jpekker

Uit de schaduw

Ze houdt ’m met twee handen vast, half voor haar gezicht, en ze is zo trots als een pauw. Op het witte vel staat een helikopter gekrast die in brand staat. Hij laat een enorme hoeveelheid bommen vallen. Linksonder twee enorme ontploffingen. Rechtsonder een soldaat. Met een groot wapen in zijn hand, gericht op de helikopter.

De trotse kunstenaar is Sofia Coppola, een jaar of vier, vijf oud. Het beeld is afkomstig uit de fenomenale documentaire Hearts of Darkness: A Filmmaker’s Apocalypse uit 1991, gemaakt op basis van het materiaal dat Sofia’s moeder Eleonor schoot tijdens de opnamen van Apocalypse Now (1979), hét meesterwerk van haar vader Francis Ford Coppola.

De opnamen voor Coppola’s epische Vietnam-film, losjes gebaseerd op Joseph Conrad’s Heart of Darkness, vonden plaats op de Filipijnen. De drie kinderen van Francis en Eleonor waren mee: Gian-Carlo van twaalf, Roman van tien en de pas vierjarige Sofia. Op de commentaartrack van Hearts of Darkness vertelt Francis Ford Coppola waarom hij zijn familie per se om zich heen wilde hebben in Manilla. ‘Hun opvoeding zou waarschijnlijk een stuk orthodoxer zijn geweest als ze thuis waren gebleven, maar dan zou onze band naar alle waarschijnlijkheid ook veel minder sterk zijn geweest. Dat wilde ik niet. Mijn vader (de Oscar-winnende componist Carmine) haalde mij ook altijd uit school als hij voor langere tijd ergens naartoe moest.’

De opnamen van Apocalypse Now duurden 238 dagen. Het budget, begroot op 13 miljoen dollar, werd met tientallen miljoenen overschreden. Het was een krankzinnige opnameperiode, waarbij Francis Ford Coppola onder enorme druk stond. Hij had een groot deel van het vermogen dat hij had verdiend met The Godfather 1 (1972) en 2 (1974) in de film geïnvesteerd – en eigenlijk wist hij niet precies wat hij wilde terwijl de studio bij voortduring van hem wilde horen wat hij van plan was. Eleonor Coppola had een 16mm-camera gekregen om korte making of’s voor de televisie te maken; halverwege belandde ze ondervoed en uitgedroogd in het ziekenhuis. De kinderen gingen naar een school waar Chinees werd gesproken. Sofia herinnert zich de Filipijnen als ‘the Disneyland Jungle Cruise’, vertelde ze later. ‘Ondanks alle chaos heb ik me erg vermaakt. Ik herinner me dat mijn vader in een helikopter naar zijn werk ging, maar voor de rest deed ik de gewone dingen die je als kind doet.’

Ondanks zijn enorme schaduw trad Sofia in de voetsporen van haar vader – en met succes. Op het afgelopen filmfestival van Venetië, het oudste filmfestival van de wereld en na Cannes het belangrijkste, won Coppola in het najaar van 2010 met Somewhere –haar vierde lange speelfilm – de belangrijkste prijs, de Gouden Leeuw. Ze was de eerste Amerikaanse vrouw die de prestigieuze onderscheiding won; slechts drie Amerikaanse mannen gingen haar voor. ‘Hier heb ik nooit van durven dromen’, zei ze, nadat ze het beeldje had ontvangen uit handen van juryvoorzitter Quentin Tarantino, haar ex-vriend.

In Somewhere – eind januari te zien op het International Film Festival Rotterdam; in maart komt de film in de Nederlandse bioscopen – speelt Stephen Dorff de losbandige Hollywood-ster Johnny Marco, die zijn dagen slijt in het luxueuze Chateau Marmont Hotel in Hollywood. Hij zuipt, slikt scheepsladingen medicijnen en beleeft er vluchtige avontuurtjes met wildvreemde vrouwen, maar veel plezier lijkt hij er niet aan te beleven. Johnny doet het omdat het kan, misschien wel omdat hij denkt dat het van hem wordt verwacht. De verveling en doelloosheid worden invoelbaar gemaakt met lange shots waarin hij verveeld naar paaldanseressen ligt te kijken of rondjes rijdt in zijn peperdure Ferrari.

