jpekker

Stil verdriet

Een man met een treurige oogopslag arriveert per boot in het stadje Fengjie, achter de Drieklovendam. Hij draagt een te groot, wit hemd. Zijn schamele bezittingen passen in een weekendtas. Een brommertaxi brengt hem naar het adres dat op de achterkant van een verfomfaaid sigarettenpakje staat geschreven. Plotseling wijst de sjacheraar, na een kort ritje, naar de brede rivier. ‘Daar. Bij dat kleine eilandje. Dat was jouw straat. En waar die veerboot ligt, daar ongeveer stond mijn huis.’

Regisseur Jia Zhangke, die zich met films als Unknown Pleasures en The World ontpopte tot een van de belangrijkste chroniqueurs van het hedendaagse China, toog voor zijn vijfde speelfilm Still Life naar het gebied rond de Drieklovendam in de Blauwe Rivier, de grootste waterkrachtcentrale en dam ter wereld.

De bouw van de 185 meter hoge, 2,3 kilometer lange dam begon in 1993; het reservoir achter de dam is vanaf 2003 aan het vollopen. In 2009, als het project is voltooid, zal het waterpeil stijgen naar 175 meter. 1,2 Miljoen mensen werden gedwongen te verhuizen.

In een sobere documentairestijl legt Jia het leven rond de dam vast. Hij filmt (gebruikmakend van een digitale videocamera) de administratieve rompslomp rond de gedwongen migratie, en hij laat de werkmannen met ontblote bovenlijven zien, die monotoon inhakken op grauwe, oude gebouwen. Op huizen worden enorme tekens aangebracht, als op zieke bomen die zonder pardon zo snel mogelijk moeten worden omgehakt.

Ergens staat een eenzame groene laars; even verderop tussen het puin ligt een handschoen. De rokende bakstenen worden door mannen in witte pakken gedesinfecteerd. De sjacheraar imiteert het stoere filmidool Chow Yun Fat – zo wil hij het liefst zijn. Fengjie, een tweeduizend jaar oude stad, ligt voor het grootste deel onder water. De laatste huizen worden in ijltempo afgebroken. De meeste mensen zijn er al vertrokken.

Han Sanming, zoals de man in het grote, witte hemd heet, bewandelt de omgekeerde weg. Hij is vanuit de Noord-Chinese stad Shanxi gekomen om zijn vrouw en dochter te zoeken. Hij heeft ze zestien jaar niet gezien. Ook de verpleegster Shen Hong gaat in Fengjie op zoek naar haar geliefde. Ze heeft niets meer van haar man gehoord sinds hij twee jaar geleden een kaderfunctie kreeg bij de bouw van de reusachtige dam.

Aan de hand van de parallelle zoektochten toont Jia de schaduwzijde van de spectaculaire groei van de supermacht China; de offers die de gewone man als vanzelfsprekend moet brengen om de megalomane droom van de politieke leiders tot een werkelijkheid te maken.

Zonder enige nadruk zet de fijngevoelige neo-realist Jia traditie tegenover moderniteit, nostalgie tegenover vooruitgang. De cameravoering is traag, de spaarzame muziek werkt hypnotiserend. De man in het witte hemd en met de treurige oogopslag wordt gespeeld door een mijnwerker uit Shanxi, waar regisseur Jia ook vandaan komt. Alle anderen komen uit het gebied rond de dam en doen zichzelf na.

Ondanks het stille verdriet en de machteloosheid is er ook volop ruimte voor poëzie en optimisme. En zelfs voor een vleugje magie, als het karkas van een gestript gebouw plotseling opstijgt, zoals een raket van een lanceerplatform.

Still Life, op het filmfestival van Venetië bekroond met de Gouden Leeuw, is een melancholisch en sociaal geëngageerd meesterwerk over de groeistuipen, de dwangneuroses en de identiteitscrisis van een op drift geraakte grootmacht.

Still Life van Jia Zhangke, vrijdag 19 augustus, 23:35, Nederland 2.