jpekker

Cannes, Dimanche 17 mai 2015

IMG_0497

En dan opeens is het 10 over 6 en staan er 7 interviews op mijn iPhone. En slaak ik een diepe, diepe zucht. Aan het begin van de dag had ik mijn schema (én de locaties) nog eens goed gecheckt en gedubbelcheckt: alles zou moeten passen. In theorie. Maar de praktijk is weerbarstig in Cannes.

Mijn eerste interview was met de Italiaanse regisseur Nanni Moretti. Ik stond in de lift van de vreemde club Silencio met zijn Amerikaanse hoofdrolspeler John Turturro; we hadden het over David Lynch. Het interview met Moretti was op het dakterras, met drie anderen en een (goeie) tolk. Meestal duren zulke sessies maximaal 25 minuten, maar na een half uur zat Moretti’s PR-agente nog rustig een sigaretje te roken. En kreeg ik het een beetje benauwd, want ik had nog een kwartier om naar Nikki Beach, aan de andere kant van de Croisette, te komen voor mijn interview met het enorme Hongaarse talent Lászlo Nemes.

Na 35 minuten meldde de PR-assistente dat er nog tijd was voor één laatste vraag, waarop Moretti’s antwoord er na een lang betoog op neerkwam dat hij ‘m niet kon beantwoorden. In vliegende vaart naar Nikki Beach gerend, terwijl de zon onbarmhartig scheen – het is in geen jaren zulk fijn weer geweest tijdens het festival. Daar waren de eerste interviews natuurlijk uitgelopen; het zweet stond voor niets op mijn rug.

IMG_0483

Maar goed, voor de intelligente, zelfbewuste Nemes wil ik wel een sprintje trekken. Hij vertelde dat niemand in zijn film geloofde, maar dat hij nu mails krijgt van producenten die zijn mails nooit beantwoorden. En dat Hongarije trots op hem is, maar dat hij niet verwacht dat er meer dan 1200 mensen komen kijken, ook al wint hij de Gouden Palm, wat hij overigens niet hoopt – het idee beangstigt hem.

Ook dit gesprek duurde lang; na 20 minuten liepen 2 journalisten weg terwijl Nemes over Auschwitz aan het praten was, en waren we nog met 3. Tot slot beloofde hij mij zijn drie kortfilms te sturen; ik ben benieuwd hoe betrouwbaar hij zelf is.

Een vette pizza gegeten en door maar mijn interview met Benecio Del Toro. Op de zachte zwarte banken viel ik bijna in slaap; dat kwam ook door Del Toro. Daarna kwam ik NRC-journalist Coen van Zwol tegen die me waarschuwde dat hij op het NRC-blog had gezegd dat hij een film blindelings vijf ballen geeft als ik een film één bal geef. Daar kan ik het mee doen. Toen moest hij door naar een junket voor een film die hij nog niet had gezien.

FullSizeRender-7

Ik moest ook door. Ik moest op zoek naar Eden Beach voor mijn gesprek met Amy-regisseur Asif Kapadia. Maar waar zat dat precies? Tussen het Carlton en het Miramar Hotel, maar waar dan? Het bleek de strandtent te zijn die vorig jaar nog Mandala Beach heette. Ik was er op tijd. Zo erg op tijd dat ik ook nog even kon praten met de producent en de editor van Amy – eigenlijk doe ik maar één gesprek per film, maar ik was er nu toch… Gesprek met Kapadia ging goed; ik zat op de juiste plek en kon de ene na de andere vraag stellen, waaronder tot drie keer toe of hij niet begreep dat Amy Winesteins vader teleurgesteld was in zijn film.

Toen ik vervolgens het festivalpaleis binnen liep, zag ik dat ik een oproep had gemist. Het was DDA, of ik al in de buurt van Majestic Beach was, want Gus Van Sant zat er klaar voor. “Ja, ik ben er over drie minuten,” zei ik alsof er niets aan de hand was. Het interview stond verkeerd in mijn schema. Of in hun schema. Hoe dan ook, ik was er binnen 3 minuten. Van Sant was tamelijk ontspannen. Of was het gelaten? Aan het einde van het gesprekje lag hij languit op de sofa, als een kat in de zon.

Terug naar het paleis, waar ik Hanna Verboom tegen het lijf liep, en weer naar het Carlton, voor mijn laatste gesprek van de dag met de Belgische acteur Matthias Schoenaerts. Die begon halverwege gewoon in het Vlaams te praten; de rest van de groep zat erbij en keer ernaar.

FullSizeRender-10

Gegeten en toen was het tijd om naar de film te gaan. ’s Middags had ik graag de verzameling gerestaureerde films van de gebroeders Lumière willen zien. Toen ik kort voor Cannes een paar dagen in Parijs was zag ik op een grote Lumière-tentoonstelling in het Grand Palais hun allereerste filmpje met fabrieksarbeiders die de poort van de fabriek uitlopen. Er waren nieuwe versies van gemaakt, door onder anderen Quentin Tarantino, Xavier Dolan en Paolo Sorrentino – die waren dan weer niet in Cannes te zien.

Enfin, ik zag Le Tout Nouveau Testament van Jaco van Dormael, de regisseur van Toto le héros, wat nog altijd een van mijn lievelingsfilms is. Met Benoît Poelvoorde als God. Hij bestaat en woont in Brussel, en op zijn oude computer bedenkt hij allemaal regels die het leven van de mens zo vervelend mogelijk maken. Zijn 10-jarige dochtertje besluit om in te grijpen… Fijne, fantasierijke film, met een geweldige rol van Catherine Deneuve (en Johan Leysen als haar echtgenoot).

Tot slot naar Louder Than Bombs, een Engelstalige film met Gabriel Byrne, Isabelle Huppert en Jesse Eisenberg van de Noor Joachim Trier. Mooi, maar wat al te geconstrueerd. 3 sterren.

Maar het zijn Cannes-sterren; de lat ligt hier nu eenmaal hoog…