jpekker

‘Mijn ervaringen met cinema hebben de basis gelegd voor mijn manier van kijken’

Een paar dagen voor de opening legt de Vlaamse kunstenaar Luc Tuymans in het Gemeentemuseum Den Haag de laatste hand aan zijn expositie. Letterlijk. Uit een klein busje strooit hij wat talkpoeder over het zwarte paneel van zijn werk The Rumour. “Het moet duivenstront voorstellen”, lacht hij. “Moet het meer zijn? Nee, je moet niet overdrijven.”

Het Gemeentemuseum kreeg The Rumour van de vriendenvereniging, ter ere van de tentoonstelling en de gelijknamige oeuvrecatalogus Luc Tuymans – Grafisch werk 1989 – 2012. De installatie bestaat uit zeven kleurenlithografieën, gemonteerd op vier houten panelen achter beschilderd plexiglas. En een duiventil.

The Rumour vindt zijn oorsprong in een jeugdherinnering van Tuymans. ‘in Bretagne, waar Tuymans (Mortsel 1958) in zijn jeugd de vakantie doorbracht. ‘We bezochten er verschillende kastelen en ik zag bij de ingang telkens een klein, koepelvormig gebouwtje staan met aan de bovenkant een kleine opening, maar zonder vensters of deuren. Dat waren duiventillen, ontdekte ik. Ik hoorde een vader zijn zoon uitleggen dat je de oppervlakte van het landgoed van de kasteelheer kon afmeten aan de grootte van de duiventoren. In de 18e eeuw konden boeren uiteraard geen eigen duiven houden; dat was het privilege van de adel. Het eerste wat de boeren deden toen de Franse revolutie uitbrak, was alle duiven de nek omdraaien. Anders dan voor Picasso zijn duiven voor mij dan ook geen vredesymbool, het zijn veeleer vliegende ratten.’

Zo laat Tuymans – die geldt als een van de belangrijkste hedendaagse kunstenaars; zijn werk is opgenomen in de collecties van onder meer het MoMA, Tate Modern en het Centre Pompidou – de beesten ook zien: ambigue, naast een minuscuul, vervaagd portret van een aristocraat en een voorovergebogen, machteloos, misbruikt figuur in onderbroek.

Het paneel met spectaculair gekleurde close-ups van duivenogen onderschrijft nog eens de onderzoekende aard van Tuymans werk. ‘Ik vond ze in een boek over duivensport, een druk beoefende discipline in België. Duivenmelkers herkennen aan de manier waarop de ogen in hun kassen zitten de kwaliteit van de duiven.’

Zo zit achter ieder werk veel meer dan je in eerste instantie ziet. ‘Dat is de opdracht die ik mijzelf stel. Omdat ik werk met bestaande beelden, met representatie, wil ik weten wat het is en waar het precies over gaat. Maar dat wil niet zeggen dat de toeschouwer dat ook allemaal moet weten. Het is in de eerste plaats een visueel medium; wat je erin ziet staat vrij. Sommige titels zijn indirect, zoals The Rumour, andere juist zeer direct. Als je bij mijn schilderij Gaskamer de titel weglaat, dan is dat gewoon een geschilderde kelder.’

Met een totaalbeeld, portretten van de ‘hoofdrolspeler’ en close-ups van veelzeggende details lijkt The Rumour ‘gemonteerd’ als een film. ‘Mijn ervaringen met cinema hebben de basis gelegd voor mijn manier van kijken. De montage, de beweging van het beeld, de close-up, dat is allemaal extreem belangrijk in mijn werk. Niet alleen in The Rumour, maar in de gehele expositie. Elke tentoonstelling – ik maakte er al meer dan honderd – moet een geheel zijn. Het moet natuurlijk aanvoelen. Alles moet juist hangen, alles moet juist zijn. Ik maak gebruik van een computerprogramma, waar ik alle zalen die ons ter beschikking staan in heb ingevoerd. Vervolgens ga ik aan de slag, maar het is interessant om te zien dat het in de praktijk zelden volledig klopt. Ook hier niet. We hielden een aantal werken over.’

In Den Haag zijn inktjetprints, (kleuren)fotokopieën, kunstenaarsboeken en filmstills te zien, zeefdrukken, pigmentprints, etsen, monotypen, zilvergelatinedrukken en litho’s. Van planten, ramen en deuren, van machthebbers en seriemoordenaars. Het grafisch werk is aangevuld met tien schilderijen.

Zijn recente, even monumentale als intieme portret van Koningin Beatrix blijft echter gewoon in het Stedelijk hangen. Tuymans maakte het ter gelegenheid van de heropening. In één dag. In opdracht. ‘Ik werk vrijwel nooit in opdracht. In dit geval wel, omwille van de persoon van de Koningin. Ik heb haar leren kennen als lid van de jury van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst. Ik heb met haar mogen lunchen en was onder de indruk van de persoon, de vrouw. Zij is een open geest, cultureel geïnteresseerd en zeer sympathiek. Anders had ik het niet gedaan.’

Doorgaans werkt Tuymans met bestaande foto’s, uit kranten en tijdschriften of van internet. ‘Dat heb ik nu ook geprobeerd maar het werkte niet. Ze waren te stijf. Ze hadden te weinig mee van de mens. Hare Majesteit is op mijn verzoek langs gekomen in Huis ten Bosch; in de Oranjezaal heb ik met mijn iPhone een aantal foto’s van haar gemaakt.’

Het was natuurlijk een delicate opdracht. ‘Ik moest direct denken aan de staatsieportretten van Goya en Velazquez, maar het moest natuurlijk een schilderij van mij zijn. En een verdoezelend portret moet men mij niet vragen te schilderen, dat doe ik niet. Ik heb geprobeerd haar respectvol af te beelden, maar ze heeft een bepaalde leeftijd en ze gebruikt ook redelijk veel oogschaduw…’

Zijn ambigue portretten zullen nooit iedereen kunnen bekoren, weet Tuymans. ‘Dat is ook niet de bedoeling. Dat heeft de koningin trouwens zelf ook perfect begrepen. Tijdens de opening van het Stedelijk – ze droeg dezelfde jurk – zei ze tegen mij: “Er is veel controverse rond mijn beeltenis. Maar met een goed kunstwerk hoort dat ook zo.’

Luc Tuymans, Grafisch werk 1989-2012. T/m 2/6 in Gemeentemuseum Den Haag.