jpekker

Een Hollandse misdaadgolf

Het was nog net geen tsunami, maar als je eerder dit jaar de kranten, tijdschriften en websites mocht geloven zouden de Nederlandse bioscoop en televisie worden overspoeld door een Hollandse misdaadgolf.

De ontvoering van biermagnaat Alfred Heineken werd verfilmd, evenals de vooroorlogse geweldsuitbarstingen van de Bende van Oss. BNN werkte aan de misdaadreeks Van God los, de Publieke Omroep liet weten dat ‘misdaad’ het thema was van een nieuwe reeks Telefilms. Producent San Fu Maltha liet weten dat hij een misdaadfilm ging maken over de ontvoering van Toos van der Valk.

Dat klinkt inderdaad als veel, al helemaal wanneer je redeneert dat ‘iets’ oneindig veel meer is dan ‘niets’. En Nederland kent – ondanks het beleidsplan van het Filmfonds – nu eenmaal geen weelderig bloeiende filmcultuur waarin alle verschillende genres met zekere regelmaat aan bod komen. De diversiteit hier te lande wordt bepaald door bewezen succes: kinderfilms doen het goed, dus worden er meer kinderfilms gemaakt. Sinterklaasfilms doen het goed, dus worden er meer Sinterklaasfilms gemaakt. Saskia Noort-verfilmingen doen het goed, dus worden er meer Saskia Noort-verfilmingen gemaakt.

Maar misdaadfilms? De naar Francis Ford Coppola’s The Godfather Part II gemodelleerde filmposter van Maarten Treurniets De Heineken Ontvoering doet inderdaad een misdaadfilm vermoeden. De trailer belooft eerder een soort kruising tussen een ‘misdaadperiodefilm’ en een psychologisch drama. In André van Durens ‘historische misdaaddrama’ (in de persmap wordt de film dan weer een ‘modern misdaadepos’ genoemd) De Bende van Oss zijn de historische component en de misdaad volstrekt ondergeschikt aan het drama.

Aan het begin van de film verhaalt de vrouwelijke hoofdrolspeelster Johanna ‘de snol’ van Heesch (een Gouden Kalf-waardige rol van Sylvia Hoeks) in voice-over over de Bende van Oss. “Ze stelen van de rijken en geven aan de armen. Soms”, zegt ze. “Eigenlijk is het een zooitje ongeregeld.”

We leren over de maffia-achtige erecodes (“Wij verraaien elkaar nie”) en praktijken (“Er wordt hier niemand neergeschoten zonder mijn toestemming”) die er in Oss en omgeving gelden. In close up is te zien hoe een vinger wordt afgesneden om de verzekering op te lichten, en al snel wordt de wachtmeester van de gehate marechaussee – uit Den Haag naar Brabant gestuurd om orde op zaken te stellen – in koelen bloede geëxecuteerd. Maar dat is het wel zo’n beetje, wat betreft de misdaad.

Wat volgt is een film over een jonge, onontwikkelde vrouw die er alles aan doet haar geboortegrond en haar familie en milieu achter zich te laten. Logisch: Oss is een naargeestig gat met een fabriek die vieze, zwarte rook uitstoot, een corrupte dorpsagent, een fabrieksdirecteur die aan perverse seks doet en een pastoor die zich aan kleine jongetjes vergrijpt.

Als Johanna probeert haar goed lopende café in een restaurant te veranderen, is hoon haar deel. “Nog nooit buiten de deur gegeten, maar wel een restaurant beginnen”, schamperen haar bekrompen dorpsgenoten. De mooie jonge vrouw droomt ervan een restaurant te openen in Amerika; het beloofde land wordt gevisualiseerd met fotootjes van Jean ‘the Platinum Blonde’ Harlow (Als Johanna, zoals alle vrouwen die een ander leven willen, haar haardracht en -kleur heeft veranderd, lijkt ze als twee druppels water op haar.)

Natuurlijk, de wereld van de misdaad is geen toevallige setting; door de misdaad en de sociale structuur gebeurt er met Johanna wat er gebeurt. Maar De Bende van Oss is evenzeer een relatiedrama over een vrouw, twee à drie mannen en een pistool (meer is er niet nodig voor een film, weten we van Jean-Luc Godard) of een Brechtiaans drama (‘Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral’). Het is een beetje New Kids Turbo (de anarchistische provincie komt in opstand tegen het gezag uit het westen) en een beetje Zwartboek (een opportunistische vrouw alleen probeert in een vijandige omgeving het hoofd boven water te houden). Misschien had de film beter Johanna kunnen heten; het is, enigszins gechargeerd, een vrouwenfilm, geen mannenfilm.

