jpekker

Galerie – Beeldende kunst in Amsterdam

Jantien Jongsma, folklore punk. T/m 2010 in C&H Art Space, Tweede Kostverlorenkade 50.

Meer is meer bij Jantien Jongsma. Op haar overrompelende tekeningen, schilderijen en geschilderde tekeningen gebeurt duizelingwekkend veel. In elke hoek, op elke vierkante centimeter. En dan hangen er ook nog heel erg veel in C & H Art Space: dertig stuks, 14 grote en 16 kleintjes, vervaardigd met plakkaatverf, pen, inkt, krijt en potlood. Ze zijn stuk voor stuk verhalend én decoratief, groots én rijk aan details, verfijnd én grof, rauw én sprookjesachtig.

De in Amsterdam wonende en werkende Jongsma (Harlingen 1965) tekent en schildert haar eigen leven. ‘Ik houd van tekenen met pen en inkt’ staat in een hoekje van het metersgrote doek Amsterdam met prachtige, nauwelijks als zodanig te herkennen letters geschreven. En: ‘niemand zit er op te wachten’. Als het waar is, zou het jammer zijn, want Jongsma’s doeken zijn erg mooi.

Bijna alles staat twee keer op de veelal symmetrisch opgebouwde werken; een keer groot en een keer klein, schematisch of als patroon. Je kunt je als het ware naar binnen laten zuigen, via kronkelige paadjes en weggetjes. Dan kom je langs wegwijzers met een pijl naar links waarop ‘happy’ staat en een pijl naar rechts met ‘unhappy’. Jongsma spaart zichzelf niet: lief én leed hebben een plek gekregen.

Het hart van het prachtige doek ‘Amsterdam’ wordt gevormd door een levensrad in prachtige kleuren en dito detailleringen: krioelende mensen, kriegelige huizen en daken en bomen die bestaan uit eindeloos herhaalde strepen en figuurtjes. Daaromheen gebeurt van alles: in het Paleis op de Dam schudt Jongsma de hand van Koningin Beatrix (ze was drie keer genomineerd voor de Koninklijke Prijs voor de vrije Schilderkunst); in een andere hoek loopt ze met een enorme map onder haar arm richting de toelatingscommissie (ze deed de Amsterdamse Academie voor beeldende vorming en de Rietveld Academie).

Diezelfde hoek is overigens óók een enorme kliederboel, met plassen inkt en uitgelopen waterverf. ‘Folklore punk’ luidt niet voor niets de naam van de expositie: Jongsma wandkleden zijn niet alleen maar leuk en keurig.

Annemieke Alberts, Lost in Translation. T/m 6/10 in Galerie Roger Katwijk. Lange Leidsedwarsstraat 198-200.

In Sofia Coppola’s fraaie, dromerige en sfeerrijke film Lost in Translation ontmoeten twee eenzame zielen elkaar ’s nachts in de bar van een luxe hotel in Tokio: een jonge Amerikaanse fotografe (Scarlett Johansson) en een oude Amerikaanse filmster, gespeeld door Bill Murray.

In de gelijknamige expositie van Annemieke Alberts (Krommenie 1963) draait het om al even fraaie, dromerige en sfeerrijke olieverfschilderijen van inkijkjes in lege hotellobby’s en restaurants met gedekte tafeltjes waaraan niemand zit, en grootsteedse kantoren met glazen, weerspiegelende gevels. De eenzaamheid spat er vanaf; er zijn geen mensen te herkennen, alleen hier en daar een silhouet, een schim of een reflectie.

Net als Coppola laat Alberts – vorig jaar won ze de juryprijs van de ZomerExpo in het Gemeentemuseum Den Haag, eerder dit jaar deed ze mee aan de AVRO-talentenjacht De nieuwe Rembrandt – veel weg; ze wekt suggesties en geeft ruim baan aan details (in een café hangen enorme roodkleurige lampen boven de tafeltjes). Bovenal laat ze de stilte spreken; zo leiden de spiegelingen als vanzelf tot (in nostalgie gedrenkte) bespiegelingen bij de toeschouwer.

Bernard Akoi-Jackson, Aukje Koks, Navid Nuur, Jeremiah Quarshie e.a., Time, Trade & Travel. T/m 21/10 in SMBA, Rozenstraat 59.

‘De complexe aspecten van het door kapitalisme gestimuleerde wereldwijde (handels)verkeer en de invloed daarvan op het leven en de kunst’ vormen het vertrekpunt voor de tentoonstelling Time, Trade & Travel, een samenwerking tussen Stedelijk Museum Bureau Amsterdam en de Nubuke Foundation uit de Ghanese hoofdstad Accra.

Dat klinkt erger dan het is, blijkt uit de werken die nu in SMBA staan en eind dit jaar ook in Accra te zien zullen zijn. De Nederlandse curatoren kozen een aantal Ghanese kunstenaars; de Ghanezen zette een aantal Nederlanders aan het werk, onder wie Navid Nuur en Iris Kensmil. Met de gedeelde geschiedenis van Ghana en Nederland, kolonisatie, migratie en handel als rode draad maakten zij zeer uiteenlopende werken in alle denkbare media – van videokunst, documentaires en installaties tot een (bewerkte) fotoserie van een performance, wandtapijten en banieren.

De Ghanees Jeremiah Quarshie schilderde een enorm, uit kriebelige lettertjes opgebouwd portret van voetballer Clarence Seedorf. Die kwam 87 keer uit voor het Nederlands elftal, terwijl hij geboren is in Suriname en zijn roots in West-Afrika liggen; de voorouders van veel zwarte Surinamers zijn immers door Nederlandse mensenhandelaars vanuit West-Afrika als slaven naar Suriname verhandeld, legt Quarshie uit in een A4-tje bij zijn schilderij.