jpekker

Pastiche op paranoiathriller

‘Jesus, what a clusterfuck’, luidt de reactie van CIA-baas Gardner Chubb nadat een van zijn medewerkers hem omstandig verslag heeft gedaan. Het is een even treffende als nietszeggende samenvatting van de reeks onverkwikkelijke gebeurtenissen, in gang gezet door het ontslag van een inlichtingenofficier met een drankprobleem. ‘Wat hebben we hiervan geleerd?’, wil Chubb vervolgens weten. ‘Dat we het zo niet nog eens moeten doen?’, probeert de medewerker. ‘Ik heb geen idee wat we precies hebben gedaan, maar oké’, besluit Chubb. Zaak gesloten.

Burn After Reading heet de dertiende lange speelfilm van Joel en Ethan Coen. Het is een soort spionagefilm, zoals ook de woordspelige ondertitel aangeeft: Intelligence is relative. Zelf spreken de broers van een Tony Scott-film gemaakt door incompetenten.

Voor alle duidelijkheid: Tony Scott is de verguisde regisseur van tamelijk onbenullige spionagethrillers en actiefilms als Top Gun (1986), Enemy of the State (1998), Spy Game (2001) en Deja Vu (2006). En die onbekwamen, dat zijn de Coens dus zelf, de lievelingen van veel critici en het arthousepubliek. En getuige de vier Oscars voor hun zwarte Cormac McCarthy-verfilming No Country for Old Men – over een psychopaat die met kop-of-munt over de levens van anderen beslist – inmiddels ook van de leden van de Academy of Motion Picture Arts and Sciences.

Met die incompetentie valt het dan ook wel mee; de Coen-broers weten precies wat ze doen. Zoals Miller’s Crossing (1990) een vrije variatie is op de gangsterfilm, The Hudsucker Proxy (1994) een screwball comedy met een gedistingeerde knipoog, en The Man Who Wasn’t There (2001) een geraffineerde, onderkoelde ode aan de film noir (met ruimteschepen), zo is Burn After Reading een pastiche op de paranoiathriller.

De film is gemaakt in de stijl van het genre, met een openingssequentie waarin vanuit de ruimte steeds verder wordt ingezoomd op het hoofdkwartier van de CIA in Virginia en lettertjes die met computerachtige piepjes in beeld verschijnen. Met zinnetjes als ‘Geef me 24 uur om dit op te lossen’ en een geluidsspoor (van huiscomponist Carter Burwell) vol paukenslagen. En met camerawerk dat veel meer spanning suggereert dan wordt waargemaakt – Emmanuel Lubezki filmde vanachter allerlei objecten, via achteruitkijkspiegels en met bewakingscamera’s. Ontploffingen, precies gechoreografeerde kogelregens en spectaculaire achtervolgingen – de andere vaste bestanddelen in de films van Tony Scott – ontbreken echter.

Zoals vaker bij de Coens is Burn After Reading opgebouwd rond kleine lieden (met krankzinnige namen) die ver boven hun macht grijpen. Ze worden gespeeld door ouwe getrouwen als Frances McDormand en George Clooney én een aantal opmerkelijke nieuwkomers, zoals Brad Pitt, Tilda Swinton en John Malkovich – de A-sterren staan in de rij om met de Coens te werken.

McDormand speelt Linda Litzke, een monomane medewerker van een sportschool annex fitnesscentrum met de welluidende naam Hard Bodies. De blondine is ontevreden over haar lijf, maar haar verzekeringsmaatschappij weigert de cosmetische operaties te vergoeden waar ze zo vurig naar verlangt.

Zij ziet nieuwe mogelijkheden als een schoonmaker komt aanzetten met een cd, die in de kleedkamer is verloren door de slordige secretaresse van een inhalige echtscheidingsadvocaat. Op het schijfje staan de eerste aanzetten tot de memoires van de ontslagen, megalomane CIA-analist Osbourne Cox (Malkovich, die de ‘fucks’ met zichtbaar plezier aaneenrijgt), die door zijn overspelige, ijskoude vrouw Katie Cox (Swinton) in opdracht van haar advocaat van zijn laptop zijn gekopieerd.

Samen met haar collega Chad Feldheimer (Pitt), een niet al te snuggere, kauwgom kauwende sportschooljongen met een uitgegroeide coupe soleil, rijdt ze rechtstreeks naar het Russische consulaat met de gevoelige informatie. Als de Russen geen interesse tonen, proberen ze de rechtmatige eigenaar van de disk te chanteren.

Haar baas, zo’n beetje het enige personage dat er niet op uit is anderen een loer te draaien, ziet het met lede ogen aan. En terecht, bij de Coens komen bedriegers en oplichters altijd van een koude kermis thuis. Denk aan Fargo, waarin een tweedehands autoverkoper een sluw plan bedenkt en ten onder gaat. Of aan The Man Who Wasn’t There, over een kapper die met chantage het geld bij elkaar hoopt te krijgen waarmee hij aan de sleur van de kapperswinkel én zijn passieloze huwelijk denkt te kunnen ontsnappen.

Ook in Burn After Reading leveren grote dromen louter tragedies op. De alomtegenwoordige hebzucht maakt het ene na het andere slachtoffer. Maar geen paniek: een boodschap hebben de Coens niet. Zij sneren liever over opgelegde, onbereikbare schoonheidsidealen of over de kracht van positief denken, over de domheid van de CIA en hun paranoïde landgenoten, over internetdating en seksverslaving.

Burn After Reading bevat cinefiele inside-grapjes (verwijzingen en knipogen naar onder anderen Stanley Kubrick, Cormac McCarthy en Sam Raimi, voor wie de Coens Crimewave schreven), en er zijn mooie rolletjes van J.K. Simmons (als de CIA-topman Gardner Chubb), J.R. Horne (als de echtscheidingsadvocaat) en Richard Jenkins (als de baas van het fitnesscentrum). Clooney is meelijwekkend als Harry Pfarrer, een schuinsmarcherende, seksverslaafde overheidsagent die na de seks bij voorkeur een flink stuk gaat hardlopen. Eigenlijk valt alleen Brad Pitt een tikje uit de toon; zijn malle kapsel en karikaturale maniertjes zijn nét te veel van het goede.

Burn After Reading van Joel en Ethan Coen. Zaterdag 14 april, 20.30 uur, RTL 5.