jpekker

Voor fotograaf Owen Schumacher is Amsterdam één groot podium

Owen Schumacher werd bekend als tekstschrijver en ­acteur van Kopspijkers en Koefnoen. Hij speelde Bart Chabot in de muziektheaterproductie Chez Brood en vertaalde The play that goes wrong, een klucht die overal ter ­wereld triomfen vierde. En hij fotografeert. De foto’s die hij elke dag op Instagram (schumacherowen) post, trokken de aandacht van VondelCS, waar nu zijn allereerste fototentoonstelling is.

Dus u dacht, als Marco Borsato, Humberto Tan en Sacha de Boer kunnen fotograferen, dan kan ik het ook?
“Sacha de Boer is echt een goeie fotograaf, hoor. Waarmee ik overigens niet wil zeggen dat Marco Borsato dat niet is. Ik kan me voorstellen dat er wordt gedacht: daar heb je weer zo’n bekende Nederlander die denkt: ik ga iets anders doen. Maar ik doe dit gewoon omdat ik het leuk vind; ik zet elke dag een foto op Instagram, en naar aanleiding daarvan ben ik gevraagd of ik een tentoonstelling wilde maken. Het is dus niet zo dat ik me ontzettend heb lopen profileren.”

“Fotografie is voor mij een voortzetting van mijn eerdere werk; voor mijn satirische programma’s keek ik op een ­bepaalde manier naar de wereld om mij heen. Ik doe nu niet anders, alleen giet ik het in een andere vorm. Omdat ik fotograferen erg leuk vind, maar ook omdat Koefnoen er niet meer is.”

Hoe bent u begonnen?
“Ik speelde Bart Chabot in de voorstelling Chez Brood. In Apocrief, het theaterprogramma dat als inspiratie diende voor Chez Brood, speelde Bart met Herman Brood en Jules Deelder. Hij was toen de enige die niet permanent onder invloed was; dat was niet altijd even fijn, maar het leverde wel goed materiaal op voor het boek dat hij aan het maken was. Zoals hij toen een soort verslaggever was van die tour, wilde ik dat zijn van deze. Je bent dan niet ­alleen deelnemer, maar ook toeschouwer in het hele proces.”

“Ik had net een nieuw fototoestel gekocht, een betere compactcamera die veel kan qua instellingen maar klein genoeg is om mee te nemen, en ben vanaf de eerste repetitiedag foto’s gaan nemen. Tijdens de tour vanuit de coulissen en soms ook op straat.”

Wie zijn uw voorbeelden?
“Martin Parr vind ik geweldig; met zijn ironische blik ­levert hij commentaar, maar hij heeft ook compassie. Het werk van de Schotse fotograaf Dougie Wallace vind ik ook fenomenaal, maar ik zou nooit durven wat hij doet, daar ben ik veel te bescheten voor. Hij duwt zijn camera, hup, zo in het gezicht van mensen op straat; het is echt heel erg in your face. En Ed van der Elsken natuurlijk, die vind ik ook heel goed. Maar ik ben timider; mijn foto’s zijn meer beschouwend dan participerend.”

“Ik ben technisch niet heel vaardig – er zijn duizend mensen die mooier een gracht in Amsterdam kunnen ­fotograferen, een betere camera hebben of beter kunnen nabewerken – maar ik vind het leuk om wat ik zie te delen met anderen. Dat zijn momenten met een rare contradictie. Of iets waar ik een binnenpretje om heb; het begin van een Koefnoen-scène, waarvan ik me afvraag hoe het zal ­aflopen. Als je goed kijkt is overal om je heen theater en is Amsterdam één groot podium.”

Vraagt u om toestemming?
“Nee, nooit. Er zijn weleens mensen die direct kenbaar maken dat ze niet willen worden gefotografeerd, dan doe ik het niet. Maar het is een heel klein cameraatje, hè. Mensen hebben het nauwelijks in de gaten. En als ik het té gênant vind, doe ik het ook niet.”

Herkennen mensen zichzelf op Instagram?
“Ik heb 850 volgers… Ik heb een keer een foto gemaakt van een vrouw die suikerspinnen verkoopt op de kermis, die had zichzelf herkend, de foto geliket en gerepost. Nee, ze heeft ’m niet besteld. Dat kan natuurlijk wel, maar er zit nog geen webwinkel achter.”

Owen Schumacher: Amsterdam als podium. t/m 8/1/2018 in mediacafé van VondelCS, Vondelpark 3