In échte misdaadfilms zijn misdaad en recht thematisch in het verhaal vervlochten. The Godfather is een echte misdaadfilm, en Miike Takashi’s Ichi the Killer, Michael Manns Heat, Martin Scorsese’s Goodfellas, Mike Newells Donnie Brasco en Gomorrah van Matteo Garrone, om er maar een paar te noemen.

Veel zijn het er niet, maar in Nederland worden ook misdaadfilms gemaakt. Maurits Bingers Het geheim van de vuurtoren is er een uit de oude doos, net als Rififi in Amsterdam van Giovanni Korporaal. In Wim Verstappens Jan Willem van de Wetering-verfilming Grijpstra en De Gier zijn de twee Amsterdamse speurneuzen weliswaar in de weer met een moord, maar er wordt minstens zo veel tijd ingeruimd voor de relatieperikelen van de oververmoeide Grijpstra en de amoureuze escapades van zijn jonge collega De Gier. Wildschut van Bobby Eerhart is een harde misdaadfilm, Lek van Jean van de Velde is een duistere politiefilm over de IRT-affaire, met aanslagen op onderwereldfiguren, undercoveroperaties en informanten die de boel naaien. Bella Bettien van Hans Pos, over het leven van drugscrimineel Bettien Martens, en De Dominee van Gerrard Verhage, losjes gebaseerd op het gelijknamige boek van Bart Middelburg over de opkomst en ondergang van Klaas Bruinsma, zijn in de eerste plaats psychologische thrillers. Hetzelfde geldt door Van God los (over de gewelddadige acties van de Bende van Venlo) en TBS, beide geregisseerd door Pieter Kuijpers (en beide geschreven door Paul Jan Nelissen, die ook mede verantwoordelijk is voor het script van De Bende van Oss).

Dat De Bende van Oss in de grote misdaadgolf is terechtgekomen, is ook een beetje de schuld van de makers zelf; in de publiciteit is het accent direct op het geweld van de bende komen te liggen. Hoofdrolspeler Frank Lammers betoogde dat De Bende van Oss met afstand de “lompste” film was die in Nederland is gemaakt. De Vlaamse acteur Matthias Schoenaerts zou tijdens de opnamen bijkans de neus hebben afgesneden van Benja Bruijning. Marcel Musters sloopte een deur: “Een klein ongeluk dat gebeurt in de heftigheid van de scène”.

Ook regisseur Van Duren draagt ‘schuld’. Nadat er eind juni in Amsterdam een filiaal van Brinks geldtransportbedrijf was beroofd met veel, excessief geweld, mocht hij in de TROS Nieuwsshow opdraven als ervaringsdeskundige – hij maakte immers ook een film over een gewelddadige bende.

Van Duren veegde de vloer aan met de in alle kranten, journaals en actualiteitenprogramma’s aangehaalde vergelijking met Tony ‘Scarface’ Montana (een glansrol van Al Pacino) cum suis in Brian De Palma’s Scarface uit 1983. Hij had de film voor de gelegenheid opnieuw bekeken, en er was volgens Van Duren geen enkele overeenkomst tussen de Amerikaanse filmgangsters en hun navolgers uit de polder. De kapsels waren anders, de brillen waren anders, de kleding was anders. Scarface ging bovendien over cocaïne, dit was een geldtransport. Met Heat had de kraak ook niets van doen, meldde Van Duren met stelligheid.

Er was, aldus de filmmaker, sprake van ‘mythisering’ van het geweld en de bende, waardoor je vanzelf begrip moest krijgen voor het tekortschieten van de politie. Tot slot van het item mocht Van Duren nog even vertellen over zijn eigen film en over de misdaad in de jaren ’30. “In amper vijf jaar tijd zijn er 24 moorden gepleegd. 1100 Misdrijven met zwaar geweld en 300 brandstichtingen om de verzekering op te lichten. Dus in aard en omvang is de misdaad nooit zo groot geweest als in de jaren ’30 in Oss”, aldus Van Duren.

Geen woord over Johanna, die los probeert te komen van haar geboortegrond. De mythisering van het geweld en de Bende van Oss hebben haar verhaal naar de achtergrond verdrongen. En (onbedoeld) bijgedragen aan een ‘golf’ van Hollandse misdaadfilms.