jpekker

Schilders maken andere films dan filmmakers

Pixelwalk van Hannah Kay Piché

De afdeling Voorheen Audiovisueel (VAV) van de Gerrit Rietveld Academie combineert disciplines als film, video, animatie, geluid, nieuwe media, beeldende kunst, schilderen, performance en vertelkunst. In een ideale wereld leidt dat tot aanstekelijke disciplinaire dubbelzinnigheden, want schilders maken andere films dan filmmakers.

Veel afstudeerwerk van de dertig jonge, uit alle hoeken van de wereld afkomstige performers, uitvinders, vertellende en tekenende schilders, filmende installatiemakers en timmerende en bouwende verbeeldenaars is echter teleurstellend recht-toe-recht-aan. Dat geldt – zoals de laatste jaren te doen gebruikelijk – met name de producties die in de filmzaal worden vertoond.

‘N’ as in No van Niels Albers, over twee jongens die een potje ‘real live’ galgje spelen, is weinig meer dan een matig getimede grap, A Song of Oblivion van Jonas Taul en Drama van Ivana Paponja lijden onder de veronderstelling dat als het zwart-wit en/of onbegrijpelijk is, het vanzelf kunstzinnig en dus goed is. De documentaires KABULTEHRANKABUL van Aboozar Amini biedt een persoonlijke blik op uit Afghanistan gevluchte vrouwen in Iran; sommigen dromen van een terugkeer, anderen al lang niet meer. De beste ‘bioscoopfilm’ is het twintig minuten durende Bachesh van de jonge, uit Afghanistan gevluchte Dawood Hilmandi, wiens 3e-jaarsfilmpje Bekhawy vorig jaar al op het Rotterdams filmfestival te zien was. Bachesh is een persoonlijk en indringend oorlogstrauma, boordevol schitterende visuele vondsten én een aantal clichébeelden. Hilmandi is inmiddels aangenomen op een filmschool in Londen.

Naast ‘N’ as in No maakte Niels Albers nog twee films, over zijn twee oma’s. In Oma Albers, één boon (23’19) laat hij een oma vertellen over de honger in het Jappenkamp; in de 3-schermen installatie Oma Huijser, herinneringen ingelijst is zijn andere oma in de weer met naald en draad. De gecombineerde presentatie, tegen de beide zijden van een witte muur, is een meerwaarde.

Hetzelfde geldt voor de twee werken van Alsi Toy. In Bende Özledim laat ze een enorme stoet Turkse Nederlanders herinneringen ophalen aan hun favoriete Turkse films en filmsterren – er lijkt geen eind aan te komen, maar doordat Bende Özledim niet in de bioscoop maar als installatie wordt gepresenteerd, hoef je ook niet van begin tot het einde te blijven zitten. Aan de andere kant van het wandje wordt het tweede, prikkelender werk van Toy vertoond: Samanyolu, een scène uit het gelijknamige Turkse melodrama uit 1967 waarin Toy de hoofdrolspeelster verving door haar eigen silhouet.

Van veel van de nieuwbakken ‘Bachelors of Fine Arts’ vraag je je af waar ze in hemelsnaam terecht moeten komen: hun films worden danwel gekenmerkt door technische onvolkomenheden, danwel door een schrijnend gebrek aan durf, zeggingskracht en ideeën – ook over het medium zelf. Een van de gunstige uitzonderingen is Eliane Willeumier. Zij toont onder meer een registratie van een sessie ‘wild beamen’ in Breda, waarin een vrouw halsbrekende capriolen lijkt uit te halen tegen de gevel van een pand aan de Grote Markt. Ook de projectie over vier wanden van een soort berglandschap dat een liggend lichaam blijkt te zijn intrigeert – mede door de subtiele, dreigende muziek van Jens Duringhof.

Your Nose is Bleeding van Quintus Masius (geen VAV, maar interaction design – unstable media) is een compilatie van fragmenten uit Hollywoodfilms met mensen met een bloedneus – van Quentin Tarantino’s Pulp Fiction tot Babel van de Mexicaan Alejandro González Iñárritu. Fraai gemonteerd, leuk om te bedenken waar al die fragmenten ook alweer uitkomen, maar verder ook niet al te veelzeggend.

De beste audiovisuele werken zijn gemaakt door Hannah Kay Piché. In haar derdejaarsfilm Pixelwalk, een videoloop van 51 seconden, wandelt een handmatig gepixelde, naakte vrouw door een herfstbos. Het is een ommetje over de grenzen van de digitale en de echte wereld: de vrouw is niet naakt maar draagt een pak, gemaakt van allemaal kleine, vierkante lapjes stof. De vrouw keert terug in een tweede, verstilde video Unrest en in een aantal Erwin Olaf-achtige foto’s: ze is erin gefotoshopt, zeer zorgvuldig, tot de spiegelingen in het zwembad aan toe. Ze is overal, maar ze is er ook weer niet echt.

Binnen de afdeling VAV wordt overigens niet alleen aandacht besteed aan de ontwikkeling van het bewegende beeld. Eigenlijk kan alles, bewijst de Brit Alex Farrar. Hij creëerde een witte ruimte, met hoogpolig tapijt – zo wit dat je er bijna niet naar binnen durft. Tegen de muur staan negentien ingelijste, blanco contracten, met in de linker onderhoek Farrar’s naam en handtekening. De blanco contracten zijn te koop, de prijs stijgt naarmate er meer worden verkocht en Farrar’s carrière dus in een stroomversnelling belandt.

De blanco contracten hangen niet, om te benadrukken dat ze pas klaar zijn als ze worden verkocht en de nieuwe eigenaar voor de keuze komt. Een onbeschadigd kunstwerk aan de muur of een uit de lijst gehaald blanco contract, dat boven de handtekening kan worden bedrukt zodat het tegen de kunstenaar kan worden gebruikt.

Rietveld’s Eindexamenexpositie VAV. T/m zondag 11 juli in de academiegebouwen aan de Frederik Roeskestraat 96. www.gerritrietveldacademie.nl