jpekker

Zuid-Koreaanse sociale satire Parasite bekroond met de Gouden Palm

De sociale satire Parasite van de Zuid-Koreaanse regisseur Bong Joon-ho is zaterdagavond op het prijzengala van de sterke 72ste editie van het filmfestival van Cannes bekroond met de Gouden Palm. “Merci,” zei Bong, de eerste Zuid-Koreaanse winnaar van de prijs voor de beste film. “Ik ben zeer vereerd. De Franse cinema – met name Claude Chabrol en Henri-Georges Clouzot – heeft me altijd geïnspireerd.”

Voordat Catherine Deneuve de Palm uitreikte aan Bong (49) benadrukte de Mexicaanse juryvoorzitter Alejandro González Iñárritu dat het een democratische beslissing was geweest en dat de jury unaniem was in zijn oordeel. “Het is zo’n unieke ervaring. Zo verrassend. We zijn er allemaal door gefascineerd sinds we ‘m zagen.” Parasite had eerder op de dag ook al de Prijs van de Franse filmhuizen gewonnen, die voor het eerst werd uitgereikt. “Briljant op alle niveaus”, oordeelde deze jury.

In het vermakelijke, grappige én intelligente Parasite draait het om een straatarme familie, die als het nodig is de wet aan hun laars lappen om in hun levensonderhoud te voorzien. Als de zoon van het gezin via via aan de slag kan als bijlesleraar bij een rijke familie, krijgt hij het via enig vuil spel al snel voor elkaar dat zijn zus en ouders ook bij de rijkaards in dienst komen. De premisse doet in de verte denken aan Shoplifters, waarmee de Japanse filmmaker Hirokazu Kore-eda vorig jaar de Gouden Palm won – maar dan met gitzwarte humor in plaats van diens afgewogen humanisme.

Sinds The Host, die in 2006 werd vertoond in de parallelsectie Quinzaine des réalisateurs, staat Bong bekend als regisseur van kunstzinnige genrefilms. Mother werd in 2009 vertoond in de tweede competitie Un certain regard; Bongs vorige speelfilm Okja – een Netflix-productie – dong twee jaar geleden mee naar de Gouden Palm en was één van de stenen des aanstoots van de nog altijd voortdurende ruzie tussen de streamingdienst en het festival.

De Grand Prix, de tweede prijs, was verrassend voor de sfeerrijke, sociaal relevante spookfilm Atlantique, het speelfilmdebuut van de Frans-Senegalese Mati Diop. De grimmige politiefilm Les Misérables van de Franse regisseur Ladj Ly – het andere speelfilmdebuut in de belangrijkste competitie – en de wilde aanklacht Bacurau van de Brazilianen Kleber Mendonça Filho en Juliano Dornelles deelden al even verrassend de Juryprijs, de derde prijs.

De Waalse broers Jean-Pierre en Luc Dardenne, die al twee keer de Gouden Palm wonnen (in 1999 met Rosetta, in 2005 met L’Enfant), de prijs voor het beste scenario (in 2008 met Le silence de Lorna) en de Grand Prix (met Le gamin au vélo in 2011), werden nu onderscheiden met de prijs voor de beste regie. Ze kregen de prijs voor Le jeune Ahmed, een spannend drama over een geradicaliseerde jonge moslim, dat door Luc Dardenne in zijn dankwoord als ‘een ode aan het leven’ omschreven. De Franse regisseur-scenarist Céline Sciamma kreeg de prijs voor het beste scenario. Eerder op de dag had haar fijnzinnige kostuumfilm Portrait de la jeune fille en feu ook al de Queer Palm voor de beste LGBT-film gewonnen, maar stilletjes werd gehoopt dat Sciamma – als tweede vrouw in de 72-jarige geschiedenis van het festival – de échte Palm zou krijgen.

Antonio Banderas werd bekroond als beste acteur. In Dolor y gloria van zijn landgenoot Pedro Almodóvar, met wie hij al zeven keer eerder samenwerkte, speelt Banderas de regisseur Salvador Mallo, die verdacht veel op Almodóvar zelf lijkt. Prachtrol. Minder voor de hand liggend was de bekroning van de Britse Emily Beecham, die in Little Joe, de eerste Engelstalige speelfilm van de Oostenrijkse Jessica Hausner, een alleenstaande wetenschapper speelt met twee grote liefdes: haar zoontje Joe en Little Joe, de rode, fallusachtige bloem die ze in haar state of the art laboratorium ontwikkelt.

De Palestijn Elia Suleiman kreeg nog een speciale vermelding voor It Must Be Heaven – zo was er voor liefst 9 van de 21 competitiefilms een onderscheiding. Opvallend: álle Amerikaanse regisseurs vielen buiten de prijzen; Jim Jarmusch en Ira Sachs kregen niks, Quentin Tarantino en Terrence Malick moesten het doen met een troostprijs en een poedelprijs. A Hidden Life kreeg de prijs van de oecumenische jury; de bokser Brandy uit Once Upon a Time… in Hollywood kreeg de Palm Dog. Tarantino heeft al laten weten dat hij de bijbehorende gouden halsband zelf houdt.