Dan parkeert zijn ex-vrouw hun elfjarige dochter, Cleo (Elle Fanning) bij hem voor de deur. Als hij haar meeneemt op een promotietournee naar Milaan, vallen hem de schellen langzaam van de ogen, en wordt hij zich eindelijk bewust van de leegte van zijn leven.

Sofia Coppola begon aan het scenario van Somewhere nadat ze eind 2006 was bevallen van haar eerste dochter Romy (de vader is Thomas Mars, de Franse zanger van Phoenix). Het moest een film worden over volwassen worden en over vader-kind-relaties. ‘De wereld van Johnny Marco is niet mijn wereld, maar ik ken hem goed’, zei ze op verschillende manieren in verschillende interviews. ‘Ik heb het maar al te vaak van dichtbij mogen aanschouwen. We waren vaak onderweg, en verbleven veel in hotels. Het zijn werelden op zich, waar je keer op keer hetzelfde soort verveelde mensen ziet.’

Somewhere is in veel opzichten een persoonlijke film, vertelde ze ook. Er zit een beetje van haar in Johnny en een beetje van haar in Cleo. En ook weer niet. ‘Wij hadden wél een stabiele basis, wij hadden wel een plek waarnaar we telkens konden terugkeren: een geweldig huis in Noord-Californië, een heel eind bij Hollywood vandaan. Johnny heeft nooit een thuis gehad, hij is op drift. Het lijkt zo leuk: een snelle auto, mooie meisjes… Maar niemand vraagt zich af hoe het de volgende ochtend met Johnny is. Hij is het soort man dat zijn dochter met de helikopter meeneemt naar Vegas, gewoon, voor de lol. Maar de wat wereldsere zaken, zoals een tandartsbezoek, daar heeft hij geen idee van. Een beetje zoals mijn eigen vader en neef Nicolas (Cage). Die hebben dat ook, dat ze zomaar opeens voorstellen om een stukje te gaan vliegen met de helikopter. Helemaal normaal is het natuurlijk niet, dat je vader even een helikopter huurt. Het is een beetje losgezongen van de realiteit, maar voor een kind ook wel weer leuk.’

Sofia Coppola was nog maar net geboren of haar vader gaf haar al een rolletje. In The Godfather (1972), als de baby van Don Vito Corleone’s dochter Conny. Die baby is een zoontje, overigens. Ze is ook (kort en heel kort) te zien in haar vaders films The Godfather: Part II (1974), Rumble Fish (1983), The Outsiders (1983), The Cotton Club (1984) en Peggy Sue Got Married (1986).

In 1989 schreef ze samen met haar vader het script van Life Without Zoe, een deel van het drieluik New York Sories, over de rijke, twaalfjarige Zoe, die haar ouders weer bij elkaar probeert te brengen. Een jaar later speelde ze haar eerste grotere rol, als Mary Corleone in The Godfather: Part III. Haar vader vroeg haar nadat Winona Ryder vlak voor de opnamen had afgezegd. Sofia was pas 18 en ging nog naar school. ‘Interessant’, dacht ze. ‘Waarom niet? Je moet alles een keer proberen’.

Tijdens de opnames gonsde het al dat ze er niets van bakte, de kritieken waren vervolgens vernietigend. Ze werd een Houten Klaas genoemd, hopeloos amateuristisch en onbedoeld grappig. In maart 1991 kreeg ze twee Razzie Awards (de tegenhanger van de Oscars voor de slechtste filmprestaties): voor Slechtste Bijrol Actrice en voor Slechtste Nieuwkomer. Naar eigen zeggen deed die kritiek haar weinig; ze wilde toch nooit echt actrice worden.

Sofia Coppola studeerde af aan het California Institute of the Arts, waar ze haar interesse voor fotografie en kledingontwerp ontwikkelde en begon te experimenteren met korte videofilms. Met vrienden maakte ze de televisieserie Hi Octane voor Comedy Central, dat na vier afleveringen alweer van de buis werd gehaald, en ze startte een eigen kledinglijn, Milk Fed, die een grote hit werd in Japan. En ze deed mee in videoclips, zoals Madonna’s Deeper and Deeper. ‘Ik probeerde van alles’ zei ze later over die periode. ‘En ik was een beetje gefrustreerd omdat het me niet lukte op één ding te focussen.’

