jpekker

Sprong in het diepe

In The Return keert een vader na twaalf jaar terug in het leven van zijn vrouw en twee zonen. Zo maar, uit het niets, neemt hij zijn plaats weer in. ‘s Avonds bij het eten gebiedt hij zijn vrouw wijn in te schenken voor de 12-jarige Ivan en de twee jaar oudere Andrej. Verder wordt er niet gesproken aan tafel. De moeder, de grootmoeder, noch een van de jongens vraagt vader waar hij was of wat hij al die jaren gedaan heeft.

De volgende morgen neemt de vader zijn kinderen mee uit vissen. De jongens zijn opgetogen; fototoestel en dagboek gaan mee. Maar het vrolijke uitje verandert al snel in een lijdensweg vol beproevingen.

Andrej is geïmponeerd en doet alles wat zijn zwijgzame, hardhandige vader hem vraagt. De stuurse, pientere Ivan, met een constante frons op zijn gezicht, gaat voortdurend tegen hem in. ‘Ik zou van je kunnen houden als je anders was’, zegt hij.

The Return is het speelfilmdebuut van de 39-jarige Rus Andrej Zvyagintsev. De film won in Venetië vijf prijzen, waaronder de belangrijkste: de Gouden Leeuw. Veertig jaar eerder ging die prijs naar De jeugd van Ivan, het speelfilmdebuut van Andrei Tarkovski, met wie Zvyagintsev sinds zijn bekroning veelvuldig is vergeleken.

In The Return vertelt Zvyagintsev op het eerste gezicht een eenvoudig verhaal over de hindernissen waarmee volwassen worden gepaard gaat. Wie beter kijkt ziet een duister-diepzinnige bespiegeling, vol metaforen en religieus pathos.

Vozvrasjtsjénje, zoals de Russische titel van de film luidt, heeft dan ook meerdere betekenissen: het betekent niet alleen ‘thuiskomst’ maar ook ‘in het leven terugroepen’.

Niets gebeurt zomaar in The Return. De eenvoud is schijn. Zvyagintsev modelleerde een aantal shots naar schilderijen van Bijbelse taferelen. Zijn film is opgedeeld in zeven dagen, van zondag tot en met zaterdag, net zoals de schepping. Tussen de beginbeelden, een gezonken motorboot op de bodem van een meer, en het slotbeeld, een langzaam zinkende boot, keren talrijke shots terug.

In het begin staan Ivan en Andrej met een aantal vrienden op een hoge toren aan het eind van een dijkje. De jongens dagen elkaar uit wie in het water durft te springen – een shot van bovenaf laat zien hoe hoog de toren is.

Andrej springt, de kleine Ivan durft niet. Maar hij gaat ook niet terug de trap af, bang als hij is om voor lafaard uitgemaakt te worden. Verkleumd blijft hij zitten, tot zijn moeder hem uren later komt verlossen.

Tegen het eind van The Return, als de vader en zijn zonen op een onbewoond eiland zijn aangekomen, moet Ivan opnieuw in een hoge uitkijktoren klimmen (opnieuw laat een shot van boven zien hoe hoog de toren is) – met dramatische gevolgen.

Dezelfde dubbelzinnigheid zit ook in de scène waarin de jongens op zoek gaan naar de laatste foto van vader voor zijn vertrek. Als ze hem in een geïllustreerde bijbel vinden, blijft de prent van Abraham, die een hakmes ten hemel heft om op bevel van God zijn zoon Isaak te offeren, een paar tellen in beeld – lang genoeg om op te vallen.

Later vinden de jongens achter een zonneklep in vaders auto een zelfde soort plaatje. Een familiekiekje. Alleen staat de vader er niet meer op.

The Return is een ruige, cryptische kruising tussen coming of age en horror, die in tweede instantie alleen maar rijker wordt. De fotografie is oogstrelend, de soundtrack hypnotiserend, de hoofdrolspelers wekken indruk.

De zelfbewuste Zvyagintsev weigert zijn film nader te duiden; de kijker mag er bij denken (of liever: voelen) wat hij denkt. Het is niet voor niets dat de inhoud van het kistje dat vader op het paradijselijke eiland opgraaft een mysterie blijft.

Andrej Zvyagintsev, The Return. Zaterdag 13 oktober, 0.15 uur, WDR.