jpekker

Japanse regisseur Hirokazu Kore-Eda wint Gouden Palm op sterke 71ste editie van het filmfestival van Cannes

Shoplifters van de Japanse regisseur Hirokazu Kore-eda is op het prijzengala van de sterke 71ste editie van het filmfestival van Cannes bekroond met de Gouden Palm, de prijs voor de beste film. Het was een terechte onderscheiding voor een fijnzinnig meesterwerk over een gezin van winkeldieven die een dakloos meisje in huis nemen, ook al hebben ze zelf amper genoeg om alle monden te voeden.

De 55-jarige Kore-eda regisseerde in 1995 met Maboroshi no hikari zijn eerste, direct bekroonde speelfilm. Sindsdien maakte hij het ene na het andere bedachtzame kleinood, vaak over bloedbanden, families en gecompliceerde relaties. Voor Nobody Knows kreeg hoofdrolspeler Yûya Yagira in 2004 in Cannes de prijs voor de beste acteur; Like Father, Like Son leverde Kore-eda in 2013 de Juryprijs op, ofwel de ‘bronzen medaille’.

Shoplifters beleeft zijn Nederlandse première dit najaar op het Parool Film Festival; 21 juni verschijnt eerst Kore-eda’s The Third Murder in de Nederlandse bioscopen, die vorig najaar in wereldpremière ging op het festival van Venetië.

Vooraf waren er vraagtekens over de selectie, waarin festivaldirecteur Thierry Frémaux veel plaats had ingeruimd voor nieuwe namen. Maar het niveau was zo hoog dat de jury onder leiding van de Australische actrice Cate Blanchett het nodig achtte om een gedeelde prijs en een extra prijs uit te reiken. En dan nog viel de door de pers het best gewaardeerde film buiten de boot; Burning van de Zuid-Koreaanse regisseur Lee Chang-dong, gebaseerd op het korte verhaal Barn Burning van de Japanse schrijver Haruki Murakami, voerde de journalistenpoll in het vakblad Screen International aan met het Noord-Koreaanse gemiddelde van 3,8 op een schaal van 0 tot 4 – nóg hoger dan Maren Ade’s Tony Erdmann in 2016 (3,7).

Afijn. De 87-jarige Frans-Zwitserse nouvelle vague-veteraan Jean-Luc Godard kreeg een speciale Palm voor zijn documentaire-essay Le livre d’image, omdat hij er voortdurend definieert en herdefinieert wat cinema vermag. De prijs voor het beste scenario werd ex aequo uitgereikt aan Alba Rohrwacher (voor het magisch-realistische Lazzaro Felice) en de Iraniërs Jafar Panahi en Nader Saeivar (voor de schrandere, minimalistische roadmovie 3 Faces).

De Grand Prix, de tweede prijs, ging naar BlackKklansman van de Amerikaan Spike Lee, over de onvoorstelbare doch waargebeurde infiltratie van een zwarte politieagent in de Ku Klux Klan anno 1979. De Juryprijs was voor Capharnaüm van de Frans-Libanese Nadine Labaki, een van de drie vrouwelijke regisseurs in de 21 titels tellende Palmcompetitie. Capharnaüm werd ook bekroond met de prijs van de Oecumenische jury. De Pool Pawel Pawlikowski werd terecht bekroond als beste regisseur, voor zijn in zwart-wit gefilmde, uiterst efficiënt vertelde liefdesdrama Cold War.

Beste acteur werd de Italiaan Marcello Fonte, voor zijn rol als schlemielige hondenwasserette-eigenaar annex cokedealer in Matteo Garrone’s misdaaddrama Dogman; de beste actrice was de Kazachstaanse Samal Yeslyamova, die in Sergej Dvortsevoys Ayka met haar net geboren kindje een helletocht maakt door een besneeuwd en bars Moskou.

De grootste ontdekking én de grootste gouddelver van de 71 editie was de jonge Vlaming Lukas Dhont: met Girl (gecoproduceerd door het Amsterdamse productiehuis Topkapi Films) won hij niet alleen de Camera d’Or, de prijs voor de beste debuutfilm in álle deelcompetities (Girl was opgenomen in de tweede competitie Un Certain Regard), maar ook de Queer Palm voor de beste LGBT-film en een van de prijzen van de internationale filmkritiek. ‘Wow!’ zei Dhont toen hij de Camera d’Or had ontvangen uit handen van juryvoorzitter Ursula Meier. De debuterende Victor Polster had een dag eerder al de prijs voor de beste acteerprestatie ontvangen. Speciaal voor Girl, over de 15-jarige Lara, die is geboren in het lichaam van een jongen en ervan droomt om ballerina te worden, gaf de UCR-jury onder leiding van de Puerto Ricaanse acteur Benicio del Toro maar één prijs voor beste acteerprestatie in plaats van prijzen voor beste acteur en actrice.

Het meest opvallende moment van het prijzengala was de toespraak van de Italiaanse actrice Asia Argento. Zij herinnerde het publiek er nogmaals aan dat ze in 1997, als 21-jarige actrice, tijdens het festival was verkracht door filmproducent Harvey Weinstein. “Cannes was zijn geliefkoosde jachtterrein. Maar ik wil één ding voorspellen: Harvey Weinstein zal hier nooit meer welkom zijn. Hij zal worden gemeden door een filmgemeenschap die hem ooit omhelsde en dekte voor zijn misdaden.” Met zichtbare woede vervolgde Argento: “Zelfs vanavond zitten er schuldigen onder u, die voor hun gedrag tegen vrouwen verantwoordelijk moeten worden gehouden. U weet wie u bent, maar het allerbelangrijkste is dat wij weten wie u bent. En we zullen u niet langer toestaan dat u ermee wegkomt.”