jpekker

Met Barry Atsma naar de Middeleeuwen

‘Waarom is De Nachtwacht eigenlijk zo wereldberoemd? Het is gewoon een portret van een groep Amsterdamse schutters in de 17de eeuw’, zegt acteur Barry Atsma. ‘Schutters verdedigden de stad en bewaakten de openbare orde. Dit zijn kloveniers, de compagnie onder leiding van kapitein Frans Banninck Cocq en luitenant Willem van Ruytenburch. Ze staan op het punt om overdag door de stad te marcheren. De titel ‘Nachtwacht’ kreeg het schilderij in de 19de eeuw omdat het zo donker was. Dat klinkt mooi, maar klopt dus niet.’

De stem van Atsma zit in de nieuwe Rijksmuseum-app; het lijkt alsof hij naast je door het museum wandelt. Jij kijkt om je heen, Atsma vertelt. En laat je beter kijken: ‘Het meisje links is eigenlijk een soort mascotte’, zegt hij. ‘De klauwen van de vogel aan haar riem zijn het symbool van de kloveniers, die ook wel klauweniers werden genoemd.’ Atsma wijst op de dramatische lichtinval en op de gebaren en houdingen van de schutters. ‘In plaats van de mannen braaf op een rij in het gelid te zetten, koos Rembrandt voor deze nogal ordeloze opstelling, alsof ze zó gaan vertrekken. Het is een groep in actie en dat maakt dit schilderij zo bijzonder.’

‘Meer zien’ is het uitgangspunt van de Rijksmuseum-app, die vanaf de opening op 13 april te downloaden is op iedere smartphone. De app maakt gebruik van 3D-audio, waardoor de luisteraar zich in een driedimensionale ruimte waant. Speciaal gecomponeerde soundscapes maken de beleving compleet.

Mieke van der Weij leende haar stem aan de zogenaamde ‘gebouwentour’; Atsma leidt de bezoeker door de ‘Hoogtepunten’ en de ‘Gouden Eeuw’. Dat de acteur dezer dagen op televisie te zien is als Vincent van Gogh is geen bezwaar, aldus Annemies Broekgaarden, hoofd Publiek & Educatie van het Rijks: ‘We verkopen het niet als een Barry Atsma-tour; we hebben hem gekozen omdat hij zo’n mooie stem heeft.’

Een andere troef van de nieuwe app is de zogenaamde ‘magischvensterfunctie’, die van een smartphone afwisselend een vergrootglas, een verrekijker, een tijdmachine, een infrarood-apparaat, een schetsvel of een toverstaf maakt, aldus Peter Gorgels, internetmanager van het Rijksmuseum.

Op het magisch venster is bijvoorbeeld te zien dat Rembrandt De Nachtwacht onder een afdakje in zijn tuin schilderde, omdat zijn atelier te klein was. Bij Het melkmeisje wordt een infraroodopname getoond, waarop te zien is hoe Vermeer een kaart aan de muur weg schilderde zodat die de aandacht niet afleidt van het melkmeisje. En dat in de vlek rechtsonder een mand met kleren stond, die Vermeer verving door een stoof en een plint met Delftsblauwe tegels.

In Het Sint Nicolaasfeest verschijnt opeens een gefotografeerde ‘hedendaagse’ goedheiligman met vuurrode mijter en tabberd, om duidelijk te maken dat er niet eens zo veel veranderd is sinds Jan Steen zijn schilderij maakte. In een ander filmpje wordt een toren van Delftsblauw aardewerk gebouwd, waar vervolgens veelkleurige bloemen in worden gestoken. In voice-over wordt uitgelegd dat het een bloempiramide is, ook wel bekend als tulpenvaas, maar dat hij ook voor allerlei andere soorten snijbloemen werd gebruikt.

