jpekker

Cannes dag 9: donderdag 20 mei

Wat is een Nederlandse film? Volgens Holland Film, de organisatie die de Nederlandse film in het buitenland promoot, is Over Your Cities Grass Will Grow van Sophie Fiennes een Nederlandse productie. Het is een documentaire van een Britse regisseur over een Duitse kunstenaar gesitueerd in Frankrijk. Maar geproduceerd of gecoproduceerd door de Nederlander Kees Kasander. Schastye moe/Mein Glück/My Joy van de Oekraïner Sergie Loznitsa, gecoproduceerd door het Amsterdamse Lemming Film, is dan weer geen Nederlandse productie… Het zal de (economische) realiteit wel zijn, maar er is geen touw aan vast te knopen. Zoals er in Cannes wel meer gebeurt wat niet helemaal te bevatten is… Waarom is Andre Schreuders bijvoorbeeld niet even voorgesteld op de Dutch Party? Wat doet een ‘non-executive director’? (ik werd gebeld of ik Pierre Lescure, wilde interviewen, de non-executive director van de gerestaureerde versie van Alfred Hitchcock’s meesterwerk Psycho).

En hoe werken de horloges van pr-medewerkers precies? Als ze waarschuwen dat de interviews een kwartiertje zijn uitgelopen, kun je er gevoeglijk vanuit gaan dat je minstens een half uur moet wachten. Andersom blijkt een interview van een half uur in de praktijk vaak maximaal een minuut of twintig te duren. Nog een raadsel: waar zoeken de beveiligers bij de deuren van het paleis precies naar?

Vanochtend was het weer raak: ik hield mijn tas open, de beveiligster vroeg of ik een fototoestel bij me had. ‘Twee’, antwoordde ik, ze lachte en ik mocht doorlopen. Met mijn  fototoestel.

Naar Fair Game van Doug Liman, de enige Amerikaanse productie in de Gouden Palm-competitie. Het is een behoorlijk meeslepende politieke thriller, waarin Liman (bij het grote publiek vooral bekend door popcornvermaak als The Bourne Identity, Mr. & Mrs. Smith en Jumper) maar weinig concessies doet om de ingewikkelde, waargebeurde affaire begrijpelijk en invoelbaar te maken voor een groot publiek. Alleen het einde, waarin huwelijkscrisis en bombastisch patriottisme de overhand krijgen is wel erg des Hollywoods.

Op de aansluitende persconferentie, waar ik dankzij twitter en collega Robbert Blokland een plek op de eerste rij had, werd Liman onder meer gevraagd naar de dreiging van Iran (‘Ik ben regisseur, geen nucleair non-proliferatie-expert’) en naar het verschil tussen Jumper en Fair Game (In de eerste versie van het script dematerialiseerde Valerie Plame aan het slot. Dat bleek toch niet goed te werken…).

In mijn hotel op mijn laptop gekeken naar de Belgische kortfilm IJsland (sfeerrijk), de Nederlandse film Zingen in het donker , die ik vanochtend in mijn postvakje vond (bar en boos), en naar de geweldige Deense documentaire Armadillo.

Vervolgens naar The Two Escobars geweest, een indrukwekkende documentaire over de connectie tussen narco-terrorist Pablo Escobar en voetballer Andrés Escobar, die op het WK voetval in Amerika, 1994 het eigen doelpunt maakte dat de uitschakeling van Colombia betekende en vervolgens in eigen land werd doodgeschoten. Jammer alleen van de vreselijke muziek.

Daarna snel naar het strand, voor mijn interview met Juliette Binoche. Een half uur met zijn zessen (waaronder helaas mijn krankzinnige collega uit Israël die je er dan weer liever niet bij wilt hebben)…  Binoche, in een lila satijnen jurkje, was zeer onderhoudend.

’s Avonds nog naar twee hardcore-artfilms: Rebecca H. (Return to the Dogs) van Lodge Kerrigan en Lung boonmee raluek chat (Oncle Bioonmee ceui qui souvient de ses vies intérieures), een onnavolgbare Boedhistische parabel, met onder meer een reïncarnatie die op de aapmensen uit Tim Burtons Planet of the Apes lijkt (met rode lampjes als ogen), een prinses met een verbrand gezicht, en een sprekende meerval.

Bijna niemand liep weg. Na afloop klonk er een minutenlang applaus. Ook dat was niet helemaal te bevatten.