jpekker

Reclame om in te lijsten van affichevirtuoos Frans Mettes

“Maak maar wat, mits het maar opvalt” zo luidde doorgaans de instructie die de Amsterdamse afficheontwerper Frans Mettes (1909-1984) meekreeg van zijn opdrachtgevers. Waar reclameboodschappen tegenwoordig lang en grondig voorbesproken, getest en geëvalueerd moeten worden, zette Mettes zich gewoon achter zijn schildersezel en ging aan de slag met gouacheverf. De pay-off verzon hij er in één moeite bij.

Frans Mettes (1909-1984) is waarschijnlijk de meest productieve affiche-ontwerper die Nederland ooit heeft voortgebracht. Tientallen jaren lang was zijn werk beeldbepalend op peperbussen, aanplakplaatsen en stations in stad en land. Permanent, en vrijwel altijd met meerdere affiches tegelijk.

Mettes maakte reclameposters voor Heineken én concurrent Amstel, voor Droste én Van Houten, Nuts én Mars. Hij maakte tientallen posters voor Hartevelt Jenever, hij werkte voor Belinda, Chief Whip (pay off: op ieders lip!) én Egyptische sigaretten; voor laxeermiddelen, stofzuigers, de spoorwegen en politieke partijen – zowel voor linkse als rechtse.

Ook schilderde Mettes honderden filmaffiches, soms wel twee of drie per week. Daarvan is het merendeel verloren gegaan; de oude raambiljetten verdwenen meestal in de kachel, en winkeliers verpakten er de boodschappen in.

In het Spoorwegmuseum in Utrecht zijn nu tachtig van Mettes mooiste affiches te zien, deels op thema, deels op opdrachtgever, uit de collecties van het museum en de Amsterdamse verzamelaar Gielijn Escher. Ze hangen in hetzelfde soort zwarte houten wissellijsten die vroeger op de stations hingen. Bij de tentoonstelling is een fraaie monografie verschenen, Frans Mettes affichevirtuoos.

Daaruit valt op te maken dat Mettes zichzelf beslist niet als kunstenaar zag, maar veeleer als kundig reclameman, die voor zijn opdrachtgever zijn talenten inzette als wapen in de strijd om marktaandeel. “Een affiche is alleen dan goed, als de fundamentele belangenbinding tussen product en publiek niet ontbreekt,” aldus Mettes. “Een affiche moet natuurlijk blikvanger zijn; het moet op straat de aandacht trekken en wel zo sterk, dat de voorbijganger er tenminste even naar kijken moet of hij wil of niet.”

Eigenwijs was hij ook: “Van een ontwerper die zijn opdracht goed begrepen heeft en een kundig reclameman is, zal nooit een concessie worden verlangd”.

Hoe uiteenlopend zijn opdrachtgevers ook waren, de signatuur van Mettes is vrijwel altijd herkenbaar. Hij gebruikte felle, sprekende kleuren en voorzag zijn werk vaak een of andere gimmick. Maar hij excelleerde ook in een treffend-realistische stijl.

Mettes maakte een prachtig, zeer sprekend portret van Marlene Dietrich voor de filmposter van Ernst Lubitsch’ Angel (1936), bedacht visjes die hun enorme ogen niet kunnen afhouden van het fraaie Tweka-badpak van een schone zwemster, en een geinig gebronsd mannetje wiens rug wordt ingesmeerd door het (aangesneden) mannetje dat achter hem staat en die de rug insmeert van het (aangesneden) mannetje dat voor hem staat – als je meerdere Ambre Solaire-posters naast elkaar hangt, ontstaat een oneindige rij mannetjes die elkaars rug insmeren.

Mettes schilderde een schitterende poster voor Virginia Eden sigaretten: witte letters tegen een roodbruine achtergrond, in de hoofdletter E is kunstig een gezicht verwerkt, op de onderlip ligt nonchalant een sigaret. Een groen patroontje suggereert een frivool shawltje. Iconisch is ook de poster die Mettes in 1951 maakte voor Heineken, met een man met ogen als bierglazen en een brede mond waarin de tanden zijn vervangen door de merknaam. De plaat is nog steeds in menig café te vinden – ook als er geen Heineken wordt geschonken.

Reclame om in te lijsten. T/m 11/2 in het Spoorwegmuseum, Maliebaanstation, Utrecht. Frans Mettes affichevirtuoos. Met bijdragen van Gielijn Escher, Paul Mertz en Paul van Ieperen. Uitgeverij De Buitenkant. 144 pagina’s. € 29,50. ISBN 9789490913298.