‘Alles staat in dienst van de museumervaring’, aldus Gorgels. ‘Daarom is voor heel korte beeldfragmenten gekozen; het is niet de bedoeling dat je de hele tijd naar je telefoon loopt te turen.’ Ook de filmpjes waarin conservatoren, restaurateurs (externe) experts én bezoekers aan het woord komen, zijn bewust kort gehouden. Daarin komt onder anderen architect Sjoerd Soeters aan het woord naar aanleiding van De bocht van de Herengracht van de 17de-eeuwse Haarlemse stadsgezichtenschilder Gerrit Berckheyde. Theateracteur Jochum ten Haaf (en dus niet Barry Atsma), die furore maakte in Londen met Vincent in Brixton, vertelt bij een zelfportret van Van Gogh hoe het is om in zijn huid te kruipen. Bij De Nachtwacht vertelt directeur Wim Pijbes wat hij zelf zo bijzonder vindt aan Rembrandt.

De gebruiker hoeft overigens niet per se voor een schilderij te staan om de informatie tot zich te nemen; anders dan bijvoorbeeld in het Van Gogh Museum maakt de app geen gebruik van Augmented Reality (AR), de techniek waarmee virtuele informatie over fysieke objecten wordt geprojecteerd. Een bewuste keuze, aldus Gorgels. ‘De app is echt bedoeld om in het museum te gebruiken, en Augmented Reality is nu eenmaal niet altijd even handig in een druk museum, met al die mensen die voor een schilderij langslopen. Omdat de app niet als camera wordt gebruikt, is het strikt genomen geen AR, maar het magisch venster heeft min of meer hetzelfde effect. Ook de audiotour legt in zekere zin een media-laag over de werkelijkheid.’

Nieuw media-kunstenaar Sander Veenhof, die bij de vertoning van Jaws in Eye virtuele haaien in het IJ liet zwemmen en – zonder toestemming – een virtuele 7de verdieping, inclusief virtuele kunst, op het New Yorkse MoMA plaatste, begrijpt de keuze van het Rijksmuseum, maar benadrukt dat AR juist mogelijkheden biedt buiten de openingstijden en op andere locaties. ‘Het Stedelijk Museum organiseerde een paar jaar geleden bijvoorbeeld een virtuele 3D-expositie voor de deur, op het Museumplein. En ik heb vorig jaar zelf een app gemaakt voor het Tropenmuseum. Dat ging toen door de bezuinigingen een dag per week dicht ging, maar door mijn app konden ze communiceren dat het museum zeven dagen per week 24 uur per dag open was. Met AR kun je stukken uit de collectie presenteren die anders nooit uit het depot komen. En je kunt Berckheyde’s De bocht van de Herengracht in de Gouden Bocht laten zien, op de plek waar-ie is geschilderd. Eigenlijk kan alles.’

Volgens Broekgaarden is het de bedoeling dat in nieuwe versies nieuwe objecten en functionaliteiten aan de app worden toegevoegd. ‘Maar’, zegt Gorgels, ‘dat doen we alleen als het een toegevoegde waarde heeft. De techniek is ondergeschikt, maar we houden de nieuwste ontwikkelingen natuurlijk wel in de gaten.’ Veenhof verwacht in dit opzicht veel van Google Glass, een AR-bril die de drager voortdurend alert maakt op dingen die voor hem of haar relevant zijn. ‘Per persoon op maat. Dat is de audiotour van de toekomst.’

Voor het zover is loopt Barry Atsma met de bezoeker door het Rijksmuseum, als een goeie vriend. ‘Ah, daar is ze dan, het beroemde melkmeisje. Zo verdiept in haar werk dat ze ons niet opmerkt. Het binnenstromende daglicht weerkaatst in de hele ruimte, maar vooral in het stilleven op tafel en in de melkkan in haar handen. Het lijkt wel of de melk nog stroomt. Dit schitterende effect bereikte Vermeer door kleurstipjes te schilderen op de plekken waar het licht weerkaatst.’

De Rijksmuseum-app is vanaf 13/4 te downloaden in de Mac App Store en de Google Play Store. In het museum zijn ook devices met de multimediatour te huur. Thuis de collectie van het Rijksmuseum exploreren kan door een Rijksstudio aan te maken op de site van het Rijksmuseum.