jpekker

Boudewijn Koole over Beyond Sleep: “Alles gebeurt in het hoofd”

beyond_sleep_36000346_st_4_s-low

Boudewijn Koole komt uit de documentairehoek en dacht eigenlijk nooit na over speelfilms. Het boeide hem niet, een set en een grote crew leken het vooral veel gedoe. Totdat hij op een dag scènes begon te bedenken die niet echt waren, die niet in zijn documentaires pasten. Boekverfilmingen leken hem ook niks. Iets van iemand anders verfilmen, dat zag hij nooit als optie. Totdat Koole een jaar of tien geleden op vakantie in Zweden Nooit meer slapen herlas.

“Als ik ooit een boek wil verfilmen, is het dit, dacht ik direct. Ik had het eerder gelezen toen ik een jaar of twintig was. Toen greep het me ook al, maar ik had niet door wat Hermans allemaal overhoop haalde. Wat onderzoekt hij? Volgens mij draait het om de vraag wat er overblijft als je een mens alles ontneemt. En het feit dat we zo nietig zijn. Dat kun je natuurlijk niet alleen met taal verwoorden, dacht ik, maar ook prima met cinema verbeelden.”

Nooit meer slapen heeft lang de reputatie gehad onverfilmbaar te zijn. Nadat W.F. Hermans zelf een vergeefse poging had gedaan om een filmscript te schrijven, hebben tal van scenaristen hun tanden erop stukgebeten. Lange tijd lagen de rechten bij regisseur Gerrard Verhage, maar toen die in 2008 overleed, rook Koole zijn kans. Hoewel, het duurde nog een jaar voordat hij Verhages producent Hans de Wolf benaderde; vervolgens gingen ze samen naar uitgeverij De Bezige Bij.

“Hermans’ zoon Ruprecht zei: wat voor soort film het wordt, maakt mij eigenlijk niet zoveel uit. Wij hebben maar één belang bij een verfilming, en dat is dat de film wereldwijd veel publiciteit genereert en dat er veel boeken worden verkocht. Zij vonden eigenlijk maar één Nederlandse regisseur geschikt, en dat was Paul Verhoeven. Ik had weinig tot niks waarmee ik kon laten zien dat ik het ook zou kunnen, maar heb hem toch een superambitieuze brief geschreven wat ik met het boek zou willen. Dat ik ook een film wilde maken die in Cannes ging draaien en voor de Oscars ging – een gruwelijk grote bek voor een jongen die één tv-film had gemaakt. Ik geloof dat ik vijf brieven heb gestuurd, Ruprecht heeft er geen een beantwoord. Ik heb vloekend rondgelopen.”

beyond_sleep_36000346_st_6_s-lowbeyond_sleep_36000346_st_1_s-low
Toen maakte Koole Kauwboy, en die won zoveel prijzen dat Koole dacht: die grote bek was toch niet helemaal op niks gestoeld. “We zijn toen opnieuw om de tafel gaan zitten bij De Bezige Bij, waar we precies hetzelfde gesprek voerden met Ruprecht. Hij beheert de rechten met een enorme hartstocht voor het werk van zijn vader. Hij zegt terecht: er zijn niet zoveel goeie Nederlandse films, dus waarom zou ik de rechten van dit prachtige boek aan een Nederlandse regisseur geven? Dat gekneuter… dat komt dan in Middelburg op een festival?! Wat heb ik daaraan. Ik sta ervoor open, maar overtuig me. Op wat voor manier wil jij het dan doen?”

“Toen is hij met zijn familie naar Kauwboy gaan kijken – hij is een groot filmliefhebber en heeft thuis een groot doek. Daarna zei hij: je krijgt de rechten. Ze hadden genoten van Kauwboy, maar hij bleef wel realistisch. Het acteren in Nederlandse films vindt hij bijvoorbeeld vaak niet goed. Dat klinkt niet. Daarom heeft hij afgedwongen dat er een internationale cast op zou zitten, dat de film Engels gesproken zou zijn, en niet Nooit meer slapen, maar Beyond sleep zou heten. Hij zei: ik vertrouw op jou, jij moet alle vrijheid hebben. Maar ik bouw een heel apparaat om je heen waarmee ik je kan beschermen. Als een producent, distributeur of sales agent zijn werk niet goed doet, wil ik contractueel vastgelegd hebben dat ik kan ingrijpen.”

