jpekker

Ster(ren)fotograaf Anton Corbijn geëerd met dubbeltentoonstelling in Den Haag

miles-davis-par-anton-corbijn

20 mei hoopt Anton Corbijn de gezegende leeftijd van zestig te bereiken, en dat wordt gevierd in zijn woonplaats Den Haag, groots, met een dubbeltentoonstelling in het Gemeentemuseum en het belendende Fotomuseum. Op de opening, afgelopen zaterdagavond, prees kunstenares Marlene Dumas Corbijn de hemel in; de Australische singer/songwriter, schrijver en acteur Nick Cave zong zijn vriend toe vanachter de piano. De volgende ochtend stonden er lange rijen voor beide musea.

Net als de tentoonstelling Inwards and Onwards in Foam in 2011 laten de twee Haagse eerbetonen zien hoe Corbijns carrière samenvalt met die van de bands en artiesten die voor hem poseerden, en hoe zijn grofkorrelige zwart-witfoto’s hebben bijgedragen aan hun faam. Zoals Metallica-voorman James Hetfield het verwoordt in Klaartje Quirijns’ documentaire Inside Out (2012): “Anton can make anyone look cool”.

Corbijns professionele carrière begon in 1972, toen hij met de camera die zijn vader, dominee te Strijen, had gekregen van de dorpsdokter foto’s maakte van Solution tijdens een openluchtconcert in Groningen. De 17-jarige Anton stuurde ze naar het popblad Muziek Parade, dat ze tot zijn stomme verbazing afdrukte.

IMG_9285

De rest is, zoals dat heet, geschiedenis. Corbijn ging aan de slag voor het toonaangevende muziekblad Oor, werd de huisfotograaf van Herman Brood, en vervolgens van tal van andere nationale en internationale grootheden – van U2 (en vooral leadzanger Bono), Depeche Mode en REM tot Metallica, de Rolling Stones, Tom Waits en Nick Cave.

De foto’s zijn terug te vinden in de verrassende expositie 1-2-3-4 in het Fotomuseum (gesponsord door het modemerk G-Star Raw, waarvoor Corbijn fraaie, rauwe campagnes maakte); het feestvarken koos hoogstpersoonlijk de mooiste en meest bijzondere uit zijn enorme archief – een aantal was nog niet eerder te zien.

Elke band kreeg een eigen stuk muur; verder hangen ze kriskras door elkaar: oud en nieuw, heel groot en heel klein, direct herkenbaar en zo goed als onherkenbaar, de meeste zwart-wit, een aantal in kleur, maar allemaal opvallend speels, ongedwongen, intiem en gezellig en wars van glamour. De bijschriften zijn met potlood op de muur gekrast, wat het idee versterkt dat je door Corbijns familiealbum bladert; een fotoboek vol wereldberoemde vrienden.

a._cobain

“Ik schreef geschiedenis” zegt Corbijn er zelf over in de kloeke catalogus, doelend op het feit dat de tentoonstelling iets laat zien wat eigenlijk niet meer bestaat. “Ik legde een wereld vast die voor me lag, en nu blijkbaar achter me.”

In die zin markeren beide tentoonstellingen ook een overgang; Corbijn wil zich de komende jaren volledig op zijn filmcarrière focussen (Life, zijn film over de vriendschap tussen James Dean en fotograaf Dennis Stock, wordt dit najaar in de Nederlandse bioscopen verwacht). Nieuwe bandjes neemt hij niet meer aan. “Ook K3 niet; dat was zo’n klap voor ze dat ze meteen zijn gestopt”, grapte Corbijn tijdens de persvoorbezichtiging.

IMG_9255

FullSizeRender-3

Ook in het chronologische retrospectief Hollands Deep in het Gemeentemuseum zijn veel foto’s van popsterren te zien. Maar niet alleen; naast de iconische zwart-witfoto’s van musici hangen er ook series waarin kunstenaars centraal staan. Én Corbijn zelf.

Zo is de allereerste foto een zelfportret uit 1987; Corbijn ziet eruit als de artiesten met wie hij optrekt: een beetje depri, met een enorme zwarte kuif en de ogen nauwelijks zichtbaar, staat hij voor een doek van Herman Brood. Een paar zalen verder hangt de zeer persoonlijke serie a.somebody uit 2001-2002, waarvoor Corbijn in de huid kroop van overleden muzikanten als Jimi Hendrix, Sid Vicious, John Lennon en Kurt Cobain. a.cobain heet de foto, waarop Corbijn poseert als Cobain, met een witte kinderzonnebril, lange geblondeerde manen en een roze vest, tegen het decor van zijn geboortedorp Strijen (dat wordt omringd door het Hollands Diep; de tentoonstellingstitel Hollands Deep is bedoeld als knipoog).

marlene_dumas_amsterdam_07.07.2000_copyright_anton_corbijn

In de andere zalen zijn zo’n beetje al Corbijns ‘greatest hits’ van de afgelopen vier decennia te zien: jazztrompettist Miles Davis met zijn handen voor zijn mond; acteur/regisseur Clint Eastwood met zijn wijsvinger bijna tegen de lens gepriemd. David Bowie in een schamel lendendoekje; kunstenaar Ai WeiWei als naakte boeddha. Zangeres Sinead O’Connor onder een soort monnikskap; kunstenaar Damien Hirst met een gezicht dat als twee druppels lijkt op zijn iconische, met diamanten bezette schedel For the Love of God. Schilder Gerhard Richter in zijn atelier, met zijn rug naar de camera; en Marlene Dumas, met wie Corbijn in 2000 samenwerkte voor het project Strippinggirls, recht van voren, met in haar mondhoek een walmende sigaret.

Dumas oogt stoer en zelfbewust, maar ook ingetogen en kwetsbaar – de kunstenares én Corbijn ten voeten uit.

Anton Corbijn, Hollands Deep en 1-2-3-4. T/m 21/6 in het Gemeentemuseum en Fotomuseum Den Haag. www.gemeentemuseum.nl