jpekker

Mozaïek van literaire hoogtepunten

De 7 delen van Het bureau, bij elkaar ruim 5000 pagina’s waarin J.J. Voskuil minutieus de dagelijkse gang van zaken beschrijft op het Meertens Instituut waar hij jarenlang werkte, samengebald in 16 plaatjes? Het kan. In 15 zelfs, want in het eerste hokje van de verstripping door Guido van Driel staat alleen de titel. Op het eerste plaatje is het bureau leeg, op het laatste ook. Op het derde plaatje heeft Voskuil zwart haar, op het tweenalaatste plaatje wit. Op de tussenliggende plaatjes komen en gaan er mensen. Ze werken wat en praten wat. Maar de tekstballonnetjes zijn leeg.

Van Driels interpretatie van Het bureau is een van de 57 Nederlandse en Vlaamse klassiekers die op initiatief van stripintendant Gert Jan Pos zijn verstript voor het oogstrelende, schitterend vormgegeven blader- annex koffietafelboek Mooi is dat!. Niet tekstgetrouw, zoals Dick Matena de afgelopen jaren bijvoorbeeld deed met werken van Jan Wolkers, Elsschot en Reve, maar op één enkele pagina.

Dat het er daarbij bepaald niet fijnzinnig aan toe is gegaan, maakt het omslag in één oogopslag duidelijk: de titel is gezet in verzaagde meesterwerken uit de literaire canon van de Lage Landen. Uit De Witte van Ernest Claes werden twee rechtzijdige driehoeken gezaagd, waardoor een hoofdletter M ontstaat. Nescio’s De uitvreter vormt na wat hak- en beitelwerk de t, Hildebrands Camera Obscura doet dienst als uitroepteken.

‘Een boek dat ontploft in je gezicht’, noemt Pos Mooi is dat! (de titel is een verwijzing naar de beroemde uitspraak van Ollie B. Bommel) in zijn inleiding, en daar valt veel voor te zeggen. Veel meer dan een lesboek of een geïllustreerd uittrekselboek is het boek een kunstwerk geworden. Op een groot aantal prenten staat geen letter, of alleen de (boek)titel.

Mooi is dat! bevat het eerste stukje literatuur uit de Lage Landen, ‘Hebban olla vogala’ (ofwel ‘alle vogels zijn nesten begonnen, behalve ik en jij; waar wacht ge nog op?’), en heel recente romans zoals Sprakeloos van Tom Lanoye en Godenslaap van Erwin Mortier. Peter Pontiac waagde zich aan Tommy Wieringa’s Joe Speedboot (een duizelingwekkende plaat vol doorkijkjes, in rood, blauw en donkerbruin, opgebouwd rond de gehandicapte schrijver Fransje). Lectrr tekende een schitterend, Escheriaans trappenstelsel waarin de bibliothecaris uit Herman Brusselmans De man die werk vond zijn dagen slijt.

Paul Bodoni heeft geen woorden nodig om het onpeilbare verdriet invoelbaar te maken van Sotto Voce, het vaak in rouwadvertenties geciteerde gedicht uit de bundel Vergezichten en gezichten van Vasalis. Boem Paukeslag, het beroemde gedicht van de Antwerpse expressionist Paul van Ostaijen dat met zijn ritmische typografie zelf eigenlijk al een soort illustratie is, werd door Marijke Hartjes teruggebracht tot twee plaatjes met wat verdwaalde letters, waarnaar je kunt blijven kijken.

Het kan ook een stuk minder tot de verbeelding sprekend, bewijst Wasco, die grote lappen tekst uit Belcampo’s Het grote gebeuren keurig verdeelde over twintig identieke kaders. ‘Ik ben nu vooral bezig met dingen die geen strips zijn’, zegt hij achterin het boek, waar alle tekenaars kort worden geïntroduceerd.

Mulisch ontbreekt, om maar een grote naam te noemen, net als tekenaar Hanco Kolk, die te druk was met de Grunberg-verstripping Van Istanbul naar Bagdad. Er blijft meer dan voldoende moois over. Mooi is dat! is een bijzonder fraai mozaïek van literaire hoogtepunten.

Mooi is dat! Samengesteld door Gert Jan Pos, Pieter Steinz en Rienk Tychoon. Uitgeverij De Vliegende Hollander. ISBN 9789049501570, € 34,95. De reizende expositie is t/m 16 januari 2011 te zien in de Openbare Bibliotheek Amsterdam.

(Dit stuk is verschenen in Het Parool van 24 november 2010)