jpekker

Gouden Palm voor hallucinante Thaise fabel

Actrice Charlotte Gainsbourg en Gouden Palm-winnaar Apichatpong Weerasethakul.

De Thaise regisseur Apichatpong Weerasethakul heeft zondagavond in Cannes de Gouden Palm gewonnen voor zijn film Uncle Boonmee Who Can Recall His Past Lives. Het was voor het eerst dat de Palme d’Or, de hoogste onderscheiding van het festival van Cannes, naar Thailand ging. ‘Deze Palm is heel belangrijk voor de geschiedenis van Thailand en het Thaise volk’ zei Weerasethakul dan ook. Hij bedankte alle ‘Thaise geesten en spoken’, en zijn ouders, die hem dertig jaar geleden voor het eerst meenamen naar een kleine bioscoop.

Uncle Boonmee – totstandgekomen dankzij een bijdrage van het Rotterdamse Hubert Bals Fonds – is een intuïtieve, hallucinante, multi-interpretabele fabel, waarmee Weerasethakul andermaal zijn verbondenheid met de ongerepte natuur, mythen en grote mysteries (reïncarnatie, animisme) laat zien. Centraal staat een man met een nieraandoening, die in zijn laatste levensdagen bezoek krijgt van zijn pasgestorven vrouw. Ook zijn lang verdwenen zoon verschijnt aan hem – in een niet-menselijk vorm (half mens, half aap, met rode, lichtgevende ogen). Weerasethakul voert ook nog een sprekende meerval op, die een beeldschone prinses bevredigt.

De Gouden Palm is niet de eerste, wel de meest prestigieuze onderscheiding voor Weerasethakul (Bangkok, 1970), die vanwege de onlusten in Thailand grote moeite had op het festival te geraken. In 2002 kreeg hij in Cannes de Prix Un Certain Regard voor Blissfully Yours; met Tropical Malady won hij twee jaar later de Juryprijs.

De jury onder leiding van de Amerikaanse regisseur Tim Burton verdeelde ook de overige prijzen over de meest interessante, cinefiele producties. De op een na belangrijkste prijs, de Grote Prijs, ging naar de Fransman Xavier Beauvois voor diens serene Des hommes et des dieux, over de Franse trappistenmonniken die in 1996 in Algerije werden vermoord door fundamentalisten. De Juryprijs, zeg maar de bronzen medaille, ging naar Mahamat-Saleh Haroun voor Un homme qui cri, een schijnbaar eenvoudige parabel over een vader en zoon ten tijde van de oorlog in Tsjaad.

De magistrale Franse acteur Mathieu Amalric, die buiten de Franse landgrenzen nog het meest bekend is door zijn rol als schurk in de James Bond-film Quantum of Solace, werd geëerd als beste regisseur voor Tournée. Tournée, waarin Amalric zelf te zien is als een televisieproducent die na een jarenlange vlucht naar Frankrijk is teruggekeerd met een groep Amerikaanse burlesquedanseressen, werd tevens onderscheiden met de Fipresci-prijs van de internationale filmpers.

De Zuid-Koreaan Lee Changdong kreeg de prijs voor het beste scenario voor Poetry, een delicaat, prachtig gedoseerd drama over een oma met Alzheimer, die troost vindt in poëzie nadat haar kleinzoon wordt verdacht van verkrachting.

Ook de acteursprijzen zijn uitstekend terechtgekomen: de Italiaan Elio Germano en de Spanjaard Javier Bardem deelden de prijs voor de beste acteur – de eerste gedeelde acteursprijs in de geschiedenis van het festival. Germano werd bekroond van zijn rol van een tegen het onrecht strijdende vader in Daniele Luchetti’s La nostra vita; Bardem voor zijn aandeel in het weergaloze Biutiful van de Mexicaan Alejandro Ganzáles Iñárritu. Hij speelt een paranormaal begaafde rommelaar met uitgezaaide prostaatkanker die zo goed en zo kwaad als het gaat voor zijn twee kindjes probeert te zorgen.

De Française Juliette Binoche (die de poster van deze 63ste festivaleditie siert) werd bekroond voor haar rol in Copie conforme, de eerste ‘westerse’ van de Iraniër Abbas Kiarostami. Binoche draagt de film, als een wispelturige galeriehoudster in Toscane, die de dag doorbrengt met een Britse schrijver die wel met liefde en toewijding kan kijken naar kunstvoorwerpen, maar de schoonheid van alles wat hem omringt niet ziet.

De Camera d’Or, de prijs voor het beste debuut, ging naar Año bisiesto van Michael Rowe, opgenomen in de parallelsectie Quinzaine des réalisateurs. R U there van David Verbeek viel buiten de prijzen; de Prix Un Certain Regard ging naar de Zuid-Koreaan Hong Sang-so voor Ha Ha Ha. Toch had Verbeek ook reden tot tevredenheid: zijn film werd in Cannes verkocht aan onder meer Frankrijk en Rusland.