jpekker

Cannes Dag 8: woensdag 22 mei

Toen ik gisteravond laat op mijn kamer zat te tikken werd ik gebeld. Een onbekend Frans nummer. ‘Spreekt u Frans?’ zei een vrouwenstem in het Frans, nadat ik aarzelend mijn naam had gezegd. Ze was van de beveiliging van het festival; of ik mijn portemonnee kwijt was? Hij was gevonden onder de stoel waar ik eerder die avond Grigris had zitten kijken.

Poeh, nu stop ik tijdens evenementen als dit alleen het hoognodige in mijn portemonnee, maar het was toch vervelend geweest als ik er de volgende dag zelf achter was gekomen, als ik ergens stond af te rekenen. Ik pakte de fles wijn die ik ’s middags na afloop van het interview met Guillaume Canet en Clive Owen had gekregen en sprong op mijn fiets, een kwartier later zat ik weer te tikken. Cannes onveilig?

Opnieuw de uitnodiging van sponsor Electrolux moeten afzeggen, die iedere middag sterrenkoks een lunch laat bereiden. Het lukt me ook niet om in te gaan op de traditionele uitnodiging van de burgemeester van Cannes, voor een Provençaalse lunch op het grote plein. Interviews (onder anderen met Hany Abu-Assad, Paolo Sorrentino) en persconferenties (Only God Forgives) slurpen namelijk ook nog steeds veel tijd op.

Mooiste film van het festival gezien: het zinderende La vie d’Adèle – Chapitre 1 & 2 van de Frans-Tunesisch acteur, filmregisseur en scenarioschrijver Abdellatif Kechiche (La Graine et le Mulet), over de coming of age en coming to terms van een jong meisje. Opgenomen toen het homohuwelijk in Frankrijk nog niet bij wet geregeld was, met minutenlange, expliciete seksscènes tussen de formidabele hoofdrolspeelsters Adèle Exarchopoulos en Léa Seydoux.

Dit is andere koek dan Michael Douglas en Matt Damon in Behind the Candelabra, zal ook jurylid Nicole Kidman moeten erkennen, die vorig jaar nog zo werd bejubeld vanwege haar dappere optreden in The Paperboy (ook andere koek).

Het zijn overigens niet alleen de expliciete scenes waarin Adèle Exarchopoulos indruk maakt, elke oogopslag, elk beweginkje klopt; zij ís Adèle, en dat drie uur lang. Adèle Exarchopoulos is net zo’n ontdekking als eertijds Émilie Dequenne in Rosetta van de gebroeders Dardenne.

Voor aanvang van de voorstelling brak er overigens nog een klein volksoproer uit. Toen het opeens steeds harder begon te regenen, en er gejoeld en geschreeuwd werd dat de deuren van Salle Debussy open moesten, maakten de bewakers zich uit de voeten. Twintig minuten duurde het; wie geen paraplu had en niet bij iemand anders mocht schuilen was doorweekt. Toen de bewaking eindelijk terugkeerde, werd er flink gescholden, ook op de vrouw die mij de avond ervoor mijn portemonnee had terugbezorgd.