Totdat ze haar eerste echte korte film maakte, en ze ontdekte dat er een beroep bestaat waarin al haar passies – fotografie, kledingontwerp, vormgeving, muziek – samenkomen. Inderdaad, hetzelfde beroep als haar vader. En inderdaad, dat had iedereen haar kunnen vertellen. Maar ze had tijd nodig het zélf uit te vinden, om afstand te nemen, juist omdat haar vader zo’n beroemde regisseur is.

Lick the Star heet haar eerste korte film die ze maakte in 1998, een in zwart-wit geschoten, losjes opgebouwd en sfeerrijk highschooldramaatje over een groepje onzekere, bitcherige tienermeisjes. Broer Roman deed een deel van het camerawerk; ook Francis Ford en Elenor worden bedankt op de aftiteling. Haar eersteling werd direct geselecteerd voor het festival van Venetië.

De echte doorbraak kwam in 1999 met The Virgin Suicides. Sofia Coppola had het gelijknamige boek van Jeffrey Eugenides cadeau gekregen van Sonic Youth-zanger, -gitarist en -componist Thurston Moore. Ze vond het geweldig – volgens haar vader moet het iets te maken hebben met de tragische dood van haar oudste broer Gian-Carlo, die in 1986, hij was pas 22, omkwam bij een speedbootongeluk – en bewerkte het tot scenario.

De film, over de zelfmoord van vijf meisjes in een aangeharkt Amerikaans voorstadje, werd geselecteerd voor de Quinzaine des Réalisateurs, een prestigieuze nevensectie van het festival van Cannes, waar ook de debuutfilms van grootheden als Martin Scorsese, Michael Haneke en de broers Dardenne te zien waren. Sofia bleek niet het zoveelste kind dat meelifte op het succes van een beroemde vader; de filmkritiek en filmliefhebbers herkenden haar haar eigen, specifieke stijl in thema’s als vervreemding en sociale isolatie en. Geen ontploffingen, geen verbaal spervuur, bij Sofia Coppola ging het om stemmingen, om onderhuidse spanningen en onuitgesproken gevoelens. Het drama van de zusjes in The Virgin Suicides wordt verteld middels dagboekaantekeningen, kauwgumpapiertjes en wapperende blonde haren. Hun duistere verlangen wordt invoelbaar gemaakt door de subtiele muziek van het hippe Franse synthesizerduo Air.

Ze trouwde met de Amerikaanse (commercial- en videoclip)regisseur Spike Jonze, speelde een rolletje in haar broer Romans speelfilmdebuut CQ, en schreef het script voor haar volgende film: Lost in Translation (2003).

De film – met glansrollen van Bill Murray en Scarlett Johansson – werd een hit, belandde op talrijke ‘film van het jaar’-lijstjes en kreeg vier Oscar-nominaties, waaronder Beste Regie. Sofia Coppola was de eerste Amerikaanse vrouw die in deze categorie werd genomineerd. Ze won overigens niet; de Oscar ging naar Peter Jackson voor The Lord of the Rings: The Return of The King. Wel kreeg ze de Oscar voor het Beste Originele Scenario.

Na Lost in Translation – ze was intussen gescheiden van Spike Jonze – gooide ze het over een andere boeg: ze maakte de ‘historische chick flick’ Marie-Antoinette (2006), vrij naar de vuistdikke historische roman Marie Antoinette: a Journey van Antonia Fraser. Boordevol bewuste anachronismen; er wordt een enkele keer op het klavecimbel gespeeld, maar verder klinkt op de soundtrack vooral jarentachtigmuziek en techno. Sofia’s neefje Jason Schwartzman speelt Lodewijk XVI, Kirsten Dunst (eerder ook al te zien in The Virgin Suicides) is het Oostenrijkse prinsesje dat van de ene op de andere dag koningin van Frankrijk wordt.

Bij Coppola is ze een meisje dat bittere tranen huilt omdat ze haar mopshond niet mag meenemen naar het decadente Franse hof; een jonge vrouw die houdt van dansen en nieuwe schoenen, zich geen raad weet met het gekonkel aan het Franse hof, en op zoek is naar houvast in het leven. ‘Vergelijk het met het nieuwe meisje op het schoolplein. Alleen dan in een volkomen onbekende, agressieve omgeving. Ik was gefascineerd door het feit dat Marie Antoinette door de omstandigheden werd gedwongen zo’n belangrijke rol te spelen in de wereldgeschiedenis.’

