jpekker

Jordan Wolfsons Colored sculpture in het Stedelijk: ‘Critici hoeven het niet mooi te vinden’

jordan1_original

Toen Colored sculpture van de Amerikaanse kunstenaar Jordan Wolfson dit voorjaar te zien was bij de David Zwirner Gallery in Chelsea, New York stonden er lange rijen voor de deur. Dat valt te begrijpen. In het fascinerende, tikje angstaanjagende werk hangt een roodharig joch aan zware kettingen in een stalen raamwerk. Zijn bewegingen worden aangestuurd door een computer; aanvankelijk zijn ze rustig en elegant, de ritmische dans verandert echter al snel in een gewelddadige danse macabre. Plotseling overstemt de hit van Percy Sledge uit de jaren zestig When a man loves a woman het indringende geratel van de kettingen. En probeert de geketende jongen – met behulp van ingenieuze gezichtsherkenningstechnieken – contact te maken met het publiek. Het helpt niks, de pop is machteloos; een speelbal van zijn programmeurs.

Het overrompelende spektakel is nu te zien in het Stedelijk Museum, dat sinds vorig jaar een generatie kunstenaars toont die in hun werk reflecteren op de impact van digitale communicatie en informatietechnologie op ons leven. Wolfsons expositie manic / love / truth / love bestaat uit twee delen: manic / love, met zijn doorbraakwerk Colored sculpture, en vanaf februari truth / love, waarin Wolfsons eerste ‘animatronic’ te zien is: het verleidelijke, maar ook angstaanjagende Female figure uit 2014.

Wolfson (New York, 1980) deed het idee voor zijn computergestuurde creaties op in Walt Disney World, het gigantische amusementspark in Orlando, Florida. Vier jaar geleden zag hij er The Hall of Presidents, een animatronicsshow waarin alle 44 Amerikaanse presidenten – breed gesticulerend – het publiek toespreken. “Vooral de manier waarop Barack Obama zijn handen gebruikte, vond ik heel bijzonder. Ik wilde dat mijn werk net zo’n lichamelijkheid zou hebben.”

e8916b4ad67b510a1bf8c136bca547c7

Was er een verhaal dat verteld moest worden, of zijn je animatronics louter het resultaat van de technische mogelijkheden?
“Ik had geen verhaal in mijn hoofd. Ik zie mijn werken als gestructureerde situaties, die zijn opgebouwd uit verschillende componenten. In het videowerk Raspberry poser, bijvoorbeeld, dat ook te zien is in het Stedelijk, zitten de componenten een skinhead, een rondzwevend condoom, het hiv-virus, Parijs en New York. Die elementen heb ik samengebracht in een compositie. Dat is het ingewikkeldste onderdeel: de compositie creëren.”

Wat zijn de componenten van Colored sculpture?
“De kettingen, het takelsysteem, de pop… Ik was van tevoren gewaarschuwd dat het niet zou werken; dat de ogen niet zo zouden kunnen bewegen als ik wilde en dat er geen video’s in te zien konden zijn. Maar toen vond ik een bedrijfje dat wel kon maken wat ik wilde. Ik ben er goed in om me te omringen met de beste mensen. Ik weet niet of het te maken heeft met mijn open en optimistische levenshouding, doordat ik zo gedreven ben of gewoon door geluk, maar ik vond de mensen, die zo’n beetje alles mogelijk konden maken wat ik wilde.”

U spreekt zelf van een sculptuur. Ik moest denken aan de middeleeuwse praktijk van vierendelen en Colored sculpture heeft ook veel van een performance, van een boks- wedstrijd of een wreed soort ballet…
“Ik weet dat het door veel mensen als theater wordt gezien, maar zo heb ik het niet bedoeld. Ik geloof weliswaar dat alle kunst een vorm van theater is, maar er is een belangrijk verschil, want bij theater zitten mensen in een zaaltje voor het podium en in een galerie of een museum verhoud je je op een heel andere manier tot het kunstwerk. Ik had Colored sculpture graag zonder omheining getoond, zodat je nóg dichterbij kon komen, maar dat is om juridische redenen en veiligheidsredenen onmogelijk.”

jordan2_original

Door zijn rode haar en sproetjes doet je jongensrobot denken aan iconen uit de popcultuur als Huckleberry Finn, Howdy Doody, Chucky en Alfred E. Neuman, het gezicht van MAD Magazine. Zit er eigenlijk ook iets van uzelf in hem?
“Ik ben een stoute jongen. Een bedrieger, een lastpak, een amokmaker – maar op een speelse manier; ik ben nieuwsgierig en ondeugend. Maar het werk is niet autobiografisch, er zitten wél autobiografische elementen in, zoals in fictieboeken ook iets van de auteur zit. Ik ben het niet echt. Maar ik ben het ook niet níet. Het is niet alleen mijn verhaal, het gaat óók om de compositie en om de choreografie, die tot op de millimeter georkestreerd is.”

