jpekker

Guido van der Werve toont de naakte mens. Al copulerend.

A013_C001_0101SJ

Het had Guido van der Werve wel leuk geleken om rennend geïnterviewd te worden; duursport speelt immers een belangrijke rol in het werk van de beeldend kunstenaar. In de overrompelende film Nummer veertien, home zwemt hij 26,6 km, fietst hij 1388,12 km en loopt hij 289,13 km hard, waarmee hij de afstand overbrugt tussen de begraafplaatsen van het hart en het lichaam van zijn favoriete componist Frédéric Chopin. In Nummer dertien: Emotional poverty loopt hij twaalf uur lang rondjes om zijn huis in de bossen ten noorden van Helsinki.

Op het laatste moment moest het plan echter worden bijgesteld, Van der Werve is geblesseerd. We spreken daarom af in de restaurant De Ysbreeker, wat óók weer toepasselijk is; in het geweldige Nummer acht wandelde Van der Werve over het ijs op de Botnische Golf terwijl een gigantische ijsbreker hem kort op de hielen zit.

“In de kunstwereld wordt best wel veel gedronken,” vertelt Van der Werve (Papendrecht, 1977), terwijl hij een chocoladecroissant verorbert. “Ik had niet echt een alcoholprobleem, maar ik werd wel altijd dronken op de opening van mijn eigen show om er sociaal een beetje doorheen te komen. Op een gegeven moment had ik elke week een show. Als je foto’s uit die tijd bekijkt, heb ik een heel opgeblazen hoofd. Ik ben toen gaan hardlopen, dat gaf me structuur.”

guidovdwerve

In 2008 ging het roer om. Aanvankelijk liep Van der Werve kleine afstanden, op een gegeven moment trainde hij meer dan twintig uur per week en ging hij zich steeds hogere doelen stellen. Hij liep een marathon binnen drie uur en haalde de finish van de extreem zware triatlon van Norseman, Noorwegen. Beide wapenfeiten zijn opgenomen in het kloeke boek Nummer vijftien, at war with oneself, een bundeling van zijn werken uit de periode 2008-2012, allemaal gebaseerd op sport. Vervolgens probeerde hij zich te kwalificeren voor het WK Ironman, wat keer op keer mislukte door een maagprobleem.

Van kunst kwam steeds minder, Van der Werve kwam in een ‘slaapstand’ terecht. “Ik werd wakker, ging rennen, stretchen, lunchen, controleerde mijn mails, at nog wat, keek een film en las wat en dan was de dag weer voorbij. Dat heb ik twee, drie jaar gedaan. En ondertussen werd de wereld een hel. Toen ben ik maar gaan schrijven.”

Hij begon maandagochtend, zondagavond had hij een heel boek geschreven. “Ik heb nauwelijks geslapen die dagen. Al die verstokte creativiteit moest eruit. Het is best wel een oké boek, maar ik weet nog steeds niet wat ik er precies mee moet.”

Van der Werve besloot drie urgente scènes te verfilmen uit zijn eigen pseudo-autobiografische dystopie over de steeds grotere kloof tussen de wat hoger opgeleide, culturele mens en de populisten. “Ik had niet de intentie om echt een statement te maken, maar had het idee dat ik ergens aan lijd wat door meer mensen als het probleem van deze wereld wordt gezien. In het beste geval houdt het werk een spiegel voor.”

A030_C002_0101QI

Maar eerst maakte hij in zijn vertrouwde stijl de tweeschermsinstallatie Nummer zeventien, killing time attempt one: from the deepest ocean to the highest mountain. Op het linkerscherm staat Van der Werve een uur of tien in zijn tot de rand gevulde bad, op het rechterscherm laat hij zich even lang op zijn bed vallen – er staat steeds aangegeven op welke hoogte hij zich bevindt.

Daarna zette hij zich met nieuwe energie aan Nummer zestien: The present moment. Op het eindresultaat zijn op drie schermen drie groepen mensen te zien, begeleid door een eigen compositie op pianola. De eerste groep toont de kwetsbaarheid van het bestaan, de tweede is op zoek naar innerlijke rust en evenwicht, de laatste groep toont de onmisbaarheid van intimiteit. “Het bouwt langzaam op. Ik heb gewerkt met naaktmodellen, een groep mensen die een burn-out hadden, en voor de laatste scène heb ik de hulp ingeroepen van Kim Holland. Ik was op zoek naar een bepaalde echtheid. Daarom wilde ik amateurs en hobbyisten, geen strakke pornoacteurs. Ik heb nooit veel seksualiteit toegelaten in mijn werk, maar nu moest het.

Hij is niet bang voor de reacties op zijn even confronterende als monumentale altaarstuk, dat vier avonden te zien is in de Oude Kerk. “Het is weliswaar een kerk, maar hij staat midden op de Wallen. Oude schilderijen in kerken kunnen ook best gruwelijk zijn, maar dit is wat realistischer. Het was niet mijn bedoeling om een shockerend werk te maken. Het is al te zien geweest in New York. Het komt redelijk hard binnen, heb ik daar ervaren, iedereen liep wat afgestompt rond.”

Guido van der Werve: Nummer zestien, 4 t.e.m 8/4, m.u.v. woensdag, 20.00 uur in de Oude Kerk. Nummer zeventien, 7/4 t.e.m 7/5 bij Galerie Juliette Jongma, Gerard Doustraat 128a.

A042_C001_0101OD