jpekker

Galerie – Beeldende kunst in Amsterdam

Job Koelewijn, Collage / Storyboard. T/m 12/01/2013 in Galerie Fons Welters, Bloemstraat 140.

Op het bureau van beeldend kunstenaar Job Koelewijn staat een ouderwetse cassetterecorder met een enorme microfoon. Sinds 1 februari 2006 nestelt Koelewijn zich dag in dag uit voor het apparaat, drukt hij op ‘play’ en begint hij hardop te lezen uit boeken als Living in the end of times van Slavoj Zizek en Rem Koolhaas’ delirious new york. Als hij precies 45 minuten later – één kant van een cassettebandje – ‘klik’ hoort, stopt hij, en noteert hij op het cassettehoesje de pagina’s die heeft gelezen. De volgende dag draait hij de cassette om en leest hij weer verder. Enzovoort, et cetera.

Aldus verslond Koelewijn tientallen boeken. Boeken die – zo vertelt hij in het fraaie kunstenaarsportret dat René Roelofs van hem maakte in de reeks Hollandse Meesters in de 21 eeuw – iets boven zijn macht liggen. “Dat maakt het spannend. Spinoza, Nietzsche, Wittgenstein. Door die mensen proberen te begrijpen, kan ik mijn geest iets aanscherpen.”

Het dagelijkse ritueel levert ook kunst op. Letterlijk. Koelewijn stapelde de cassettebandjes per boek – een dun boek past op vijf bandjes, voor een dik boek heeft hij wel twintig cassettes nodig. De stapels plaatste hij op het betreffende boek op een plankje. De eerste drie jaar vormen samen een prikkelend paneel, de boeken die hij de afgelopen drie jaar las, vormen een tweede paneel.

Beide metersgrote reliëfs zijn nu te zien in Koelewijns vaste galerie Fons Welters; het zijn fraaie, afgemeten sculpturen, die op een bepaalde manier doen denken aan de abstracte schilderijen van Mondriaan.

De overige werken zijn al even monomaan: papiersnippers met filosofie, poëzie, spiritualiteit, Spakenburgse klederdracht, Dickie Dick, rouwadvertenties, teksten als ‘The borders of my language are the borders of my world’ en de portretten van Wittgenstein en Beckett zijn door Koelewijn laagje voor laagje op elkaar gestapeld in enorme collages, die ogen als jaarringen.

Als je ze van dichtbij bekijkt, zie je dat de papieren cirkels meer dan een centimeter hoog zijn. Het monnikenwerk dat het moet zijn geweest, is door Koelewijn vastgelegd in stop motion-animaties. De duizelingwekkende filmpjes, te zien op twee monitoren, staan door de ‘vloeiende’ vorm en de snelheid haaks op de overweldigende, perfect-ronde panelen, die de werkelijkheid toch al zo prettig doen kantelen.