jpekker

Portrait de la jeune fille en feu: een meesterwerk over kijken en begeerte

Het eerste wat regisseur Céline Sciamma in Portrait de la jeune fille en feu laat zien is een vrouwenhand met een stukje houtskool erin. De hand cirkelt even boven een wit stuk papier en zet dan een paar ragfijne lijnen. ‘Eerst mijn contouren,’ zegt het model tegen de jonge vrouwen die haar portretteren. ‘Niet te snel. Neem de tijd om goed te kijken.’

Een voor een verschijnen vervolgens de gezichten van de tekenende vrouwen in beeld – en de bioscoopbezoeker neemt als vanzelf de tijd om goed te kijken naar de kijkende vrouwen.

De openingsbeelden zetten zo direct de toon: Portrait de la jeune fille en feu is een film over kijken en creëren. Een zeer schrandere, precieze film, die ook over de liefde gaat, want daarin draait het ook om kijken en bekeken worden.

De door Sciamma zelf geschreven raamvertelling – haar scenario is onderscheiden op het festival van Cannes – is gesitueerd in 1760, een tijd waarin er al veel vrouwelijke kunstenaars waren – iets wat later in de kunstgeschiedenis, toen de tijdens conservatiever werden, is weggepoetst.

De geportretteerde in de openingsscène is de jonge schilder Marianne (Noémie Merlant). Zij wordt ontboden op een kasteel op een afgelegen eiland bij Bretagne om het huwelijksportret te maken van de toekomstige bruid Héloïse (Adèle Haenel). Een man is haar voorgegaan, zo krijgt ze te horen, maar hij is niet geslaagd. Want Héloïse wil niet trouwen en weigert te poseren.

Marianne moet doen alsof ze is ingehuurd als gezelschapsdame, proberen de onwillige jonge vrouw ongemerkt te observeren gedurende hun wandelingen over het Bretonse strand, en haar vervolgens uit het hoofd portretteren. Tijdens de lange wandelingen leren de vrouwen elkaar kennen – aanvankelijk schoorvoetend, maar allengs groeit de vriendschap. En meer dan dat.

Sciamma creëert de omstandigheden waarin de passie tussen de twee eigengereide vrouwen kan opbloeien. Maar Portrait de la jeune fille en feu – opgenomen met een overwegend vrouwelijke crew – is geen sprookje. Tegen het einde van het liefdesdrama – het gearrangeerde huwelijk komt steeds dichterbij – verschijnen er mannen in beeld en worden de verhoudingen van de 18de-eeuwse samenleving pijnlijk duidelijk. Als Marianne Héloïse eindelijk écht ziet, verliest ze haar. Tegelijkertijd is het de enige manier om haar voor altijd bij zich te dragen.

In de laatste minuten is het gezicht van Héloïse in beeld. Terwijl ze in een operahuis naar een concert luistert, tast de camera haar ogen en gelaat af. Langzaamaan beginnen de tranen te rollen. Op dat moment wordt dit meesterwerk over kijken en begeerte ook een ode aan de cinema zelf. Het gezicht van actrice Adèle Haenel is het schilderdoek waarop de bioscoopbezoeker zijn eigen gevoelens kan projecteren. Zo wordt de hartverscheurende liefdesgeschiedenis uit de 17e eeuw een verhaal dat van jezelf had kunnen zijn.