jpekker

De kans dat Marco van Geffen niet in Cannes terechtkomt, wordt steeds kleiner

Locations shooting Netherlands“, haspelt een Aziatische man die een koffertje op wieltjes achter zich aan trekt. En daarna nog een keer. Het meisje achter de balie in het Nederlandse paviljoen kijkt hem niet begrijpend aan. Een echte vraag blijft uit, een antwoord ook, en de man loopt onverrichter zaken door.

Wat later lopen twee jongemannen binnen met een stapel dvd’s onder hun arm. Ze komen uit de Oekraïne, zeggen ze, en ze zijn op zoek naar iemand die hen meer kan vertellen over filmconservering in Nederland. Die zijn hier niet, zegt het meisje. maar op de website van Eye is er van meer over te vinden. De mannen vragen of ze misschien een dvd aan de afdeling conservering kan overhandigen, bij het deur worden er visitekaartjes uitgewisseld.

Zo gaat het de hele dag door in het Nederlandse paviljoen, een door het Filmfonds en Eye uitgebate stand die uitkijkt op de Middellandse Zee. “Filmprofessionals van over de hele wereld kunnen er terecht met allerhande vragen over de Nederlandse film”, aldus Claudia Landsberger die namens Eye de Nederlandse film in het buitenland promoot. “En Nederlandse Filmprofessionals kunnen er hun internationale relaties ontvangen”, vult Filmfonds-directeur Doreen Boonekamp aan.

Op een van de muren hangen grote foto’s van de vier Nederlandse coproducties die op het festival van Cannes te zien zijn. Het gaat om de kortfilm Waiting for P.O. Box van de Syrische, in Amsterdam wonende en werkende Bassam Sammy Chekhes en Villegas van de Argentijn Gonzalo Tobal, die werd gecoproduceerd door Trent. Daarnaast werden twee mede met bijdragen van het Filmfonds (variërend van 50 tot 75 duizend euro) tot stand gekomen films uitverkoren voor de prestigieuze Gouden Palm-competitie: Post Tenebras Lux van de Mexicaanse meesterfilmer Carlos Reygadas en Im Nebel van de Oekraïner Sergei Loznitsa.

Ik moet erg bescheiden zijn over mijn aandeel”, zegt Frans van Gestel van het Amsterdamse productiehuis Topkapi Films, coproducent van Post Tenebras Lux en eerder ook al van Reygadas’ Stellet licht. “En toch is het waanzinnig belangrijk. Voor de Nederlandse film in het algemeen en voor mij in het bijzonder. We werken samen met de besten van de wereld, dat is extreem leerzaam. En zo breiden we ons netwerk uit. Ik heb nu contact met een belangrijke Franse sales agent. Die kan er voor zorgen dat de volgende film van Urszula Antoniak waaraan we nu werken op de stapel films terechtkomt die net wat beter bekeken worden. Zo komen we stapje voor stapje dichter bij Cannes.”

Boonekamp denkt er net zo over (“Voor een klein land als Nederland is het belangrijk om met grote landen samen te werken”), hetzelfde geldt voor Leontine Petit van het Amsterdamse Lemming Film, coproducent van Im Nebel en eerder ook al van Loznitsa’s My Joy. “‘Gouden Palm-competitie’ staat heel goed op je track-record. Het zorgt ervoor dat je serieus wordt genomen.”

De aan Lemming verbonden regisseur en scenarioschrijver Marco van Geffen kan erover meepraten. Zijn Zusje was in 2007 geselecteerd voor de kortfilmcompetitie van Cannes, vorig jaar was zijn speelfilmdebuut Onder ons lang in de race voor een plek in de tweede competitie Un Certain regard. Nu is Van Geffen in Cannes om op uitnodiging van het prestigieuze Cinéfondation Atelier te werken aan zijn nieuwste project In jouw naam, het tweede deel van zijn VINEX-trilogie met hoofdrollen voor Barry Atsma en Elise Schaap. Van Geffen heeft de hele dag afspraken met sales agents, distributeurs en financiers. “Als je het atelier noemt heb je meteen een gesprek. En iedereen is lyrisch over het script.”

Dat enthousiasme blijkt ook uit de ARTE-prijs voor het beste L’Atelier-project (ter waarde van 6000 euro), die Van Geffen ontving uit handen van ARTE-ceo Michel Reilhac. “Dat geld is mooi meegenomen, maar het stempeltje is veel belangrijker. Ik zeg altijd dat je 99% kans hebt om niet in Cannes terecht te komen. Jaarlijks is er immers slechts plek voor een stuk of twintig films, waarvan een groot deel is gereserveerd voor erkende grootmeesters, een paar Amerikanen en wat Fransen. Dan houd je maar twee of drie plekken over. Door Het Zusje was mijn kans om in Cannes terecht te komen al weer wat groter geworden, en ook de prijzen die ik met Onder ons heb gewonnen helpen mee. Met de selectie voor L’Atelier was de kans dat In jouw naam niet in Cannes terechtkomt al gedaald tot 96%, door deze prijs is het misschien wel 95%!”

Als alles meezit, kunnen volgend jaar niet alleen de nieuwe films van Urszula Antoniak en Van Geffen worden ingestuurd, maar ook De stillen van Ricky Rijneke, Camiel Borgman van Alex van Warmerdam, Boven is het stil van Nanouk Leopold en Het Meisje en de Dood van Jos Stelling, wiens Mariken van Nieumeghen in 1975 de laatste Nederlandse film was die het tot de Gouden Palm-competitie schopte.

“We moeten niet teleurgesteld zijn als het nog even duurt”, waarschuwt Boonekamp, “Het vergt nu eenmaal een lange adem. Maar als we zo doorgaan en onze ambities hoog houden, gaat het een keer lukken.”