jpekker

“Carla was geweldig. Ze werkte heel goed mee”


“Midnight in Paris… Dat was het eerste wat ik had: de titel. De titel is fantastisch. Er zit romantiek in en spanning. Maar wat er om middernacht moest gebeuren, wie elkaar moesten ontmoeten en wat hun achtergrond is… dat wist ik niet.” Regisseur en scenarioschrijver Woody Allen (New York, 1935) kijkt de kring rond, in een luxe suite van een hotel in Cannes, waar Midnight in Paris eerder dit jaar in wereldpremière ging. Dan vervolgt hij: “Ik heb er voor mijn doen best lang mee geworsteld. Op een gegeven moment vroeg ik me af wat er zou gebeuren als iemand uit onze tijd de kans kreeg mee te gaan met iemand uit een andere tijd. Waar dat idee vandaan kwam? Al sla je me dood. Voor hetzelfde geld had ik iets heel anders bedacht, en had ik de filmtitel moeten veranderen.”

Na Londen (Match Point, You Will Meet a Tall Dark Stranger) en Barcelona (Vicky Cristina Barcelona) is Woody Allens nieuwste romantische komedie gesitueerd in Parijs. En hoe; de film begint als promotiecampagne van de Parijse afdeling citymarketing, met plaatjes van de Eiffeltoren, de Moulin Rouge, de Champs Elysees, de Arc de Triomphe en de Pont Neuf. “Toen ik in 1964 voor het eerst in Parijs was, kende ik de stad alleen uit films. Uit Vincente Minnelli’s An American in Paris, dat soort films.”

“Parijs was voor mij een romantische, beeldschone, bijna mythische stad, waar iedereen elkaar op straat kuste. Toen ik er daadwerkelijk kwam, was het ontegenzeglijk anders dan ik me had voorgesteld, maar het was zeker niet slecht. Het was geen grote teleurstelling; de parken, de restaurants, de straten… Ik dacht bij mezelf: dit is een van de fijnste plekken waar ik ooit ben geweest. Ik heb er spijt van dat ik toentertijd niet serieuzer heb overwogen om er een tijdlang te wonen. Dat ik Parijs nu heb gekozen als locatie, betekent niet dat ik iets wil zeggen over de échte stad. Mijn Parijs is een soort film-Parijs. Het is een subjectieve, niet realistisch blik. Zoals mijn versie van Manhattan ook niet echt bestaat.”

Op klokslag middernacht stopt er in Allens film-Parijs voor de neus van een über-romantische Amerikaanse scenarioschrijver met literaire aspiraties een antieke Peugeot, die hem in een sukkelgangetje naar de jaren ‘20 van de vorige eeuw transporteert. Daar ontmoet hij een parade aan beroemdheden, van Scott Fitzgerald en Ernest Hemmingway tot Pablo Picasso, Salvador Dali en Cole Porter. Hij inspireert Man Ray en doet Bunuel het idee aan de hand voor El angel determinator, die hij in de jaren ’60 in Mexico zou maken.

Het filmaffiche – waarin het wereldvermaarde schilderij ‘De Sterrennacht’ boven de Seine is gefotoshopt – suggereert dat er in Midnight in Paris ook een rol is weggelegd voor Vincent van Gogh. Maar hoewel Allen daar ook op zinspeelde in een artikel in de New York Times ontbreekt van de Nederlandse schilder ieder spoor. “Ik heb er wel over nagedacht. Maar ik wilde in de eerste plaats dat de acteurs goed zouden lijken. En ik vond makkelijker een goed gelijkende Paul Gaugain en Edgar Degas dan een acteur met maar één oor. Het was om het even. Ik had even goed Monet, Pissaro of Cézanne kunnen nemen.”

De door hem verzonnen hoofdrolspeler probeert keer op keer in het verleden terecht te komen; zelf moet Allen er niet aan denken om terug in de tijd te reizen. “Als het leven je zwaar valt, kun je soms wensen dat je ergens anders bent. Als ik in Londen zou wonen of in Johannesburg of in Parijs, dan zou mijn leven er heel anders uitzien, denk je dan; dan zou ik al dat liefdesverdriet niet hebben. Of als ik in een andere tijd zou wonen, in het Parijs van de jaren twintig, bijvoorbeeld, dan zou ik mijn leven er heel anders uitzien; dan zou ik vast wél gelukkig zijn. Maar de waarheid is anders: als je erover dagdroomt, neem je alleen de positieve kanten in ogenschouw. Als je aan Parijs in de belle epoque denkt, denk je aan Gigi en Maxime, aan champagne en kaarslicht. Maar wacht even. Er waren heel veel verschrikkelijke dingen in die tijd: vrouwen gingen dood bij bevallingen, er heerste tuberculose en syfilis. Als je naar tandarts ging, kreeg je geen verdoving en er was ook nog geen airconditioning; de meeste dingen die mijn leven comfortabel maken waren er toen niet. Ik zou niet graag in een andere tijd leven. Het klinkt verleidelijk, maar het is een valstrik. Ik zou er wél graag een kijkje nemen, even lunchen ofzo, dat is een ander verhaal. Maar alleen met de zekerheid dat ik weer terug mag naar het hier en nu. In het heden ben je veel beter af.”

