jpekker

In Cannes hebben ze altijd al een goed oog gehad voor debuutfilms; Saul fia van de Hongaar László Nemes is een meesterwerk

saulfia

“Een ding is zeker: deze film zal veel stof doen opwaaien,” zei Cannes-directeur Thierry Frémaux toen hij de selectie van Saul fia (Son of Saul) van de Hongaarse regisseur László Nemes bekendmaakte. ‘Vanwege het gevoelige onderwerp natuurlijk; deze materie ligt nog steeds heel gevoelig. De ongelooflijke controverse rond La vita è bella van Roberto Benigni, die het in 1997 aandurfde de holocaust als een komedie te verpakken, staat me nog helder voor de geest.”

Saul fia is andere koek. Eerst wordt in een paar zinnen uitgelegd dat Sonderkommando’s joodse gevangenen waren, die vijanden van het Duitse volk moesten helpen vernietigen. In de openingsscène zie we vervolgens de Hongaarse jood Saul de zoveelste treinlading joden in het vernietigingskamp Auschwitz linea recta naar de gaskamers dirigeren. Mechanisch. “Opschieten, snel douchen, anders wordt de soep koud”, roept iemand terwijl de mannen, vrouwen en kinderen zich uitkleden.

Als de Sonderkommando’s even later de dode lichamen wegslepen, blijkt een kind de gaskamer te hebben overleefd. Een opgetrommelde arts helpt hem alsnog om hals. Saul is radeloos; hij moet en hij zal het kind een menswaardige joods begrafenis bezorgen. Terwijl hij daarmee niet zijn eigen leven in de waagschaal stelt, dat toch al een flinterdun draadje hangt, maar ook dat van zijn lotgenoten, die bezig zijn een opstand voor te bereiden. Terwijl hun onmenselijke arbeid non-stop doorgaat.

Nemes volgt Saul – een grandioze rol van de debuterende Géza Röhrig – een uur en drie kwartier van zeer dichtbij, in een benauwd kader. De gruwelijke details toont Nemes op de achtergrond. Onscherp. Het is een even simpele als geniale vondst: de blik van Saul is die van de kijker, voor wie een ongefilterde blik op de werkelijkheid óók onverdraaglijk zou zijn geweest. De geluidsband laat echter weinig aan de verbeelding over. Het resultaat is een zeer intense, essentiële film, die het effect heeft van een doffe stomp in de maag. En nog een debuut ook, eerder assisteerde de 38-jarige Nemes de Hongaarse meester Bela Tarr bij het maken van The Man from London.

Het is niet meer dan terecht dat Saul fia is opgenomen in de Gouden Palm-competitie – het is voor het eerst sinds 2011 dat een debuutfilm die eer te beurt valt – en het moet wel heel gek lopen wil Nemes niet in ieder naar huis gaan met de Caméra d’or, de prijs voor het beste debuut.

8eaacb12-8cb8-4da5-8fa1-9f51a8560eda-bestSizeAvailable

Dat hoeft overigens niet per se, er is een aparte jury die de debuten in de verschillende competities beoordeelt. In 1997 won de Japanse Naomi Kawase die prijs – ze was nog geen dertig – terwijl haar debuut Suzaku was opgenomen in het parallelprogramma Quinzaine des Réalisateurs. Kawase, die vorig jaar meedong naar de Gouden Palm met het esoterische Still the Water, opende dit jaar met AN de tweede Cannes-competitie Un certain regard.

In AN draait het om een man wiens slechtlopende eettentje van de ene op de andere dag een knalsucces wordt als hij een aandoenlijk omaatje met lepra in dienst neemt. Zij bereidt de aller-allerlekkerste dorayaki. Haar geheim? Ze praat tegen de pruttelende adukibonen, in trage, lang uitgesponnen scènes die nadrukkelijk zijn afgezet tegen de wisselende seizoenen, die natuurlijk ook voor een mensenleven staan.

Het maakt AN tot een charmant, ontroerend, ogenschijnlijk simpel maar diepgravend pleidooi voor slow food in plaats van junkfood, voor poëzie in plaats van pulp, en voor aandacht in plaats van lopendebandwerk – ook dat is helemaal op zijn plaats in Cannes.