jpekker

Op Oerol kan alles

Studio Orka2

“Wat doet al dat volk hier!? Ga van mijn terrein, allemaal! En jij helemaal, met je absurde groene vest!” Als de kolossale bullebak Daniel uit zijn loods tevoorschijn komt, is hij quasi-verbaasd 250 man aan te treffen op zijn bouwplaats – een wirwar van buizen, slangen en cilinders, die draaien, pruttelen en borrelen.

“Het zijn Oerolgangers,” legt pakketjesbezorger én beste vriend Nico hem uit, in de fantasierijke familievoorstelling Duikvlucht van het Gentse gezelschap Studio Orka. “Er is hier een festival aan de gang. Oerol. Het is een groot succes.”

De machine zuigt alle rommel op die mensen in de Waddenzee gooien. Daniel en zijn kornuiten, een aantal illegale Polen, rangschikken alles vervolgens soort bij soort: auto-onderdelen bij de A, babyspullen bij de B. Dan begint het apparaat vervaarlijk te piepen en te knarsen en komt er een vrouw uit de slurf tevoorschijn.

studio Orka, oerol 2014

Later rijdt Nico in zijn grijze camionette het terrein af, om even later op miraculeuze wijze (via een ondergronds gangenstelsel) uit een van zijn eigen pakketjes weer tevoorschijn te komen en vervolgens samen met Daniel in diens enorme, zelf gebouwde boormachine te stappen en in de grond te verdwijnen, hup, op weg naar Australië. Op Terschellings Oerol kan alles. Echt alles.

Het Noord Nederlands Toneel – met actrices met enorme baarden – speelt Ibsen bij een duinmeertje met de welluidende naam Doodemanskisten. De toeschouwer wordt gevraagd zijn fantasie te gebruiken: het is 1882 en we bevinden ons in een Noors provinciestadje waar de plaatselijke dokter heeft ontdekt dat het bronwater van het lokale kuuroord vervuild is. Het pauzenummer is het leukst: een olijk dansje op Eye of the Tiger, door tientallen jongedames en -mannen die slechts zijn gehuld in witte handdoekjes.

De fanfare-punkband De Kift en de heerlijk vuilbekkende acteur Sanne den Hartogh spelen hun onnavolgbare voorstelling Bidonville, over een stel outcasts die op een vuilnisbelt leven, op een crossbaan vlakbij een voormalige afvalberg. Al het afval in het decor komt van eilanders – van stapels doorgelegen matrassen tot een afgedankte bus van de groenteboer; een roestige kruiwagen doet dienst als kinderwagen en een bezoeker herkende haar oude badkuip.

Spinvis en Saartje van Camp met Kintsukuroi tijdens Oerol 2014,

Het strand van de Noordsvaarder is het adembenemende decor voor Kintsukuroi van Spinvis, een ‘gedanste opera’ over een seismoloog die onderzoek doet op een eilandje voor de kust van Japan. In het zand staan enorme cirkels gekerfd. Het zijn geluidstrillingen. De trillingen van het hart van de verloren vriendin van een seismoloog, om precies te zijn, die tijdens de tsunami is weggespoeld. Maar ze is niet dood, weet de seismoloog, hij voelt immers haar hartslag in de trillingen van de aarde.

Saartje van Camp speelt prachtig cello, Spinvis vertelt verhalen en bespeelt de koto, een Japans snaarinstrument dat hij speciaal voor de voorstelling liet invliegen. Er zijn zangeressen die brullen als sirenen; op een podiumpje verbeeldt de seismoloog (de Franse danser Francis Sinceretti) zijn gemis, terwijl zijn geliefde (Karin Lambrechtse) door de cirkels in het zand rent, tuimelt en weer opstaat. Het is alles bij elkaar wel heel erg Oerol, maar het ontroert wel.

Hetzelfde geldt voor Mansholt, geregisseerd door Jeroen van den Berg, over de visionaire boer/politicus Sicco Mansholt, die na de oorlog in zes regeringen minister van landbouw was, alvorens hij in 1958 als landbouwcommissaris aan de slag ging in Brussel.

Manschot

Een boerenschuur is met een paar archiefkasten omgetoverd tot Mansholts Brusselse kantoor. Aan het einde van zijn carrière, in de herfst van 1971, komt Mansholt er tot het inzicht dat hij het niet goed heeft gedaan. Dat de door hem doorgevoerde schaalvergroting en intensivering hebben geleid tot enorme overschotten en grote schade aan natuur en milieu.

Mansholt breekt radicaal met zijn verleden, keert zich tegen het dwangmatige streven naar groei en pleit ervoor het bruto nationaal product niet langer als meetinstrument te hanteren, maar het bruto nationaal geluk. Terwijl hij van zijn geloof valt, begint Mansholt een affaire met een 24-jarige stagiaire, Petra Kelly, de latere oprichtster van de Grünen in Duitsland.

Mansholt is een ontroerend pleidooi voor de liefde en idealisme, dat schrikbarend weinig aan actualiteit heeft ingeboet. Met prachtige rollen voor Helmert Woudenberg, als Mansholt, een man in crisis, en Trudi Klever, als manmoedige boerendochter die het alleen moet zien te rooien omdat haar echtgenoot in een inrichting zit. En helemaal op zijn plek tussen de loeiende koeien.

Oerol duurt nog t/m 22/6.

JanPieter