jpekker

Kunstenaar Gerald van der Kaap over zijn film Beyond Index: “De Heilige Drie-eenheid van Film, Kunst & Muziek”

“Ik heb een story-seminar gevolgd van Robert McKee; toen wist ik in ieder geval hoe ik het niet wilde. Goeie tips stonden wel in een dik boek over Stanley Kubrick’s Napoleon – The greatest movie never made. Voor de massascènes gebruikte hij papieren uniformen. Dat zou je toch niet zien. Daar had ik wat aan; in plaats van alle meesterwerken die in mijn film te zien zijn na te laten schilderen, hebben we ze op de computer ‘onaf’ gemaakt en gewoon in China uitgeprint.”

In Beyond Index, de eerste lange speelfilm van beeldend kunstenaar, fotograaf en nieuwe-mediapionier Gerald van der Kaap (58), draait het om de kleur blauw. Het blauw van de lucht en het blauw van kunstenaar Yves Klein. En om verandering; in een schilderijenfabriek in het razendsnel veranderende China ondergaat de kunststudente Fang, die als bijbaantje Europese meesterwerken kopieert, een transformatie nadat op een dag een geheimzinnige man op het toneel verschijnt.

De vreemdeling noemt zichzelf Yves, naar Yves Klein, en introduceert de kleur blauw. Blauw, als wondermiddel tegen de luchtverontreiniging die niet langer te meten is (‘beyond index’). Blauw, als elixer voor de geest; bedwelmd door de woorden van Yves begint Fang een andere werkelijkheid te dromen, in een kunstwerk dat zijn eigen regels volgt, boordevol speelse verwijzingen naar kunst en literatuur en schrander commentaar op onze westerse blik op het oosten.

Beyond Index is gemaakt in het kader van De Verbeelding, een samenwerkingsproject van het Filmfonds en het Mondriaan Fonds dat beeldend kunstenaars samen met filmproducenten de mogelijkheid biedt een lowbudgetfilm te realiseren. Van der Kaap kreeg in 2012 300.000 euro toegekend. “We zijn te werk gegaan op dezelfde manier als ik mijn kunst altijd heb gemaakt: het idee groeit tijdens het maken zelf. Iets wat ik de producent natuurlijk wel even uit moest leggen.”

Van der Kaap nam zijn film op in de Zuid-Chinese stad Xiamen, met Chinese acteurs en een Chinese crew. “Ik wilde graag met amateurs werken, met echte mensen, maar dat kan lastig zijn omdat ze soms niet op komen dagen. Als je in je eentje werkt, maakt dat niet uit, maar met een crew is dat natuurlijk niet werkbaar. Mijn mannelijke hoofdrolspeler, die er tijdens de casting heel goed uitzag, grote kuif, leren jasje, bleek de eerste opnamedag heel onhandig te lopen. Ik dacht een soort Chinese James Dean te hebben, maar hij liep heel sullig. Ik heb toen een tweede Yves, een kopie, geïntroduceerd. In deze film kan alles, dat is het idee. De actrice die Fang speelt wordt afgewisseld met de echte Fang.”

Een crew samenstellen bleek ook niet eenvoudig. “Ik ontdekte al snel dat alles daar, in tegenstelling tot wat veel mensen denken, eerder duurder dan goedkoper is dan in Nederland.”

Via via kreeg Van der Kaap opeens de mogelijkheid om met Yu Lik-wai te werken, de vaste cameraman van de Chinese meester-chroniqueur Jia Zhang-ke. “Toen ik zijn films zag, dacht ik: wat ga ik nu in China lopen filmen? Die mensen doen dat honderd keer beter. Maar Lik-wai stelde een mini-crew voor; een speciale camera en dolly moesten met een busje 800 km verderop worden opgehaald. Dat bleek goedkoper. Het werd een geweldige ervaring om met hen te werken. Ze hadden aan een half woord genoeg. Het werd uiteindelijk precies wat ik voor ogen had: pure cinema.”

Hoewel de schilderijenfabriek waar hij wilde filmen niet meer bleek te bestaan, en er geen tijd en budget meer was om – zoals gepland – nog drie dagen in Beijing te filmen, keerde Van der Kaap na zeventien opnamedagen tevreden terug naar Nederland. Hij monteerde zijn film zelf, en liet een soundtrack maken door het Berlijnse deephouse-duo Âme. “Ik wilde het eigenlijk doen zoals Miles Davis deed voor Louis Malle’s Ascenseur pour l’échafaud, dus dat ik ze de film zou laten zien en zij er dan in één keer live de muziek bij zouden maken. Maar ze wilden toch meer tijd; ik heb de film scène voor scène doorgesproken en zij hebben vervolgens de muziek gemaakt in hun studio in Berlijn.”

De eerste mensen aan wie hij Beyond Index – door Van der Kaap omschreven als ‘de Heilige Drie-eenheid van Film, Kunst & Muziek – liet zien, begrepen er helemaal niks van. “Misschien waren het de verkeerde mensen. Een goede vriendin kwam toen met het advies om alle gespeelde scènes eruit te gooien. Dat heb ik gedaan; ik heb gefocust op de documentaire-scènes, op alles wat echt is; de kunststudenten die helemaal waren meegegaan in het verhaal. Het was en werd hun wereld.”

Beyond Index ging vorig najaar in première op het Nederlands Film Festival, maar belandde vervolgens niet in de reguliere bioscoop. Inmiddels is er al een remix gemaakt door kunstcriticus Paul Groot: Beyond Index 2.0, waarvan fragmenten zijn vertoond tijdens een congres in het Musée National de l’Histoire de l’Immigration in Parijs. Dinsdagavond is de originele versie te zien in Eye, in het kader van Eye on Art, een wekelijks programma op het raakvlak van film en andere kunsten. “De distributie gaan we nu zelf ter hand nemen. In de bioscoop én in het museum. Dit is hardcore-arthouse, de film is radical cinema: beyond index.”

Eye on Art: Beyond Index van Gerald van der Kaap. Di 6/2, 19.15 uur. Met een inleiding van Stedelijk Museum-fotografieconservator Hripsimé Visser.