jpekker

Martin Scorsese was in Amsterdam

Vanavond is de officiële opening van het fenomenale onderkomen van het EYE Film Instituut Nederland, ontworpen door het Weense bureau Delugan Meissl. In aanwezigheid van de koningin. Maar zonder de beoogde eregast Martin Scorsese.

Je kunt natuurlijk zeggen: de burgemeester van Amsterdam had ingeschakeld moeten worden. Of beter nog: premier Rutte, de opening van dit ‘on-Nederlandse gebouw’ (de Volkskrant) is immers een zaak van nationaal belang. Anderzijds is de pers- en pr-attaché van het EYE Film Instituut Nederland sinds het najaar van 2011 in de weer geweest om Martin Scorsese naar Amsterdam te halen.

Hij sprak met één van zijn twee persoonlijke assistentes en er zijn talloze e-mails heen er weer gegaan. Maar het eind van het liedje kwam de ontnuchterende mededeling dat Scorsese niet in de gelegenheid was om op 4 april naar Amsterdam te komen voor de officiële opening van het EYE Film Instituut. Geen ruimte in zijn agenda. Over een honorering is nooit gesproken.

De keuze voor de bevlogen filmregisseur annex -liefhebber Scorsese (Queens, 1942) was niet zomaar: Scorsese heeft een speciale band met EYE, het Filmmuseum én Amsterdam. Het twintig seconden durende fragment uit de Méliès-film Les quatre cents farces du diable (1906) in Hugo, zijn met vijf Oscars onderscheiden hommage aan filmpionier Georges Méliès, is afkomstig uit de collectie van EYE. Als drijvende kracht achter het restauratie- en conserveringsproject World Cinema Foundation is Scorsese daarnaast een schitterend uithangbord voor filmconservering – een van de kernactiviteiten van EYE. En vele jaren geleden was hij in Amsterdam en werkte hij mee aan Obsessions, het solo-speelfilmdebuut van Pim de la Parra, dat nu door EYE wordt gerestaureerd en geconserveerd.

Scorsese – hij stond nog helemaal aan het begin van zijn carrière – kwam eind jaren zestig naar Amsterdam op uitnodiging van zijn studievriend Richard Coll, die er werkte bij cameraman Max Fischer. Hij nam er onder meer extra scènes op voor zijn speelfilmdebuut Who’s that knocking at my door (1967/68), en kwam er in contact met Pim de la Parra en Wim Verstappen, die een zekere reputatie genoten door het (internationale) succes van De minder gelukkige terugkeer van Joszef Katus naar het land van Rembrandt (1966).

Hij was, aldus De la Parra, geregeld te gast in zijn huis in Osdorp, en daar zal dan ook het plan zijn ontstaan om Scorsese te vragen het script van De la Parra’s soloregiedebuut Obsessions (Bezeten – Het gat in de muur) te laten doorvlooien, een in Amsterdam gesitueerde, Engels gesproken “Sex & Psycho Suspense Murder Mystery” over Nils Janssen, een arts in opleiding, en de mooie journaliste Marina, die samen in een moordzaak verwikkeld raken. Scorsese’s voornaamste opdracht was het bewerken van De la Parra’s “klunzige Engels”; ook zou hij waar nodig het narratief stroomlijnen.

Op het voorblad van het door Scorsese bewerkte script uit 1968, dat zich in de archieven van het EYE Film Instituut bevindt, staat zijn naam verkeerd gespeld, tussen die van De la Parra en Verstappen. Door de verkeerde c staat een blauwe penstreep; erboven staat een keurige s. In de rechter bovenhoek van het voorblad op folioformaat staat Scorsese’s naam ook met pen geschreven, met dezelfde fout; eronder staat de achternaam wel goed gespeld.

Het script zelf staat vol met doorhalingen en verbeteringen. “Very good”, staat er een paar keer in de kantlijn, net als “Good!” Maar er zijn ook kanttekeningen: “Be careful – too too ominous. Too much of a give away.” En: “whole masseuse-chase sequence is much too lang, too detailed”. Een andere interessante observatie: “If Nils has been living in Amsterdam so long, he must be acquinted with the Begijnhof. If not, why isn’t he? Isn’t he Dutch or what?”

Hier en daar doet Scorsese ook regievoorstellen. “Why not make this a quick dolly shot – much more effective I think. Start with Nils’ face as he stares at wall, then truck around to the left to get the reverse angle.” Eronder heeft hij twee schetsjes gemaakt om te verduidelijken wat hij precies bedoelt.

“Een voor de hand liggende aanwijzing”, aldus De la Parra. “En voor hem, een beginnende filmmaker uit New York, was het ook gemakkelijk zo’n dollyshot te realiseren, Maar wij hadden er geen budget voor. Bovendien had de Cinetone Studio maar één dolly en die was te groot om naar de eerste verdieping van het pand aan de Herengracht waar wij filmden te hijsen.”

Scorsese zou 500 dollar krijgen voor zijn bijdrage (“Dat was toen best flink veel geld, mind you”, aldus De la Parra). De door Verstappen verstuurde cheque heeft hem echter nooit bereikt, zo bleek toen De la Parra en Scorsese elkaar in 1973 of 1974 weer ontmoetten op het festival van Cannes. Vermoedelijk is hij terechtgekomen bij zijn eerste vrouw, van wie hij in die periode was gescheiden.

Wat Scorsese’s aandeel precies is geweest, is moeilijk meer te achterhalen (De la Parra herinnert zich in elk geval “een gevoel van teleurstelling dat hij niet meer aan het script had bijgedragen en geen dialogen had verzonnen”). Feit is dat Obsessions een groot succes werd: de film brak bezoekersrecords in de Amsterdamse Cineac en werd aan meer dan honderd landen verkocht.

In 1975 stond Scorsese opnieuw bij De la Parra voor de deur in Amsterdam Osdorp; hij had de opnamen voor Taxi Driver afgerond en was op zoek naar een componist. De la Parra raadde hem Hitchcock-componist Bernard Herrmann aan, die na tussenkomst van François Truffaut ook de muziek had gemaakt voor Obsessions. Dat leek Scorsese wel wat en De la Parra belde direct naar Londen. Drie dagen later ontmoetten Scorsese en Herrmann elkaar. Een jaar later werd Taxi Driver in Cannes bekroond met de Gouden Palm.

In de openingsweek van het EYE worden films vertoond uit het Martin Scorsese-retrospectief, waaronder de nieuwe restauraties van Taxi Driver (in hoge resolutie 4K), The Last Waltz en Raging Bull. Het is de bedoeling dat de gerestaureerde versie van Obsessions later dit jaar in première gaat.