jpekker

Galerie – Beeldende kunst in Amsterdam

Niels Broszat, Gezant namens de Orde van Liturginium. T/m 20/10 in Galerie 244 Nieuw-West, Pieter Calandlaan 244-A.

Tijdens een bezoek aan het Utrechtse museum Catharijneconvent werd kunstenaar Niels Broszat gegrepen door de rijk gedecoreerde artefacten van het Katholicisme, waaronder een aantal zogenoemde kazuifels, mouwloze opperkleden die worden gedragen door priester als zij de mis opdragen. Broszat was onder de indruk van het vakmanschap; van de overgave en concentratie waarmee de ambachtslieden aan de kleden moeten hebben gewerkt.

Broszat (Mettingen DL, 1980) wilde met een zelfde overgave aan de slag, als vorm van protest tegen het snelle productie draaien dat de norm is geworden, ook in de kunstwereld. Hij kreeg toestemming om een dag in het Catharijneconvent te werken; met een tekenplank op schoot tekende hij een aantal kazuifels, die hij thuis tot in het kleinste detail verder uitwerkte.

De tekeningen, zestien in getal, zijn nu te zien in Galerie 244 Nieuw West, een galerie voor hedendaagse kunst die in het voorjaar is geopend aan de Pieter Calandlaan. Het zijn even priegelige als verbluffende werkjes. Hoe langer je kijkt, hoe meer je ziet; het monnikenwerk is niet voor niets geweest.

Als contrast met de gevoelige, intieme tekeningen maakte Broszat ook twee metersgrote stoffen kazuifels: ‘chasubles d’un géant’. De een, gemaakt met verf, is rauw, grof en deels onuitgewerkt. De ander, gemaakt met potlood in oneindig veel grijstinten, is gekmakend verfijnd. Vooral de streepjes met het hardste potlood moeten een hels karwei geweest zijn, temeer daar Broszat zichzelf maar mondjesmaat de vrijheid gaf om af te wijken van een patroon, van de eindeloze herhaling en symmetrie.

Ook fijn is een manshoge sculptuur van een heks, gemaakt van een fotostatief en een stuk brandweerslang, verweerd oud papier en bubbeltjesplastic, geborduurde stukjes stof en gevingerhaakte touwtjes. Kwiek en levendig staat ze voor het raam. Uitnodigend, alsof ze zeggen wil: kom binnen! Verruil voor een paar minuten het grauwe realisme voor dit parallelle universum.

Carolein Smit, Death and the Maiden. T/m 29/9 in Flatland, Lijnbaansgracht 314.

Flatland van Martin Rogge, een van de meest gerenommeerde galeries van Nederland met een ‘stal’ bestaande uit kunstenaars als Erwin Olaf, Ruud van Empel, Rob Hornstra en Danielle Kwaaitaal, heeft na Utrecht en Parijs sinds kort een derde vestiging in Amsterdam, aan de Lijnbaansgracht, in het pand waar tot de zomervakantie Vous etes ici nog zetelde. De eerste Amsterdamse expositie van Flatland is gewijd aan Carolein Smit.

Smit, opgeleid aan de St. Joost Academie in Breda, kreeg in 1993 een eervolle vermelding van de Prix de Rome in de categorie ‘tekenen’; een jaar later maakte ze de overstap naar keramiek. Sindsdien maakt ze wonderlijke beelden, van heiligen, mythologische figuren en vanitassymbolen; van kerkvorsten, lammetjes en wolven, schedels en skeletten. Ze zijn angstaanjagend en beeldschoon, sprookjesachtig en luguber, verfijnd en gelikt. Héél gelikt, vaak op de rand van kitsch, wat het verval op een vreemde manier aantrekkelijk maakt.

Koen Delaere, I Only Get Horny When Due Laughs. Cindy Jansen, With Love. T/m 20/10 in Gerhard Hofland, Bilderdijkstraat 165-C.

Het is een wonderlijke combinatie, de dubbelexpositie van Koen Delaere en Cindy Jansen in galerie Gerhard Hofland. Delaere maakt enorme, sfeerrijke schilderijen, waaruit een verleden als graffiti-artiest spreekt; doeken met dikke lagen verf en veel structuur, waar tot slot een laagje spray paint over is aangebracht, waardoor diepte verdwijnt en het lijkt alsof ze gesolariseerd zijn.

Van Jansen, die fotografie en video studeerde aan de ArtEZ Academie voor beeldende kunsten en naam maakte met een aantal expliciete kortfilms, zijn drie zeer uiteenlopende werken te zien. Ze maakte een fraaie, verstilde, driekwartier durende video van een open plek in een bos bij Belgrado. Als de avond valt, verdwijnen de mensen en verandert het bos langzaam van achtergrondlocatie in hoofdrolspeler. Daarnaast zijn er foto’s te zien. Van een verlaten, morsig bordeel in Istanbul met plakkerige, skaileren banken, viezige, rode tafelkleedjes, betegelde muren met bloempatronen en een schrootjesplafond. En van bezoekers aan een Hollandse SM-club, in close up: ruggen met striemen van zo dichtbij dat je nauwelijks meer ziet wat het is.

Verwarrend, maar ook prikkelend: Delaere doopte zijn show I Only Get Horny When Due Laughs, het werk van Jansen gaat onder de naam With Love.