jpekker

Het hardloopinterview

Toen ik Guido van der Werve in april 2016 wilde spreken over Nummer zestien, the present moment leek het hem wel leuk om dat rennend te doen; duursport speelde immers een belangrijke rol in zijn werk. Op het laatste moment moest het plan worden bijgesteld, Van der Werve, die zich wilde kwalificeren voor het WK Triatlon, was geblesseerd. We spraken daarom af in café-restaurant De Ysbreeker – wat óók toepasselijk was; in het geweldige Nummer acht, everything is going to be alright wandelt Van der Werve over het ijs op de Botnische Golf terwijl een gigantische ijsbreker hem op de hielen zit.

Nog geen maand na ons prettige gesprek had Van der Werve een ernstig ongeluk in zijn woonplaats Berlijn; door een openzwaaiende taxideur tuimelde hij van zijn fiets, waarna hij werd geraakt door een passerende toeristenbus. Hij vocht twee maanden voor zijn leven in een Berlijns ziekenhuis; de artsen gaven geen cent voor zijn leven. 

Maar Van der Werve krabbelde op. Zijn ervaringen verwerkte hij in Nummer achttien, the breath of life, zijn speelfilmdebuut, dat hij nu aan het monteren is en waarvan een eerste akte tot en met 29 mei te zien is in zijn overzichtstentoonstelling Tastbare futiliteit in Eye Filmmuseum.

Bij die tentoonstelling organiseert Eye een aantal bijeenkomsten. In een daarvan sprak schrijver Dirk van Weelden aan de hand van filmfragmenten over de grenzen van het lichaam, en hoe Van der Werve in zijn videowerk het lichaam uitput, in gevaar brengt en grenzen overschrijdt. Als intermezzo rende ik met Van der Werve al pratend van zijn kunstwerk op het NDSM-plein naar Eye, waar het publiek in de waan werd gelaten dat ze naar een rechtstreeks verslag zaten te kijken. De korte versie van het interview is hier te zien; de lange versie hier – met dank aan Marente Bloemheuvel, Annabel Essink, Freek Zonderland en Dana Linssen.