jpekker

Nagespeelde werkelijkheid

Vanavond om 23:00 uur wordt op Nederland 2 The Road to Guantánamo uitgezonden, een film als een mokerslag, geregisseerd door Michael Winterbottom en Mat Whitecross. Volgens de omroepgidsen is het een documentaire, maar dat is het niet. Het is een speelfilm, vermomd als documentaire. Ik sprak Winterbottom begin 2006, direct na de wereldpremière op het filmfestival van Berlijn, waar The Road to Guantánamo werd onderscheiden met een Zilveren Beer voor de regie.

‘Ik hoop dat deze film de mensen helpt beseffen hoe krankzinnig het is wat er gebeurt in de kampen in Guantánamo. Als je vijf jaar geleden zou hebben gezegd dat Amerika er zulke praktijken op na hield, zou je voor gek worden uitgemaakt. Nu wordt het al bijna normaal gevonden; er zitten nog steeds honderden mensen gevangen op Cuba. Ze zijn vrijgelaten, maar deze jongens is nooit recht gedaan. We denken niet dat de machthebbers hun fouten zullen toegeven, wel hopen we dat we de publieke opinie kunnen beïnvloeden.’

Slechts één doel hadden de regisseurs Michael Winterbottom en Mat Whitecross met The Road to Guantánamo: zij wilden de wereld laten delen in hun verontwaardiging over het bestaan van Guantánamo, een kamp waar mensen gevangen worden gehouden zonder dat ze formeel ergens van zijn beschuldigd, en zonder dat ze contact mogen hebben met hun familie of met advocaten. Om dat doel te bereiken, worden alle middelen ingezet.

The Road to Guantánamo is gebaseerd op de waargebeurde geschiedenis van vier jonge jongens uit het Midden-Engelse Tipton. Shafiq Rasul, Ruhal Ahmed, Asif Iqbal en Monir Ali vertrokken kort na 9/11 naar Pakistan, waar een van hen zou gaan trouwen. Om geld uit te sparen overnachtten ze in een plaatselijke moskee, waar ze werden opgeroepen hun noodlijdende moslimbroeders in Afghanistan te helpen. Toen ze in Kandahar arriveerden, was de oorlog uitgebroken. In de chaos raakte Monir zoek – tot op de dag van vandaag is niets meer van hem vernomen. De drie anderen belandden via de Noordelijke Alliantie in handen van Amerikaanse militairen, die ervan overtuigd waren dat ze terroristen waren.

Ze werden naar de Amerikaanse marinebasis Guantánamo Bay gevlogen, en ruim twee jaar gevangen gehouden in Camp X-Ray en Camp Delta. Daar kregen de drie herhaaldelijk een video te zien waarop ze in gezelschap zouden verkeren van Osama Bin Laden en Mohammed Atta, het brein achter de aanslagen op 11 september. Na maandenlang dezelfde beschuldigingen te hebben aangehoord over hun lidmaatschap van Al Qa’ida bekenden ze alle drie. Niet veel later kwam de Engelse inlichtingendienst met het bewijs dat de jongens in Engeland waren toen de video met Bin Laden was opgenomen. Een maand later waren de ‘Tipton Three’ weer thuis.

Winterbottom en Whitecross doen er alles aan de geschiedenis van de drie zo geloofwaardig mogelijk te maken. Zij vertellen hún verhaal; getuigen à charge worden niet opgevoerd. Winterbottom: ‘We wilden verbeelden hoe hun reis moet zijn geweest. De kijker moet voelen wat zij gevoeld moeten hebben. Dit is volgens ons de beste manier om hun verhaal te vertellen.’

De researchinterviews die co-regisseur Whitecross met de drie jongemannen maakten, vormen het hart van de film. Hun pratende hoofden worden doorsneden met scènes waarin de verhalen worden nagespeeld (in een nagebouwd kamp in Teheran; net als in Winterbottoms In This World door niet-professionele acteurs).

De camera schokschoudert alsof de filmmakers tussen de inslaande bommen stonden. Met tijd- en plaatsbepalingen lijkt Winterbottom te willen benadrukken dat alles echt zo is gebeurd; ook de tv- beelden, onder meer van Al Jazeera, dragen bij aan het realisme.

Het citaat van Bush waarmee de film vilein begint, is alleszeggend: ‘Het enige wat ik zeker weet is dat dit slechte mensen zijn’. Toch is zijn film niet anti-Amerikaans, meent Winterbottom. ‘In Amerika zijn er ook mensen die schande spreken van het bestaan van de gevangenkampen in Guantánamo, net zoals in Engeland en de rest van de wereld. Wij zeggen niet dat alle Pakistani goed zijn en alle Amerikanen slecht. Wij willen laten zien dat het onvoorstelbaar is dat Guantánamo nog steeds bestaat, een kamp waar mensen gevangen worden gehouden zonder dat ze formeel ergens van zijn beschuldigd, en zonder dat ze contact mogen hebben met hun familie of met advocaten.’