jpekker

Ode aan de onderdrukte sensualiteit

Dat regisseur Jane Campion direct verkocht was toen ze in Andrew Motions biografie over de Engelse dichter John Keats belandde bij diens ontmoeting met het dienstmeisje Fanny Brawne, behoeft geen verbazing. De onmogelijke liefde tussen de twee sluit naadloos aan bij haar kleine, weerbarstige oeuvre met films over eenzaten van vrouwen in een door mannen gedomineerde omgeving.

Dat Bright Star geen typische biopic is geworden, behoeft óók geen bevreemding; Campion focust enkel op de periode dat de twee om elkaar heen draaiden, van 1818 tot 1821. De ziekelijke Keats – hij had een longziekte – had zijn epische gedicht Endymion geschreven, maar veel bijval leverde het nu bewierookte werk hem destijds niet op. Nadat zijn broer Tom is gestorven aan tuberculose, trekt Keats – hij is dan 23 – in bij zijn vriend Charles Brown in diens huis in Hampstead. Daar ontmoet hij de 18-jarige Fanny Brawne, die een deur verder met haar moeder woont.

Campion beziet de relatie door de ogen van Fanny, een eigengereid meisje dat haar eigen kleren ontwerpt en maakt, en bepaald geen blad voor de mond neemt. Van poëzie moet ze aanvankelijk niets hebben; door haar liefde voor Keats wordt haar interesse wakker gekust en begint ze Milton te lezen, de Odyssee, eigenlijk alles wat los en vast zit. Ook het werk van Keats, en door zijn woorden groeit de betovering.

Maar van een huwelijk kan geen sprake zijn, vindt haar moeder (Kerry Fox) die het beste met haar voor heeft. De dichtbundels van Keats verkopen niet; de armoedzaaier zal haar nooit kunnen onderhouden. Ook Keats’ vriend Brown verzet zich tegen de relatie; hij is jaloers, en zegt daarom dat Fanny verantwoordelijk is voor Keats’ broze gezondheid.

De regiekeuzes maken Bright Star tot een ambigu drama over een eerste, alles verzengende liefde; een ode aan de onderdrukte sensualiteit. De jonge Australische Abbie Cornish maakt indruk als de kwetsbare, maar tegen de keer strijdbare Fanny Brawne – een typisch Campion-personage. En ook de Brit Ben Whishaw overtuigt, in de veel ondankbaarder rol van de gekwelde, ziekelijke, humeurige Keats.

Zij maken de liefde invoelbaar, een liefde die door Campion nadrukkelijk tegen de natuur wordt afgezet: als er nog hoop is op een goede afloop, zoomt de camera in op vlinders, bijen en velden vol frispaarse bloemetjes; als Keats Fanny een brief stuurt over de onmogelijkheid van hun liefde zijn de bomen dor en grauw.

Dat is een cliché, zoals de onmogelijke liefdesgeschiedenis in wezen ook van gemeenplaatsen aan elkaar hangt, maar het in tegenlicht badende camerawerk van de jonge Greig Fraser is zo magnifiek dat ook dit geen moment stoort. Bright Star is twee uur zinderend genot.

Jane Campion, Bright Star. Vrijdag 19 oktober, 22.05 uur, Canvas.