jpekker

Losgezongen van de dagelijkse filmwerkelijkheid

Dag in dag uit staat hij voor de hoofdingang van het Palais du Festival, het kloppend hart van het filmfestival van Cannes. In een warm, loodzwaar metalen harnas. Passanten kloppen op de achterkant van zijn helm, toeristen willen met hem op de foto. Maar daar is het de 34-jarige Aaron Warr niet om te doen. Hij is uit Chicago naar Cannes gekomen om flyers uit te delen voor My Guaranteed Student Loan. De afbeelding met rondborstige blonde meisjes en jongens in highschool-outfit verraadt direct dat het gaat om een ‘college comedy’ in de stijl van Porky’s Pikante Pretpark – niet bepaald het soort film waar het in Cannes om draait.

Warr, die het scenario schreef, produceerde en ook een rolletje speelt, kan er niet mee zitten. ‘Iedereen die iets voorstelt in de filmwereld loopt rond in Cannes; er is gewoonweg geen betere plek om aandacht voor je film te genereren.’ Wie geïnteresseerd is, wordt doorverwezen naar een stand in de kelder van het paleis. Warr, bij wijze van aanbeveling: ‘De zoon van Richard Pryor doet mee, Richard Pryor Jr., en Celeste Holm, die in 1948 de Oscar voor beste bijrolactrice won voor Gentlemen’s Agreement. Je moet echt even gaan kijken!’

Het filmfestival van Cannes is meer dan de Gouden Palm-competitie, bestaand uit negentien kunstzinnige, eigenzinnige producties uit alle delen van de wereld. Het is ook – en door de rol van de media in steeds belangrijker mate – een pr-platform, goed voor mooie plaatjes en gelikte praatjes, die door de aanwezigheid van ruim 4000 journalisten in een ongekend tempo de wereld overgaan.

Maar je moet wel iets bijzonders doen om de publiciteit te halen. Want werkelijk iedereen in Cannes is op zoek naar aandacht. De sales agent van The Silent Army, vorig jaar in de officiële festivalselectie, probeert het met advertenties in de vakbladen, die iedere dag in enorme oplagen worden verspreid. De makers van Komt een vrouw bij de dokter, die op de filmmarkt wordt verkocht onder de internationale titel Stricken (‘getroffen’), laten de hele dag een vrachtwagentje heen en weer rijden over de Boulevard de la Croisette. Achterop is een enorm bord bevestigd. ‘From the Oscar winning producer of Antonia’s Line’ staat erop aan beide kanten; ‘#1 Hit’, ‘Over 13 million at the Dutch Box office’ én de beeltenis van hoofdrolspeler Carice van Houten. Nederlands enige filmster is zelf ook naar Cannes gekomen. Zij laat vooral van zich horen via twitter: ‘Just walked into glass door on important meeting. Nose and knees hurt’.

Er wordt in Cannes om aandacht gesmeekt voor de nieuwste technische ontwikkelingen op filmgebied (sinds het gigantische succes van Avatar staat op bijna iedere poster op de filmmarkt groot ‘in 3D’), voor auto’s (‘Kom kijken naar de nieuwe Mégane Coupé-Cabriolet van Renault, al 27 jaar partner van het festival’) en Nespresso, parfums en juwelen, haute couture en bijzondere drankjes (Moët presenteert ‘Summer Bubbles’).

De plaatselijke politie ziet het filmfestival als een uitgelezen mogelijkheid aandacht te vragen voor hún zaak (slechts arbeidsomstandigheden, een laag pensioen: maandag wordt er gestaakt). Famke Jansen maakt in Cannes bekend dat ze een film gaat regisseren; Liam Gallagher openbaart er dat hij een film maakt over The Beatles.

De volslagen onbekende Nederlandse acteur Vincent van Ommen heeft talloze persberichten doen uitgaan waarin hij meldt dat hij wederom zal schitteren tijdens het Cannes International Film Festival. ‘Samen met zijn bloedmooie tegenspeelster, Tomb Raider model Alison Caroll, zal Vincent dit jaar weer schitteren op de rode loper en een flink staaltje acteerwerk laten zien op the big screen van Cannes, waar Life is an Art in zijn geheel aan het filmminnende publiek zal worden vertoond.’

Het échte talent draaft op voor interviews, junkets, mini-persconferenties en persconferenties (hoewel menig journalist klaagt over het gebrek aan grote sterren). ‘Maar’, zo stelde Woody Allen (in Cannes met het vermakelijke You Will Meet a Tall Dark Stranger), ‘ik kan in vijfhonderd interviews vertellen dat ik een geweldige film heb gemaakt, dat haalt helemaal niets. Het publiek heeft snel genoeg in de gaten of een film goed is of slecht. Als het publiek ‘m wil zien. is het een goeie film. En als het publiek ‘m niet wil zien, is het een slechte film.’

Maar een film moet wel te zien zijn. En veel van de films die in Cannes worden vertoond, halen de reguliere bioscopen helemaal niet – en dat heeft lang niet altijd te maken met de kwaliteit, integendeel.

Neem En waar de sterre bleef stille staan, de afstudeerfilm van de pas 25-jarige Vlaming Gust Van den Berghe. Het is een kerstspel, gebaseerd op een boekje van Felix Timmermans uit 1925, bijna in zijn geheel opgenomen in zwart-wit, met een cast die louter bestaat uit mensen met het syndroom van Down. Weerbarstige filmkunst. Het Amerikaanse vakblad The Hollywood Reporter noemt de film – terecht – ‘een ode aan het soort films waaraan de parallelsectie Quinzaine des Réalisateurs zijn formidabele reputatie dankt’. Maar, zo meldt het blad daar direct achteraan: de commerciële mogelijkheden voor de film zijn niet-existent.

Cannes lijkt een beetje losgezongen van de dagelijkse filmwerkelijkheid.