jpekker

De oase van Matisse in het Stedelijk

IMG_9092

“De oase van Matisse heeft een unieke opzet: we combineren topwerken van Henri Matisse – een van de belangrijkste en invloedrijkste kunstenaars van de 20ste eeuw en een van de grondleggers van de moderne kunst – met de vaste collectie van het Stedelijk; met het werk van tijdgenoten, van leermeesters en van navolgers. Zo is te zien hoeveel overeenkomsten er zijn tussen Matisse, Manet en Van Gogh en hoe rauw het werk van Matisse is in vergelijking een Duitse expressionisten zoals Kirchner.”

Terwijl de inrichting nog in volle gang is, loopt Bart Rutten, hoofd Collecties en samensteller van de tentoonstelling, met zevenmijlspassen door de benedenverdieping van het Stedelijk Museum. “Kijk”, wijst hij, “de wandschildering van Karel Appel is tijdelijk weggewerkt achter een dikke wand, omdat we een extra zaal hebben gecreëerd in de ontvangsthal. Op deze wand hangt straks Matisse met Corot en Breitner…”

Op de muren zijn printjes geplakt van de bruiklenen, die uit meer dan dertig musea uit alle windstreken naar Amsterdam komen; op de grond staan al enkele werken uit de fantastische collectie van het Stedelijk klaar om opgehangen te worden. “We werden met een vraag het depot ingestuurd: Matisse komt op bezoek, wat trekken we uit de kast?”

mat IMG_9189

De oase van Matisse – de eerste grote Matisse-tentoonstelling in het Stedelijk sinds Henri Matisse, de grote uitgeknipte gouaches in 1960 – is een antwoord op The Cut-Outs, de overdonderende, alom geprezen Matisse-expositie die vorig jaar in Tate Londen en MoMA New York te zien was. “Dat we achter MoMA en Tate zitten, biedt mogelijkheden, omdat veel werken nu zijn bekist en goed genoeg zijn bevonden om te reizen. Maar omdat het veelal fragiele, kwetsbare werken op papier betreft, wisten we ook dat veel bruikleengevers twee venues wel genoeg zouden vinden.”

Heel erg is dat niet, meent Rutten; de grootte van de tentoonstellingen in Tate en MoMA was sowieso niet realistisch voor het Stedelijk. “Dan praat je over budgetten die ruim het viervoudige zijn van wat wij met behulp van allerlei geweldige sponsors bij elkaar hebben gehaald. Wij hebben een eigenwijze, brutale variant gemaakt, waarin werk van Matisse een dialoog aangaat met werken van kunstenaars als Picasso, Malevitsj, Chagall, Breitner en Van Dongen. Als je er goed over nadenkt, is dat eigenlijk wel logisch: Matisse heeft een enorme invloed gehad op andere kunstenaars, en toch heeft hij altijd solotentoonstellingen. Wij dachten: laat die invloed nu maar eens zien.”

Matisse’ donkere Stilleven met boeken (ca. 1895) plaatste Rutten tussen een vroeg werk van Mondriaan, Appels op een tafel, twee op een bord (1898 – 1899), en Cézannes stilleven Flessen en perziken uit 1890. Mondriaans Tableau III: compositie in oval uit 1914 (“het roze ei van Mondriaan”) kreeg een plek naast Gezicht op de Notre-Dame, dat Matisse bijna gelijktijdig schilderde in Parijs en dat de overgang toont van een luministische toets naar een bijna abstract werk van pure kleur. “Dat is een knots van een werk, echt ongelooflijk goed. Daar kun je niet zomaar alles naast hangen, weet ik nu. Gestel, toch een van de beste Nederlandse schilders uit de eerste twintig jaar van de vorige eeuw, trok het niet; die werd gewoon weggeblazen. De Matisse hangt nu tussen twee Mondriaans. Zo bleef ik voortdurend schakelen tussen Matisse en onze collectie.”

IMG_9077

Maar er is meer: De oase van Matisse wil ook laten zien hoe Matisse vanuit zijn teken- en schilderkunst tot de knipsels is gekomen. “Er wordt vaak gedacht dat hij is gaan knippen nadat hij in een rolstoel terecht kwam, maar het was een graduele ontwikkeling. Wij laten zien dat Matisse tot ver in de jaren ’40 is blijven schilderen – het laatste schilderij dateert zelfs uit de jaren ’50 –, terwijl hij vanaf het begin van de jaren ’40 de knipsels als medium gaat gebruiken. Hij heeft dat knippen ontdekt als hulpmiddel bij het zoeken naar de juiste compositie in vormen en kleurvlakken. En vervolgens raakt hij steeds meer gefascineerd door de kracht ervan.”

Het mooiste voorbeeld van Matisse’ papierknipsels is het monumentale, maar zeer verfijnde La perruche et la sirene uit 1952-53 (wat Matisse zelf ook zijn beste knipsel vond). Na te zijn uitgeleend aan de Tate en het MoMA, heeft La perruche nu weer een centrale plek op de eerste verdieping gekregen. Daar kan het werk worden vergeleken met andere knipsels van Matisse en daarvan afgeleide, zelden getoonde werken van textiel en gebrandschilderd glas. “De erezaal is wat mij betreft het Walhalla van de tentoonstelling: de knipsels hangen er zoals ze in Matisse’ atelier hebben gehangen, toen hij daar veel tijd in bed doorbracht. Het is een soort paradijselijke tuin.”

matisse pb oud

Na een karrenvracht aan knipsels en daarvan afgeleide werken in stof, print en glas-in-lood , wordt in de allerlaatste zaal het werk van Matisse weer gecombineerd met dat van andere kunstenaars; met de Amerikaanse colourfield-painters om precies te zijn, zoals Robert Mangold, Ellsworth Kelley, Barnett Newman en Mark Rothko. “Voor deze schilders was Matisse een grote held, ze keken veel naar zijn werk, ook naar de destijds nog niet zo geliefde late knipsels. Je moet de linker onderhoek van Matisse’ goudvissen uit 1912 eens goed bekijken, dan zie je gewoon een kleine Rothko. De gelaagde verfbehandeling, het intense kleurgebruik; het is bijna één op één door Rothko overgenomen. En de schaal van de late knipsels was een enorm voorbeeld voor deze schilders. Het waren deze colourfield-painters die Stedelijk-directeur Edy de Wilde hebben gewezen op de kracht van de late Matisse. Je kunt het nu bijna niet geloven, maar er was lange tijd veel twijfel of dat wel goed kon zijn, zo’n man van tachtig die schildert met een schaar.”

Rutten hoopt dat mensen terug zullen komen, om alle werken nog een keer te bekijken. “En nog een keer. Nee, niet alleen de kunstkenners, Matisse is voor een heel breed publiek. Door die de Joie de vivre, door de eenvoud en die sprankelende kleuren, en door de duizelingwekkende variëteit. Die man kon echt alles; ik ben ervan overtuigd dat mensen van hun sokken geblazen gaan worden.”

En het allermooiste zou het zijn, aldus Rutten, dat als ze over drie jaar terug zijn in het Stedelijk en Rothko’s Untitled (Umber, Blue, Umber, Brown) zien hangen ze Matisse goudvissen er zelf bij denken. “Ja, ik denk dat dat kan. Het werk is er sterk genoeg voor.”

De oase van Matisse. T/m 16/8 in het Stedelijk Museum.

IMG_9188