In Midnight in Paris is een opmerkelijke bijrol weggelegd voor Carla Bruni-Sarkozy; de Franse presidentsvrouw speelt een gids in het Musée Rodin. “Ik was met mijn echtgenote in het Ritz hotel in Parijs, ik geloof voor een jazzconcert, ik weet niet meer precies. Toen kregen we een uitnodiging van de president om te komen brunchen. Dus wij gingen. De president was er al, we aten wat en toen kwam zij binnen. Ze was zo groot en mooi en charismatisch en aardig. We raakten aan de praat en ik vroeg of ze geïnteresseerd zou zijn om in een van mijn films te spelen. Ze antwoordde dat ze geen tijd had. Ik zei haar dat ik een klein rolletje voor haar zou kunnen schrijven, en dat het haar nauwelijks tijd zou kosten. Twee of drie dagen. Dat wilde ze wel. Het leek haar leuk om later aan haar kleinkinderen te laten zien.”

Tijdens de opnames verschenen er berichten in de media dat de scènes van Carla Bruni-Sarkozy keer op keer opnieuw moesten, omdat ze telkens in de camera keek. Allen ontkent ten stelligste: “Ze was geweldig. We hebben helemaal niet zo veel takes gedraaid. Echt niet. Ze was alles wat ik dacht dat ze zou zijn, en helemaal niet lastig of hautain. Ze werkte heel goed mee; echt iedereen vond haar aardig.”

Het is maar een bijrol – In Midnight in Paris draait het, zoals in zo veel van Allens films, om een kunstenaar die er niet in slaagt een kunstwerk te produceren. “Ik vind dat nu eenmaal een leuk uitgangspunt. Het zorgt voor veel problemen. Voor hemzelf én voor zijn omgeving. De kunstenaar streeft naar een serieuzer bestaan; hij wil diepgang, niet alleen commercieel succes. Dat zorgt voor strubbelingen met zijn vriendin Rachel. Die wil dat helemaal niet. Zij is reuze tevreden met hun oppervlakkige leventje in Californië. Ze hebben een fijn huis, zijn omringd door luxe, en ze geniet van de voordelen van de roem die hij haar kan geven. Dat zorgt voor genoeg conflictstof.”

De tobbende kunstenaar wordt gespeeld door Owen Wilson; hij heeft exact hetzelfde loopje als Woody Allen en exact dezelfde dictie. De regisseur ziet dat anders: ‘Owen is in feite het tegenovergestelde van wat ik ben. Ik ben Oostkust, een echte New Yorker: Europees. Owen is een kind van de westkust: hij komt uit Los Angeles, is heel relaxed, houdt van het strand en surfen. Die hele houding geeft zijn personage een enorme extra dimensie; had ik zo nooit voor andere acteur kunnen schrijven.”

In zijn recente films werd de Woody Allen-rol ook al door andere acteurs gespeeld; in Whatever Works speelt Larry David de rol die hij zelf had kunnen spelen, in You Will Meet a Tall Dark Stranger heeft Anthony Hopkins de Allen-rol. Maar in zijn volgende, The Bop Decameron, zal Allen – hij is de zeventig inmiddels ruimschoots gepasseerd – zelf weer te zien zijn, naast onder anderen Alec Balwin, Ellen Page, Penélope Cruz, Jesse Eisenberg, Judy Davis en Roberto Benigni.

De romantische komedie is gesitueerd in Rome. “Ik kan in principe overal een film maken als iemand me een zak geld geeft. Als je nu een pak geld op tafel legt met de opdracht een script te schrijven dat is gesitueerd in Bora Bora schrijf ik dat, terwijl ik er nog nooit ben geweest. Geen probleem. Ik heb het al eerder gezegd: ik ben overal bang voor, maar het enige waar ik niet bang voor ben is een writer’s block. Nooit gehad. Het is een angst die ik niet ken. Nog geen seconde. Schrijven is me eigen, het is wat ik ben. Als ik ga zitten, kan ik schrijven. Vanaf mijn zestiende heb ik geschreven voor televisieshows. Dat was live, iedere zaterdagavond. Voor een publiek. Dan kon je ook niet op je muze gaan zitten wachten.”

Midnight in Paris van Woody Allen draait nu in de Nederlandse bioscopen.