jpekker

Sommige geportretteerden kwamen op de fiets

22 portretten hangen er in de Utrechtse Stadsschouwburg; van 22 met een Gouden Kalf bekroonde acteurs, actrices, regisseurs en producenten uit de roemruchte geschiedenis van het Nederlands Film Festival. Ze hebben allemaal dezelfde compositie; een man of vrouw aan een lege tafel tegen een zwart-blauwe achtergrond. Het legt nóg meer nadruk op de afwijkende, bepalende details.

Pieter Henket, een innemende, jeugdige verschijning, maakte de serie afgelopen zomer in vijf sessies in het Amsterdamse Lloyd Hotel. Sommige geportretteerden kwamen op de fiets; Robert de Hoog nam zijn vriendinnetje mee. “Dat is het grote verschil met Amerikaanse filmsterren”, meent Henket. “Nederlanders zijn veel normaler. Menselijker.”

Henket (Esch, 1979) vertrok in 1998 met een mavo-diploma op zak naar New York om drie maanden aan de Film Academie te studeren. Hij kwam nooit weerom; Henket liep stage op de set van Joel Schumachers Flawless, bezorgde pizza’s, werkte als model en begon met fotograferen. Via via kreeg hij een opdracht voor Esquire; zijn doorbraak kwam toen hij in 2008 een portret maakte voor het hoesje van Lady Gaga’s The Fame. De foto zit nu in de collectie van het Metropolitan Museum in New York.

Drie jaar geleden werd Henket gevraagd portretten te maken van de filmmakers die te gast waren op het festival van Morelia International Film Festival in Mexico. Henket dacht zelf aan foto’s met veel props en rekwisieten, zijn vader adviseerde hem om het simpel te houden, om te focussen op “al die mooie koppen”. “Dat was een gouden tip. Het is iedere keer hetzelfde én iedere keer net iets anders.”

Henket fotografeerde onder anderen Alejandro González Iñárritu (Babel, Biutiful), Alfonso Cuarón (Y tu mamá también, Harry Potter and the risoner of Azkaban) en Arthur Penn, de regisseur van Bonnie and Clyde. Hij vroeg iedereen achter een tafel plaats te nemen en zich voor te stellen dat ze op een politiebureau waren en werden beschuldigd van een misdaad die ze niet hadden gedaan, zoals Harrison Ford in The Fugitive. “‘Wat probeer je te doen?’, vroeg Stephen Frears toen ik het hem uitlegde. Hij keek er heel moeilijk bij. ‘Maak je niet druk, ik heb al wat ik wil’, antwoordde ik. We waren binnen een paar tellen klaar.”

Of hij zijn foto’s voor het ‘Interrogation Project’ nu maakt in Paul Verhoevens garage in Los Angeles of in een hotel in Amsterdam, Henket gebruikt altijd eenzelfde roestvrijstalen Ikea-tafel: de Vika Hyrran, overal ter wereld te koop voor plusminus 80 euro.

Barry Atsma (“Ik kan niet poseren, ik moet acteren”) maakte zo veel stennis achter de tafel dat er mensen uit het restaurant – vier verdiepingen lager – kwamen informeren of alles in orde was. Halina Reijn ging zitten en begon zachtjes te grienen. Henket: “Ik wist niet wat ik meemaakte. Amerikaanse acteurs waren maar bezig met hoe ze op hun mooist op de foto kwamen.”

Pieter Henket: The Interrogation Project. T/m 30 september in de Stadschouwburg Utrecht.