jpekker

Jan Henderikse over ZERO: “Een gaatje, een sneetje, een schroef… ik denk dat mijn kunst veel jonger is dan dat”

IMG_1949

In het Stedelijk Museum is zaterdag de tentoonstelling ZERO: Let us explore the stars geopend met een performance van de Duitse ZERO-kunstenaar Otto Piene. In de kelder van de nieuwbouw is de komende maanden werk te zien van internationale avant-gardisten als herman de vries, Armando, Henk Peeters, Jan Schoonhoven en Piero Manzoni. En van Jan Henderikse, een van de grondleggers van de beweging.

Hoe bent u bij ZERO terechtgekomen?
“Jan Schoonhoven en ik woonden in Delft in die tijd. We hadden de Nederlandse Informele Groep al opgericht. Henk Peeters had nauwe verbindingen met Delft, ik heb Amando er bij gevraagd en nog een paar anderen. Maar die zijn allemaal weer afgevallen, en wij werden toen onder invloed van de Duitse kunstenaars Heinz Mack en Otto Piene steeds meer ZERO. Dat woord ‘ZERO’ kenden wij niet in Nederland. Dus ik dacht: we moeten onze groep Nul noemen. En toen is het Nul geworden.”

De bierwand van Jan Henderikse_foto JPE

checklist_bottlewall_nul_1024

Waar stond ZERO voor u voor?
“Ik deed eigenlijk altijd maar mee omdat ik dan makkelijker kon exposeren. Ik wilde exposeren. Ik maakte natuurlijk ook wel gebruik van herhalingen, maar dat deden er wel meer. Ik ben niet de enige die een wilde jongen was. Je had Arman, Tinguely, die zijn eigenlijk net zo niet-ZERO als ik. Die hebben de kans ook gegrepen om mee te exposeren – neem ik aan.”

Op de eerste tentoonstelling in het Stedelijk in 1962 presenteerde u installatie met meer dan honderd bierkistjes. Gesponsord door Heineken. Hoe ging dat?
“Ik heb bij Heineken om kratjes bier gevraagd. En of ze misschien wat geld hadden. Dat heb ik allebei gekregen, ik geloof wel 6000 gulden, wat destijds aardig wat geld was. Maar er bleek een addertje onder het gras te zitten. Amstel had destijds namelijk een monopolie op het bier in het museum. Ik mocht mijn kratjes niet exposeren. Toen ben ik naar Amstel gegaan en heb ik ook nog geld gekregen, maar minder. Toen ik dat aan Stedelijk-directeur Sandberg vertelde, nam hij het geld direct in beslag. De hele expositie is door ons betaald.”

IMG_1983

De pers sprak schande van de expositie…
“De kranten wisten niet wat ermee aan moesten en beijverden zich in de grofste beledigingen. Er verschenen zelfs cartoons. De Telegraaf was het ergste van allemaal, maar Het Parool was natuurlijk ook een verschrikkelijke krant, met Prange… Die dacht dat-ie er verstand van had… Kunstkritiek staat hier sowieso niet op een al te hoog peil, hè?”

In 1965 was er opnieuw een ZERO-tentoonstelling in het Stedelijk, maar daar deed u niet aan mee. Waarom niet?
“Ik woonde toen op Curaçao, en de communicatie verliep niet zo makkelijk als nu. Als je wilde telefoneren moest je naar het postkantoor. Nee, ruzie was er niet. Maar ik ben nooit zo gek geweest op ZERO; dat werd steeds witter, steeds esoterischer en positiever. Een nieuwe wereld… Ik heb daar niet zo veel mee. Toen ben ik naar New York gegaan, daar ben ik gaan filmen en fotograferen. Ik heb een paar jaar later wel een solotentoonstelling gehad in het Stedelijk, onder Edy de Wilde. Alleen maar met centen.”

IMG_1990

Hebt u wel contact gehouden?
“Met Jan Schoonhoven, ja. Hij was een goede vriend van mij. Maar dat ging vooral per brief. Dan ging het over van alles; over politiek, over geschiedenis, architectuur, godsdienst, maar nooit over kunst. We lieten elkaar ook weleens werk zien; we hebben werken geruild en hij heeft ook dingen van mij gekocht.”

Er is een opmerkelijke herwaardering gaande: doeken van ZERO-kunstenaars brengen op veilingen enorme bedragen op en er zijn overal exposities. U bent momenteel zelf in Antwerpen en in Amsterdam te zien. Heeft u daar een verklaring voor?
“Ik heb absoluut geen idee. Ik vraag me dat ook niet af. Maar ik profiteer er wel van. Ik wil dat woord ZERO niet, maar ik heb nu twee tentoonstellingen waar mijn naam in kleine lettertjes staat vermeld en ZERO in enorme kapitalen. In Antwerpen staat er ‘To infinity’ bij; men vindt dat ik verder ga dan ZERO. Dat vind ik zelf ook; ik vind het werk een beetje gedateerd. Een gaatje, een sneetje, een schroef… Ik denk dat mijn kunst veel jonger is dan dat.”

IMG_1995

Waar bent u op het moment mee bezig?
“Ik heb een heleboel nieuw werk gemaakt. En niet raffelen hoor. Ik heb binnenkort een tentoonstelling in Düsseldorf, daar moet ook weer nieuw werk voor komen. Ik maak vooral bricolages, met kurken, speelgoed, met alles wat ik op de kop kan tikken. Mijn vrouw heeft laatst een koffer speelgoed uit Amerika voor me meegenomen. De rommel daar ziet er toch net weer wat anders uit dan in Europa.”

ZERO: Let us explore the stars. T/m 8/11 in het Stedelijk Museum. Jan Hendrikse & ZERO – reliëfs, tekeningen en objecten. T/m 11/7 bij Borzo Kunsthandel BV, Keizersgracht 516