jpekker

Leugen op leugen


Media hebben macht, en macht schept verantwoordelijkheden. Wat in de krant staat, moet waar zijn. Maar, zo denkt het publiek, journalisten rennen steeds harder achter elkaar aan, het principe van hoor en wederhoor wordt steeds minder toegepast, en feiten worden niet gecheckt. De grenzen op het gebied van privacy vervagen, er wordt meer dan ooit gespeculeerd en gebruik gemaakt van anonieme bronnen. “De leugen regeert”, stelde koningin Beatrix eind 1999 al, en niet voor niets.

Twee films naar twee geruchtmakende zaken lijken voeding te geven aan die verwijten. Jon Maas werkt aan een scenario voor een zwarte komedie over de lotgevallen van Jayson Blair, de 27-jarige zwarte journalist die vorig jaar met zijn verzonnen en overgeschreven verhalen het instituut The New York Times aan het wankelen kreeg – de krant van de driedubbel gecheckte feiten. En debuterend regisseur Billy Ray maakte de nauwgezette reconstructie Shattered Glass, over de 25-jarige Stephen Glass die 27 van de 41 verhalen die hij tussen 1995 en 1998 schreef voor het gezaghebbende opinieblad The New Republic (‘the Inflight Magazine of Air Force One’) geheel of gedeeltelijk verzon.

Opmerkelijk detail: even was er sprake van dat Blair voor Esquire een recensie zou gaan schrijven over Ray’s Shattered Glass. De meest beruchte journalistieke fraudeur had een stuk over een andere beroemde fabulant moeten maken. Toen de media er lucht van kregen, blies Esquire het plan af.

Glass’ stukken waren voor publicatie gelezen door redacteuren, eindredacteuren, een meelezende hoofdredacteur, feitencheckers, researchers, advocaten en printredacteuren, laat Ray zien in zijn film. Desondanks werd fictie voor feiten gehouden. ‘Omdat we hem zo aardig vonden’, zegt The New Republic-hoofdredacteur Chuck Lane in Shattered Glass.

De jongeling is de gevierde man op de redactie. Hij is charmant, bescheiden, behulpzaam, werkt hard en maakt lange dagen. Nooit vergeet hij een verjaardag van een collega, hij maakt de directiesecretaresse complimenten voor haar nieuwe lipstift, en wanneer iemand met een deadline worstelt, is hij niet te beroerd om een broodje te halen. Als hij ook maar denkt dat iemand kritiek heeft op zijn verhalen, gaat Glass direct door het stof. ‘Heb ik iets verkeerds gedaan?’, vraagt hij dan. ‘Ben je boos op me?’

Het begon met een klein leugentje, een zelfverzonnen quote, nodig om een verhaal helemaal rond te maken. Later verzon Glass personen, plaatsen, instanties, sfeerbeschrijvingen, gebeurtenissen, alles eigenlijk. Zijn malversaties worden ontdekt door Adam Penenberg, een journalist van het webmagazine Forbes Digital Tool. Diens hoofdredacteur had hem een sensationeel stuk van Glass voorgelegd, en gevraagd waarom hij nooit met zulke verhalen kwam. De getergde Penenberg ging wat googlen; een paar muisklikken later wist hij dat Glass zijn verhaal voor het overgrote deel uit zijn duim moest hebben gezogen. Penenberg in de film: ‘Het enige aan het stuk dat klopt, is dat er in Amerika een staat Nevada heet.’

Glass had geprobeerd zijn bedrog te verdoezelen door middel van valse aantekeningen, nep-faxen, nep-mailboxen en nep-antwoordapparaten, en zelfs een fake website. De moeite die het hem kostte zijn leugens te verbergen, was vermoedelijk groter dan de inspannin die hij zich had moeten getroosten om gewoon zijn werk te doen. ‘Ik loog en loog opnieuw om die leugens te verdoezelen’, zei Glass later op CBS News. Uiteindelijk tevergeefs. De 25-jarige staff-writer, die in 1998 meer dan 100 duizend dollar verdiende met zijn verzonnen verhalen voor Rolling Stone, George en Harper’s Magazine, werd op staande voet ontslagen door The New Republic.

Ray baseerde zijn film op het artikel dat H. G. ‘Buzz’ Bissinger voor Vanity Fair schreef over de zaak Glass, woordspelerig Shattered Glass getiteld. Het moest een film worden over de verantwoordelijkheden van de pers, over de gevaren van de persoonlijkheidscultus, over ethische dilemma’s. Hij zocht alle direct betrokkenen op – ook mensen die anoniem wilden blijven – behalve Glass zelf. Voordat met de opnamen werd begonnen, liet Ray zijn scenario lezen aan Chuck Lane, Glass’ voormalige hoofdredacteur bij The New Republic. ‘De feiten moesten kloppen’, aldus Ray. ‘Het zou in dit geval wel erg ironisch zijn dingen te verzinnen voor het dramatisch effect.’

In Shattered Glass wordt alles en iedereen bij naam en toenaam genoemd. De fabulerende journalist heet Stephen Glass (gespeeld door de goed lijkende Hayden Christensen), de hoofdredacteur heet Chuck Lane (Peter Sarsgaard), het blad The New Republic. En toch is het Ray gelukt Bissingers non-fictie verhaal in een meeslepende dramaproductie te gieten. Een film die geen excuses zoekt voor Glass’ daden, of de gevolgen trivialiseert.

Shattered Glass is een portret van een geobsedeerde leugenaar, die snel verslaafd raakt aan het succes dat zijn leugens hem oplevert, geen pars pro toto voor de totale ontreddering van de journalistiek. Niet de sympathieke Glass blijkt ten slotte de echte held van de film; dat is de aanvankelijk door de redactie gehate, maar doortastende hoofdredacteur Chuck Lane – misschien niet geheel toevallig de man die het scenario fiatteerde.

Shattered Glass van Billy Ray. Zondag 5 februari, 00:20 uur, NET 5.