Hoe ging dat in zijn werk?
“Ik bedacht verschillende scènes. Het begint terloops, dan volgt een gewelddadige scène, dan heb je een scène met dialoog, dan nog een gewelddadige scène, waarin hij min of meer wordt gestraft voor de dialoog, en het eindigt weer met een alledaagse, niets-aan-de-handscène. Het zijn verschillende delen, niet echt een verhaal.”

Waarom gebruik je Percy Sledge’ When a man loves a woman?
“Dat ging heel intuïtief. In eerste instantie wilde ik helemaal geen muziek gebruiken, het geluid van de kettingen is al sterk genoeg. Toen hoorde ik When a man loves a woman, een klassieker van een Afro-Amerikaanse man. Het gaat over liefde en is heel intens. When a man loves a woman / he’d give up all his comforts / and sleep out in the rain … Dat is een vorm van hysterie, een soort psychose. Maar nogmaals: ik wil geen verhaal vertellen. Het werk zegt wel iets over een geperverteerd gevoel dat ik heb; een bepaalde spanning, een gevoel van euforie, noem maar op. En het nummer draagt bij aan de sfeer, waardoor de kijker zijn eigen verhaal kan maken. Er zijn honderden verschillende verhalen mogelijk.”

Denkt u weleens aan een publiek?
“Nooit. Ik maak wat ik zelf wil maken. Ik heb het laatste woord en niemand anders. Ik denk dat dat de oorzaak is voor mijn succes. Het is míjn werk. Ik vraag me nooit af wat het publiek ervan vindt, of de critici.”

De critici zijn unaniem lovend.
“Maar ze hoéven het niet mooi te vinden. Kijk, hoe val je in slaap? Je valt niet in slaap door heel hard je best te doen. Op die manier val je nooit in slaap, het gebeurt gewoon. Zo werkt het ook met mijn kunst. Ik probeer niet authentiek te zijn, ik ben gewoon mezelf.”

dscf8654

Waarom is Colored sculpture eerst in het Stedelijk te zien en het oudere Female figure pas in februari?
“Dat weet ik niet. Dat wilde het Stedelijk graag. Ik denk dat het museum het graag als eerste in Europa wilde laten zien. Mij maakt het niks uit, maar zo werkt de kunstwereld nu eenmaal.”

Hebt u veel met de kunstwereld?
“Ik houd ervan om kunst te maken. Tenminste, zoals het nu gaat; het geworstel uit mijn beginjaren mis ik niet. In mijn video The Crisis [uit 2004, ook te zien in het Stedelijk] zie je mij worstelen. Ik was 23 jaar, net klaar met mijn opleiding en ik was bang. Ik had geen idee hoe je een belangrijk werk moest maken – of ik dat überhaupt kon. Dat vertel ik, in een soort vlaag van helderheid. Op een bepaalde manier is het satire, aan de andere kant is het ook heel authentiek. Ik vind het wel een dapper werk voor een jonge kunstenaar.”

Is er sindsdien veel veranderd?
“Ik ben nog altijd dezelfde, maar ik begrijp mezelf veel beter. Toen ik jong was, wist ik niet wat ik met mijn stress en angsten aan moest. Het had ook wel wat, dat gevecht om erkenning. Dat jaar kreeg ik shows in het Kunsthaus Zürich, waar Beatrix [Ruf] destijds nog directeur was, in het Whitney Museum in New York en nog een aantal galeries. Ik was opeens overal, en daar was ik ook niet klaar voor. Ik deed wat ik dacht dat er van me werd verlangd en was veel te veel bezig de critici te pleasen. Daardoor kwam ik in een nog grotere depressie terecht. Het waren drie, vier verschrikkelijke jaren. Ik ben met mezelf aan de slag gegaan. Ik ben beter voor mezelf gaan zorgen; ik ben gaan mediteren, ben me gaan verdiepen in het boeddhisme en gezonder gaan eten, en opeens was de donkere wolk weg. Mijn demonen zijn weg. Althans, ik heb het gevoel dat ze me geen kwaad meer kunnen doen. Dat is een machtig gevoel. Dat zie je in mijn werk, dat ik mijn gewelddadige kant, mijn manische wanhoop, grensoverschrijdend gedrag en al die dingen inmiddels kan accepteren. Ze komen uit me, zonder dat ik er iets van hoef te vinden. Ik laat het het gewoon zien, wat anderen er ook van vinden. Fuck it!”

manic / love / truth / love van Jordan Wolfson is te zien in het Stedelijk Museum. Deel 1: manic / love t/m 29 januari. Deel 2: truth / love van 18 februari t/m 23 april.

img_5784