stonden er standjes in de bioscopen waar belangstellenden zich konden aanmelden bij de luchtmacht.

Ridley Scotts Black Hawk Down wordt verkocht als een ‘reconstructie’ van de slag bij Mogadishu. In de openingsbeelden wordt gesteld dat de film gebaseerd is op werkelijke gebeurtenissen. Het ‘waarheidsgehalte’ wordt nog eens benadrukt door frequent in beeld verschijnende tijd- en plaatsbepalingen. Onder leiding van Amerikaanse soldaten wordt in Somalië in 1992 voedsel verdeeld onder de hongerende bevolking. Burgeroorlog en wrede krijgsheren hebben duizenden slachtoffers gemaakt. Als de allerwreedste, Mohamed Farrah Aideed, een aantal Pakistaanse leden van de vredestroepen vermoordt en de Amerikanen bedreigt, achten de Verenigde Staten het tijd om in te grijpen. Dat gaat mis; op 3 oktober 1993 lopen de Amerikaanse soldaten in een hinderlaag.

Wat volgt is een twee uur durende veldslag, intens (à la Saving Private Ryan) in beeld gebracht door voormalig commercialmaker Scott. De twee Black Hawk-helikopters storten spectaculair neer; kogels, granaten en ledematen vliegen in het rond. Oorlog is de hel op aarde, zoveel wordt duidelijk.

‘Leave no man behind’ is het credo van de Amerikanen, die, als ze niet schieten, zinnen uitkramen als ‘Nu kun je laten zien wat je waard bent’. Een stervende Amerikaan vraagt zijn makkers of ze zijn ouders willen vertellen dat hij dapper gevochten heeft.

Acteur Brendan Sexton III, die een van de soldaten speelt, verbaasde zich er eerder deze maand tijdens een anti-oorlogsforum aan de Columbia University in New York over dat alle nuance en twijfel uit het oorspronkelijke scenario verdwenen waren. De reden laat zich raden. ‘Zonder hulp van het leger had de film Helicopter Down geheten’, aldus Scott. ‘Helikopters zijn te huur, Black Hawks niet.’ Dus herschrijft Hollywood de geschiedenis, op verzoek van en gesponsord door het Amerikaanse leger. Wat niet in het plaatje past, wordt weggemoffeld of aangepast.

De vraag wat de best getrainde elite-eenheid van het Amerikaanse leger precies te zoeken had bij de verdeling van voedsel, wordt logischerwijs niet gesteld. De Verenigde Naties worden – net als in Behind Enemy Lines (John Moore, 2001) – afgeschilderd als een hinderlijk blok aan het been, die de Amerikanen belemmeren in het helpen van de arme burgerbevolking, die zo te lijden heeft onder Aideed.

Het meest indringende beeld van wat er werkelijk gebeurde, van een dode Amerikaanse soldaat die door de Somaliërs door de straten van Mogadishu wordt gesleept, ontbreekt. Dat de Amerikanen vrouwen en kinderen in gijzeling namen, blijft onvermeld. De met lintjes behangen John Stebbins, die zich twee jaar geleden aan een kind vergreep en door een militaire rechtbank tot dertig jaar cel werd veroordeeld, werd onder druk van het leger veranderd in de brave soldaat Grimes (gespeeld door de Schot Ewan McGregor).

Als de strijd gestreden is, en er achttien doden en 73 gewonden aan Amerikaanse kant te noteren zijn, is er even tijd voor bezinning. ‘Als ze me vragen of ik verslaafd aan oorlog ben, geef ik geen antwoord’, zegt een officier. ‘Waarom? Ze begrijpen het toch niet. Dat het om de man naast je gaat. Dáár gaat het om, meer niet.’ In de slottitels wordt nog vermeld dat bij de slag ‘ongeveer duizend’ Somaliërs zijn omgekomen.

Lee Van Arsdale, een onlangs afgezwaaide kolonel bij de Special Forces die erbij was in Mogadishu, was als adviseur aan Black Hawk Down verbonden. De kolonel was destijds verbijsterd dat de actie in de media een ‘debacle’ en een ‘fiasco’ werd genoemd, en zag de film als een kans ‘een misverstand uit de weg te ruimen’. ‘Uit militair oogpunt was het een succesvolle missie’, aldus Van Ardale.

De Amerikaanse première van Black Hawk Down werd op instigatie van het hoofd marketing van de studio vervroegd. Hij voorzag dat het publiek na 11 september behoefte zou hebben aan een ode aan heldenmoed, kameraadschap, doorzettingsvermogen en opofferingsgezindheid. De cijfers geven hem gelijk.

Black Hawk Down werd genomineerd voor vier Oscars (regie, cinematografie, montage en geluid); Jerry Bruckheimer kreeg nog een andere beloning. De producent, die als geen ander in staat is het Amerikaanse leger te laten schitteren, werd door het Pentagon gevraagd een dertiendelige televisieserie te maken over de oorlog in Afghanistan.

Black Hawk Down van Ridley Scott. Woensdag 10/4, 23.15 uur, RTL7.