jpekker

Hirokazu Kore-eda over Like Father Like Son: Mijn kind, jouw kind

like-father-like-son_1

“Ik heb een dochter van vijf, ze is net iets jonger dan de jongetjes in Like father, like son. Door het maken van deze film wilde ik dieper ingaan op de vraag wat bloedbanden werkelijk te betekenen hebben. Dat komt heel dichtbij, want in mijn film worden alle zekerheden die een vader denkt te hebben afgebroken.”

De Japanse meesterfilmer Hirokazu Kore-eda (Tokio 1962) presenteerde op het afgelopen festival van Cannes Like father, like son, een ontroerend kleinood over een stel dat er na zes jaar achter komt dan hun zoontje bij zijn geboorte is verwisseld. Het is na Nobody knows (2004), Still walking (2008) en I wish (2011) alwéér een film over bloedbanden, families en gecompliceerde relaties. Kore-eda, bedachtzaam formulerend: “Familie is een prachtig thema, waarop ik nog lang niet ben uitgekeken. Omdat ik zelf verander en omdat de omstandigheden waarin ik film maak veranderen.”

koreda

Kore-eda somt op: Toen ik Nobody knows maakte, had ik zelf geen kinderen en leefde mijn moeder nog. Ten tijde van Still walking was mijn moeder overleden, en wilde ik een verhaal vertellen vanuit het perspectief van de zoon, als een soort spijtbetuiging voor alles wat ik haar niet heb gezegd toen ik de kans had. Toen ik zelf vader werd, wilde ik over vaders en zonen praten vanuit het perspectief van de vader. En als ik weer wat ouder ben, dienen zich vast weer andere invalshoeken aan om het over familie te hebben.”

Het uitgangspunt voor Like father, like son was een non-fictieboek over verwisselde baby’s. Maar Kore-eda, die na zijn literatuurstudie eerst een aantal documentaires maakte voordat hij in 1995 met Maboroshi no hikari zijn eerste, direct bekroonde speelfilm maakte, ging met het verhaal aan de haal. “Toen onze dochter werd geboren, veranderde mijn vrouw direct in een moeder. Ik had veel meer moeite met die transformatie. Ik was zielsgelukkig, maar ik was ook in de war. Ik begon me af te vragen wat ons bindt. Bloed? Onze fysieke gelijkenis; ik krijg vaak te horen dat we zoveel op elkaar lijken. De hoeveelheid tijd die ik met haar doorbreng? Daar ben ik op voort gaan borduren.”

like_father_like_son_51000040_st_2_s-low

In Like father, like son zijn er enorme verschillen tussen de gezinnen van de verwisselde jongetjes: Ryota, de vader van het ene gezin, heeft een drukke baan en verdient een vermogen. Hij heeft nauwelijks tijd om zich met zijn zoon Keita te bemoeien, maar hij vindt het wel belangrijk de jongen een keurige opvoeding krijgt en prachtig piano speelt. Yudai, de vader van het andere gezin, rommelt maar wat aan in zijn winkeltje. Hij runt een huishouden van Jan Steen, maar hij is er altijd voor zijn zoon Ryusei; er is tijd, aandacht en heel veel liefde. Voor iedereen. “Ik groeide zelf op in een groot gezin, mijn grootouders woonden ook bij ons in, terwijl mijn vader geen werk had. Nu woon ik zelf in een mooi appartement in Tokio. Er staat een piano, mijn dochter zit op les.”

Het is vreemd zoals die dingen gaan, meent Kore-eda. “Ik vertoon zeker gelijkenissen met Ryota, maar ik ben lang niet zo autoritair. En aan een aantal andere onhebbelijkheden probeer ik iets te doen. Ik was ook alleen maar met mijn werk bezig, maar nu vind ik het belangrijk om tijd te maken voor andere zaken. Hoe druk ik ook ben, bijvoorbeeld met een film, ik probeer iedere dag met mijn dochter te ontbijten. Als ze dan naar de kleuterschool is, ga ik nog even terug naar bed.”

Hoe zwaar het time-management hem soms ook valt, Kore-eda heeft niet overwogen zijn eigen dochter een van de hoofdrollen te laten spelen om vaker bij haar te zijn. “Het is geen moment bij me opgekomen. Ik houd het denk ik graag gescheiden; het is allebei al complex genoeg.”

like_father_like_son_51000040_st_4_s-low

Voor de rollen van de twee jongetjes zag Kore-eda bijna 600 kandidaten. Hij koos twee mannetjes die nog nooit voor de camera hadden gestaan. “Belangrijker dan het feit dat ze goed konden acteren of de fysieke gelijkenis met de biologische vader vind ik de manier waarop ze praten. Ik let op de woorden die ze gebruiken en de manier waarop ze contact met elkaar maken. Ik vind het fijn om daar gebruik van te maken.”

Kinderen komen niet naar de set om hun werk te doen, aldus Kore-eda. Althans niet bij hem. “Ze spelen geen personage, ze zijn zichzelf en tonen hun eigen emoties. Dat vind ik mooi. Ik hoef ze alleen maar in een bepaalde situatie te brengen, een bepaalde setting aan ze uit te leggen, en vervolgens absorbeer ik hun emoties. Ik neem alles op als een spons; hun uitdrukkingen en hun woorden. Dat is een zeer lonende manier van werken.”

Als voorbeeld noemt hij de scène waarin zijn nieuwe, keurige ouders de huisregels doornemen met Ryusei. “Hij vraagt dan telkens ‘waarom’. Dat komt uit hemzelf. Hij vroeg de hele tijd ‘waarom’ als ik hem een aanwijzing gaf. Waarom dit? Waarom dat? Na een paar dagen heb ik het script maar aangepast. Het past zo goed bij hem. Zo jong als hij is, is hij al heel rebels. Op deze manier zegt het meer over dan als hij iets zou roepen als ‘jij bent mijn vader niet!’. Het komt van binnenuit, het is ook veel subtieler.”

like_father_like_son_51000040_st_10_s-low

Kore-eda neemt geen positie in; het is aan de kijker om te bepalen welke manier van opvoeden beter bevalt. “Ik wil niet zeggen wat goed is of wie er verkeerd zit. Ik zou het eerlijk gezegd ook niet weten. Ik herken niet alleen dingen in Ryota, maar ook in Yudai. Allebei de families hebben hun eigen argumenten om tot hun beslissing te komen, en wat mij betreft valt voor al die argumenten wat te zeggen. Ik wilde het open houden; het antwoord is dat we niet weten wat beter is.”

Het maken van Like father, like son heeft zijn ideeën over het vaderschap niet wezenlijk veranderd, besluit Kore-eda. “Zo werkt dat niet bij mij. Het is een geleidelijk proces. Ik leer iedere dag wel wat bij, als filmmaker én als vader. Door trial-and-error, stapje voor stapje.”

Like father, like son van Hirokazu Kore-eda draait nu in de Nederlandse bioscopen. Dit interview is eerder verschenen in Het Parool.