jpekker

Francis Ford Coppola’s Tetro: ‘Niet alles wat in het verhaal gebeurt is echt gebeurd, maar alles is wel waar’

Begin 2010 gaf de KNF Jury, bestaande uit Oene Kummer, Adwin de Kluyver en ikzelf, op het International Film Festival Rotterdam een speciale vermelding aan Francis Ford Coppola’s Tetro. ‘Too good to be ignored’, vonden wij. Deze zomer leek het er dan eindelijk van te komen, Tetro zou draaien in het Previously Unreleased-programma van EYE, maar deze week werd gemeld dat de voorstellingen moeten worden uitgesteld tot latere datum in verband met de vertoningsrechten van de film. Tsja.

Ik zag Tetro op het Festival van Cannes, waar hij in 2009 was geselecteerd als openingsfilm van de parallelsectie Quinzaine des Réalisateurs. Na afloop van de wereldpremière zat Coppola – geel blousje met korte mouwen, beige broek – ontspannen op het podium van de grote zaal van het Palais Stéphanie Théâtre. ‘Het verschil tussen The Godfather en Tetro?’ De levende legende maakt met de zijkant van zijn hand het gebaar alsof hij zijn keel doorsnijdt. ‘De steekpartijen, verwurgingen en moorden, en de salvo’s van machinegeweren.’

In 1974 won Coppola in Cannes de Gouden Palm voor The Conservation, vijf jaar later won hij de prijs opnieuw met Apocalypse Now. De laatste jaren was hij actiever als wijnhandelaar en producent van de films van zijn kinderen dan als regisseur. Na de John Grisham-verfilming The Rainmaker (1997) maakte hij twee jaar geleden alleen nog Youth Without Youth, die critici deed verzuchten dat ook grootmeesters wel eens de mist ingaan. De film werd na de wereldpremière op het festival van Rome in de meeste landen rechtstreeks op dvd uitgebracht.

In de Italiaans-Argentijns-Spaanse coproductie Tetro strandt de bijna 18-jarige ober Benjamin (debutant Alden Ehrenreich, een kruising tussen Leonardo DiCaprio en Matt Damon) op een cruiseschip in Buenos Aires. Daar gaat hij op bezoek bij zijn oudere broer Tetro (Vincent Gallo), een schrijver die nog nooit een boek heeft gepubliceerd en alle contact heeft verbroken met hun tirannieke vader, een vermaarde componist (Klaus Maria Brandauer).

Wat volgt is een Griekse tragedie over rivaliserende broers en bloedbanden, roem en de liefde, met talrijke verwijzingen naar andere films, literatuur, theater en opera; naar festivals en de focus op prijzen. Gedraaid in gloedvol zwart-wit, zoals zijn vroege prachtfilms Rumble Fish en The Outsiders, en met een aantal dramatische flashbacks in kleur. Tetro is intiem een bombastisch, ontroerend en meeslepend.

‘Niet alles wat in het verhaal gebeurt is echt gebeurd, maar alles is wel waar’, grijnst Coppola, wiens vader en oom – net als die van Tetro – fameuze musici waren. Serieuzer: ‘De film is niet autobiografisch, wel persoonlijk. Het is mijn verhaal. Daarom heet-ie ook Francis Ford Coppola’s Tetro, zoals ik mijn eerdere films ook de naam van de schrijver meegaf: Mario Puzzo’s The Godfather, Bram Stoker’s Dracula, John Grisham’s The Rainmaker… dat wilde ik zelf ook. Maar ik vond dat ik dan wel zelf het verhaal en het scenario moest schrijven.’

Dat hij uit zijn eigen ervaringen put, vindt Coppola niet meer dan logisch. ‘Toen ik The Godfather maakte, wist ik niets van de maffia. Ik heb ze daarom naar mijn familie gemodelleerd. Er wordt in de film gegeten zoals er bij mijn familie thuis gegeten werd, gesproken zoals er bij mij thuis gesproken werd.’

Dat zijn kinderen in zijn voetsporen treden, verheugt Coppola. Dochter Sofie maakte The Virgin Suicides, Lost in Translation en Marie Antoinette. Zoon Roman regisseerde CQ en staat op de aftiteling van Tetro als ‘second assistent’ vermeld. ‘Ik heb ze altijd met me meegesleept, van filmset naar filmset. Toen ik Apocalypse Now draaide, zaten Roman en Sofia ook twee jaar op de Filippijnen. Dat heb ik gedaan omdat ik ze anders niet had zien opgroeien. Door hun leven op filmsets zijn ze ervaren filmmakers geworden. Daar maak ik nu gretig gebruik van. Ook omdat ik me op die manier verzeker van een leven waarin mijn kinderen vaak dichtbij zijn. Mijn familie is heel belangrijk voor me.’