jpekker

‘Je kunt toch ook van de Formule 1 genieten als je niet zelf meerijdt?!’

Ferran Adrià in Brasserie Schiller in Amsterdam. Hij bleef niet eten, maar vloog direct na de wereldpremière terug naar Barcelona. 'El Bulli is gewoon open.'

‘Behalve Ratatouille zijn er eigenlijk geen goeie films over koken. Wat zo goed is, ontdekte ik onlangs, is dat bijna alles scènes in de keuken van bovenaf zijn gefilmd. Zo zie je precies hoe een keuken werkt. Het heeft veel weg van een ballet; alles grijpt in elkaar. Dat zie je anders nooit in fictiefilms.’

Het Catalaanse culinaire genie Ferran Adrià, kok en eigenaar van het wereldvermaarde 3-sterren restaurant El Bulli, bracht vrijdagmiddag een bliksembezoek aan het IDFA voor de wereldpremière van El Bulli – Cooking in Progress, een documentaire van de Duitser Gereon Wetzel.

Gegeten had Wetzel nooit in El Bulli en hij wil zichzelf ook geen fijnproever noemen. Maar toen hij en zijn Spaanse vrouw Anna Ginesti Roselli in Barcelona woonden, en ze de verhalen over het 45-gangenmenu van El Bulli en de complexe keukentechnieken van Adrià hoorden, raakte hij geïnteresseerd. Wetzel, die eerder documentaires maakte over uiteenlopende onderwerpen als de Bedoeïenen in het zuiden van Israël, taalgrenzen binnen Duitsland en de kinderwens van een theaterregisseuse, stuurde Adrià een voorstel per mail. De meesterkok, die toch niet verlegen zat om aandacht, hapte direct toe.

‘In eerdere reportages ging het meestal om de eetervaring. Gereon wilde iets anders. Hij wilde in beeld brengen wat wij precies doen, hoe gerechten tot stand komen, hoe ingewikkeld dat ook is. Dat geldt voor alle disciplines, van de wetenschap tot de kunst: het is ontzettend moeilijk om te laten zien hoe ideeën ontstaan. Het wordt al snel karikaturaal. Hier niet. Dat vind ik belangrijk, dat mensen in de laatste fase van El Bulli weten en begrijpen waar El Bulli voor staat.’

De film markeert een nieuwe fase in het bestaan van El Bulli, benadrukt Adrià. ‘In dat opzicht is het een historisch document, want de nieuwe fase van El Bulli zal anders zijn. We opereren al 25 jaar in de voorhoede, maar we lopen tegen onze grenzen aan. Het wordt voorspelbaar. Het is overigens geen echt einde, hoor, ik zie het meer als een transformatie.’ Het restaurant wordt een creatief centrum, waarin elf maanden per jaar wordt geëxperimenteerd door dertig koks. Door middel van het internet zal de kennis die aldus wordt opgedaan worden gedeeld met een netwerk van professionals. En misschien ook wel met thuiskoks. Dat ze het zelf niet kunnen maken is niet erg, denkt Adriá. ‘Je kunt toch ook van de Formule 1 genieten als je niet zelf meerijdt?!’

Wetzel kreeg volledige vrijheid bij het maken van zijn film. ‘Ik heb geen geheimen, ik heb niks te verbergen. Ik organiseer al jaren kookcongressen; onze deuren staan wagenwijd open. Ik zie dat als mijn missie mijn kennis en ervaring te delen met anderen. Als je zo veel geluk hebt in het leven als ik, moet je iets teruggeven.’

Wetzel volgde Adrià meer dan tachtig dagen en filmde bijna honderd uur. Vlak voordat hij aan de montage begon, kregen de filmmakers van Adrià een tafeltje in El Bulli (waar jaarlijks 2 miljoen mensen proberen te reserveren terwijl er slechts 8000 plaatsen zijn). ‘Dat was een bijzondere ervaring. We kenden sommige gerechten natuurlijk, omdat we het ontstaan van zeer dichtbij hadden gevolgd. Het was een mooi einde, want die fantastische creaties zijn natuurlijk in de eerste plaats bedoeld om opgegeten te worden, niet om gefilmd te worden. Cooking in Progress is ook geen film over eten. Het is een film over creativiteit en over mensen. Als je El Bulli wilt proeven, moet je er naartoe.’

El Bulli – Cooking in Progress van Gereon Wetzel draait zaterdag 20, dinsdag 23 en zondag 28 november nog op het IDFA. www.elbulli.com