Het maakte de verfilming bijna onmogelijk. Ruprecht eiste bijvoorbeeld dat het budget boven de 3,5 miljoen euro zou komen, dat de film op een groot internationaal festival in première zou gaan, en in het buitenland in de bioscoop uitgebracht zou worden. “Wij hebben heel omfloerst uitgelegd dat het zo niet werkt; dat we zulke zaken niet konden garanderen. We konden wel beloven dat we alle stappen zouden zetten om het voor elkaar te krijgen.”

Koole wilde zelf ook een Europese film maken. Daarom zocht hij zijn hoofdrolspeler eerst in Duitsland en Engeland. “Ik heb wel dertig Britse acteurs gezien. Ook Eddie Redmayne, die nu de hoofdrol speelt in The Danish girl. Maar ik vond Reinout Scholten van Aschat gewoon beter. Dus toen zijn we weer langsgegaan bij Ruprecht. Ja, dat gaat ver. Maar ik vond het ook mooi. En ik wil wel naar Cannes, maar op mijn eigen manier.”

Vorige week dinsdag heeft Koole de film laten zien aan Ruprecht en een aantal mensen van het Willem Frederik Hermans instituut en De Bezige Bij. “Ze vonden het prachtig. Ruprecht lachte, hij gaf me een hand en zei: het is een mooie film. En hij vond Reinout ook heel goed. Hij vond het ook fijn dat de film naast het boek zit, hij was blij dat het geen verfilming is. Dat kan ook helemaal niet. Verfilmen is het domste wat er is. Mijn film is geïnspireerd op.”

beyond_sleep_36000346_st_8_s-low
beyond_sleep_36000346_st_3_s-low
Met de première in Rotterdam is Ruprecht ook tevreden. “We hebben lang op Berlijn gewacht. Kauwboy heeft er prijzen gewonnen, ik heb met dat prijzengeld deels deze film gemaakt. Reinout gaat als shooting star naar het festival. Maar we hoorden maar niks. En Rotterdam wilde ons heel graag. Toen ben ik weer met Ruprecht gaan zitten. Ik zei: we hebben een afspraak, maar dit is de situatie, wat vind jij? Hij vond Rotterdam prima. En de koningin komt, dat levert ook weer publiciteit op!”

Dan gaat de bel: er worden bloemen afgeleverd. Ze zijn van De Bezige Bij. “Wat lief,” zegt Koole. “Ze zijn echt heel blij.”

Terwijl Beyond sleep bepaald geen makkelijke film is. “Ik bekijk wat nodig is om mijn publiek mee te nemen in het verhaal, welke informatie nodig is en wat niet. In het begin zoekt Alfred iets, dan zie je zijn tegenspelers, en ontdek je een soort van plot. En zo snel mogelijk maak ik duidelijk dat het daar niet om gaat; dat je op iets anders moet focussen.”

Het wordt pas interessant als je in het hoofd van Alfred Issendorf belandt, meent Koole. “Als je je afvraagt waar hij bang voor is, wat hem bezighoudt. Is dat echt het succes? Wil hij echt beroemd worden? Het is een vrij slimme jongeman, dat kan toch niet alleen zijn drijfveer zijn? Hij loopt dagenlang op die toendra, dan verwacht je toch een eindeloze fascinatie voor stenen? Maar Alfred heeft geen enkele fascinatie voor geologie. Hij ziet die stenen niet eens. Dan realiseert hij zich: ik heb weer niet gekeken, ik heb lopen denken.”

In het begin van de film heeft Alfred een nachtmerrie: een piepkleine Alfred staat in backpackersornaat in te hakken op de onderbuik van een naakte, slapende vrouw. Als ze hem als een mug dreigt te pletten, schrikt hij wakker. “In het boek denkt Alfred de hele tijd aan Dido, het vriendinnetje van zijn zus. Die erotiek is natuurlijk wel van belang bij een 25-jarige die in zijn eentje de natuur in loopt. Maar die Dido zit in zijn hoofd. Alles zit in zijn hoofd. Dat was de grote uitdaging: kan ik een film maken die zich bijna in zijn geheel in iemands hoofd afspeelt?”

Hij kwam er eerst niet uit, met Dido en die pseudo-erotiek. Toen zag hij Alfred opeens in zijn eigen droom op een enorme vrouw lopen. “Opeens herinnerde ik me mijn vreugde bij een soortgelijke krankzinnige scène in Hable con ella van Pedro Almodovar, waarin een mannetje in een enorme bordkartonnen vagina in loopt. Het was een soort pauzefilmpje, een nodeloze onderbreking, tegen alle filmwetten in. Dat wilde ik ook. Het vertelt de kijker: deze film is net iets anders dan anders.”

Beyond sleep is vanaf 11 februari in de bioscopen te zien.