Half november vergezelde Sofia Coppola haar vader naar de uitreiking van de prestigieuze Irving Thalberg Memorial Award (Francis kreeg de ‘ere-Oscar’ vanwege zijn enorme verdiensten voor de filmwereld), daarnaast doet ze mondjesmaat interviews voor Somewhere, waarin ze steevast, dezelfde, afgemeten antwoorden geeft. Uiterst charmant, dat wel. Verder brengt ze veel tijd door in Parijs, met haar man en hun tweede kindje Cosima.

En nu? Hoe verder? ‘Iemand verteld me dat Woody Allen een la vol ideeën heeft. Dat heb ik niet. Ik probeer iedere keer opnieuw na te gaan wat de dingen zijn die me op dat moment bezighouden. Dat gaat min of meer intuïtief. Na Marie Antoinette heb ik een jaar niks gedaan. En toen ik weer begon, wist ik ook niet precies waar te beginnen. Het is toch goed gekomen.’ Op eigen kracht. Toen ze net met de opnamen van The Virgin Suicides begon, kwam haar vader langs op de set. Hij nam het schouwspel in zich op en nam zijn dochter vervolgens even apart. ‘Francis zei: “Je moet harder ‘actie’ roepen. Het moet uit je middenrif komen.” Ik dacht: Oké, nu kun je wel weer gaan’.

Somewhere is te zien op het IFFR. A-film brengt de film 14 april uit in de Nederlandse bioscopen.

(Dit artikel is verschenen in Hollands Diep)

Roze niemendalletje
Sofia Coppola volgde een kunstopleiding en legde altijd al veel aandacht voor mode aan de dag. Ze ontwierp zelf de kostuums voor haar film Marie Antoinette – geen probleem, ze had toen al stage gelopen bij Chanel in Parijs. Voordat ze aan haar nieuwe film Somewhere begon, nam ze een commercial op voor een luchtje van Dior, Miss Dior Chérie, waarin een jonge vrouw in een roze niemendalletje op de zwoele tonen van Brigitte Bardots Moi je joue, vrij naar Albert Lamorisse klassieker Le ballon rouge, aan een bos ballonnen over Parijs zweeft. Recent was ze te zien in een modeadvertentie van haar vriend Marc Jacobs, samen met haar vader, in Argentinië gefotografeerd door Annie Leibovitz. Voor Louis Vuitton, waarvan Jacobs creative director is, ontwierp ze een lijn, bestaande uit tasjes (de ‘SC bag’), clutches met een sluiting geïnspireerd op de sloten van de klassieke Louis Vuitton-koffers en retro-sandaaltjes.

Eclectisch
Een van de meest opvallende aspecten van de films van Sofia Coppola zijn de uitbundige, eclectische soundtracks. Al in haar eerste kortfilm Lick the Star wordt muziek – bandjes als Free Kitten, The Amps en The Go-Go’s in dit geval – ingezet om de mentale staat van de protagonisten te benadrukken, en hetzelfde gebeurt in The Virgin Suicides, door middel van hits uit de jaren zeventig (van Janice Ian en The Hollies tot Heart en Todd Rundgren) en vooral de dromerige soundtrack van Air.

In Lost in Translation wordt het onbehagen van Charlotte mede tot uitdrukking gebracht door hippe Japanse popmuziek, Simon and Garfunkel, de Ierse rockband My Bloody Valentine, de Britse dance-rock van Death in Vegas, nummers van Air en een ander Frans (indie-pop) bandje: Phoenix. Het levensverhaal van Marie Antoinette wordt ondersteund met een vleugje klassiek, muziek van Aphex Twin, Air en Phoenix én rockbands uit de jaren tachtig – van Bow Wow Wow, Siouxsie and the Banshees en The Cure tot de post-punk van Gang of Four. Die bands hadden volgens Coppola ook een mix van onstuimigheid, hedonisme en decadentie. ‘Er zat iets hoopvols in hun performance. Alsof een revolutie elk moment alles kon oplossen.’

Op de soundtrack van Somewhere zijn onder meer Foo Fighters, The Strokes, KISS en The Police te horen. Maar de meeste muziek is van Phoenix, de band van Coppola’s echtgenoot Thomas Mars. De twee leerden elkaar overigens kennen bij het maken van de soundtrack voor The Virgin Suicides… Toen ging Sofia Coppola nog met de Amerikaanse regisseur en fotograaf Spike Jonze (Being John Malkovich). In zijn videoclip voor Elektrobank van The Chemical Brothers is Sofia dan weer te zien als turnster. Het is een kleine wereld…