jpekker

In Cannes draait voor de 14e keer een film van Jean-Luc Godard; Pawel Pawlikowski maakt voor het eerst kans op de Gouden Palm

Jean-Luc Godard was al alomtegenwoordig in Cannes; de vrolijke festivalposter, met een kussende Jean-Paul Belmondo en Anna Karina, is gebaseerd op een beeld uit zijn film Pierrot le fou uit 1965. En zijn geest waart hier rond; het festival staat uitgebreid stil bij de editie van mei 1968, precies vijftig jaar geleden, toen Godard samen met François Truffaut en Jean-Pierre Léaud uit solidariteit met protesterende Parijse studenten en stakende arbeiders een revolutie ontketende in Cannes en ervoor zorgde dat het festival voortijdig, zonder prijsuitreiking, werd stopgezet.

En vrijdagmiddag was de wereldpremière van zijn documentaire-essay Le livre d’image – de veertiende keer dat een film Godard in de officiële selectie was opgenomen. Net als in al zijn recente films sombert, associeert en bespiegelt Godard er weer lustig op los en verbindt hij alles met alles; tekst met beeld, nieuwsbeelden met speelfilmfragmenten, IS met de nazi’s.

Godard, 87 inmiddels, was er zelf niet bij. Zoals hij in 2014, toen zijn 3D-film Adieu au langage in Cannes draaide, ook niet kwam opdraven, en in 2010, toen Film socialisme in de tweede competitie ‘Un certain regard’ was opgenomen, ook op het allerlaatste moment afzegde. ‘Ik draag het festival met me tot mijn dood, maar geen moment langer. Vol passie, zoals altijd’, luidde zijn ietwat cryptische verklaring destijds.

Pawel Pawlikowski is voor het eerst in Cannes. De Brits-Poolse regisseur, die in 2015 de Oscar voor beste niet-Engelstalige film won met Ida, maakte Cold War, een zinderend drama over de onmogelijke liefde tussen de dirigent Wiktor en de blonde danseres/zangeres Zula.

Kort na de Tweede Wereldoorlog laat Wiktor tijdens een auditie voor een jongerenkoor zijn oog vallen op Zula. De twee krijgen een verhouding, het jongerenkoor maakt naam, een hoge regeringsfunctionarissen vraagt Wiktor of ze in plaats van volksmuziek niet de zegeningen van Stalin kunnen bezingen – dan liggen er mooie reizen naar Berlijn en Moskou in het verschiet.

Wiktor voelt zich beknot, tijdens een bezoek aan Oost-Berlijn wil hij met Zula naar het Franse deel overlopen. Maar Zula komt niet opdagen en Wiktor belandt alleen in het vrije Parijs, in een hartverscheurend, uiterst trefzeker, in onwaarschijnlijk mooi zwart-wit gefilmd drama over de liefde en vaderlandsliefde, alle soorten van vrijheid en repressie.

Hij liep al met het idee voor Cold War rond voordat hij Ida maakte, vertelde Pawlikowski op een door geluidsproblemen geteisterde persconferentie (“Zit de KGB of de CIA hierachter?” grapte de gespreksleider). “Maar ik wist niet precies hoe ik dit gecompliceerde liefdesverhaal moest vertellen. Ida gaf me het vertrouwen dat ik het kon.”

De film is opgedragen aan zijn ouders. “Er zijn veel overeenkomsten tussen Wiktor en Zula, inclusief hun namen. Mijn ouders zijn overleden, dus ik voelde me vrij hun namen te gebruiken” aldus Pawlikowski. “Ze vormden een rampzalig stel; ze werden verliefd, scheidden, werden opnieuw verliefd, trouwden met anderen, kwamen weer samen, emigreerden, scheidden en kwamen opnieuw bij elkaar. Ik heb me door deze tragische ketting van gebeurtenissen laten inspireren, maar Cold War is geen biografische vertelling maar een universele film.